31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 257 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2017

Het kabinet spant zich, samen met de andere partijen uit het Energieakkoord, in om in 2020 14% hernieuwbare energie en in 2023 16% hernieuwbare energie te realiseren. De stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE+) is hiervoor het belangrijkste instrument. Van 7 maart tot en met 30 maart jl. is de voorjaarsronde van de SDE+ opengesteld met een maximaal verplichtingenbudget van € 6 miljard. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voorlopige resultaten van deze eerste ronde van de SDE+ 2017.

Ik ben verheugd om uw Kamer te melden dat er in de voorjaarsronde van de SDE+ veel aanvragen zijn binnengekomen. Er zijn 4.673 aanvragen ingediend met een aangevraagd budget van in totaal € 7,1 miljard. De aanvragen worden op dit moment door de Rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zorgvuldig beoordeeld op basis van de eisen van de regeling en getoetst op technische en economische haalbaarheid. Dit proces zal naar verwachting niet voor juli worden afgerond. Het verplichtingenbudget van € 6 miljard houdt in dat de projecten die in de voorjaarsronde beschikt worden, in totaal gezamenlijk ten hoogste € 6 miljard aan subsidie kunnen ontvangen gedurende hun looptijd. De werkelijke kasuitgaven zijn verspreid over deze looptijd en hangen af van de jaarlijkse marktwaarde van energie en de daadwerkelijke energieproductie van projecten.

De SDE+ is gebaseerd op technologieneutraliteit. Er worden vooraf geen budgetten per techniek bepaald, maar alle toegestane technologieën dingen op basis van de kostprijs mee naar een deel van het budget. De concurrentie tussen technologieën zorgt ervoor dat de kosten van de energietransitie zo laag mogelijk zijn. Hierdoor is vooraf niet bekend welk bedrag aan projecten met een bepaalde technologie zal worden toegekend. In voorgaande jaren vertegenwoordigden projecten met biomassa en windenergie het grootste aandeel in de verschillende openstellingsrondes van de SDE+. Deze ronde is dat zon-PV.

De voorjaarsronde is in drie fases opengesteld, met basisbedragen tot opeenvolgend 9, 11 en 13 cent/kWh. Door het budget met een oplopend maximaal basisbedrag open te stellen, wordt concurrentie tussen projecten gestimuleerd en wordt met hetzelfde budget meer hernieuwbare energieproductie gerealiseerd. In tegenstelling tot voorgaande jaren was er dit jaar geen vierde fase (tot 15 cent/kWh). Dit weerspiegelt de daling van de kosten van hernieuwbare energie. Onderstaande figuur toont het verloop van het aangevraagde budget per fase.

In de eerste fase (tot 9 cent/kWh) is ruim € 1,4 miljard aangevraagd, met name voor projecten in de categorieën windenergie op land en geothermie. In de tweede fase (tot 11 cent/kWh) is het aangevraagde budget opgelopen tot ruim € 5,8 miljard, in het bijzonder door aanvragen voor zon-PV en wind in meer. In de derde fase (tot 13 cent/kWh) is er veel budget aangevraagd voor zon-PV en biomassavergassing. In deze ronde is tevens de resterende 0,16 PJ onder het plafond van maximaal 25 PJ bij- en meestook van biomassa in kolencentrales aangevraagd. Het totaal aangevraagde budget in de voorjaarsronde komt hiermee op ruim € 7,1 miljard. De tabel hieronder laat het overzicht zien van de verschillende categorieën.

Omdat de aanvragen nog inhoudelijk beoordeeld zullen worden, is het op dit moment nog niet mogelijk om aan te geven welke aanvragen een positieve beschikking zullen ontvangen. Ik zal uw Kamer voor het zomerreces informeren over de stand van zaken van de behandeling van de aanvragen door RVO en over de tweede openstelling van de SDE+ 2017.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven