31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2022

Hierbij stuur ik uw Kamer een afschrift van de voortgangsrapportage hernieuwbare energie en energiebesparing over 2020, zoals deze door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is ingediend bij de Europese Commissie. Dit rapport volgt uit de verplichting om in het kader van de Governance Regulation, artikel 27, eenmalig in digitaal format een verslag aan te leveren over de voortgang die in 2020 is geboekt bij het bevorderen van energiebesparing en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.

De voortgangsrapportage gaat onder andere in op de ontwikkeling van hernieuwbare energie en energiebesparing in 2020 in Nederland. Uit gegevens over het energieverbruik in 2020 blijkt dat het primaire en finale energieverbruik respectievelijk 4% en 13% onder de streefwaarden ligt die Nederland in EU-verband heeft afgesproken. Ook is de energiebesparingsverplichting voor de periode 2014 t/m 2020 ruimschoots gehaald met het uitvoeren van nationaal beleid. Nederland was verplicht om in deze periode cumulatief 482 petajoule te besparen. Met de uitvoering van de meerjarenafspraak energiebesparing (MJA/MEE), de Energie Investeringsaftrek (EIA) en het beleid in de gebouwde omgeving is 672 petajoule bespaard.

Het definitieve aandeel binnenlandse productie van hernieuwbare energie in 2020 kwam uit op 11,5%, licht hoger dan het voorlopige cijfer van 11,1% (CBS). De hoeveelheid hernieuwbare energie die door Denemarken door middel van statistische overdracht zal worden overgedragen aan Nederland is vastgesteld op 13,65 TWh, wat minder is dan de bovenkant van de bandbreedte van 8 – 16 TWh (Kamerstuk 32 813, nr. 614). Tezamen zorgen deze twee volumes hernieuwbare energie ervoor dat het doel van een aandeel hernieuwbare energie van 14% in 2020 door Nederland is gehaald.

Het kabinet had maximaal 200 miljoen euro gereserveerd voor statistische overdracht, maar vanwege het hogere aandeel hernieuwbare energie vallen de daadwerkelijke kosten bijna 30 miljoen euro lager uit. De kosten voor statistische overdracht bedragen uiteindelijk 170,6 miljoen euro. De Europese Commissie heeft per brief van 19 januari jl. bevestigd dat dit zal worden meegenomen in het aandeel hernieuwbare energie voor 2020.

Deze middelen zullen door Denemarken worden ingezet voor een tender voor een Power to X-project, zoals bijvoorbeeld de productie van groene waterstof met behulp van elektrolyse. Daarmee draagt de overeenkomst met Denemarken bij aan een duurzaam project en de verdere energietransitie in Europa.

Desalniettemin erkent het kabinet dat statistische overdracht om het hernieuwbare energiedoel te halen geen ideale situatie is. Daarom zal het kabinet zich de komende jaren maximaal inspannen om het aandeel hernieuwbare energie fors te verhogen.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven