31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2017

Op 13 december jl. heeft uw Kamer de motie Jan Vos c.s. (Kamerstuk 31 239, nr. 230) aangenomen. Met de motie is de regering verzocht om de verstrekking van nieuwe SDE+ subsidie voor de bij- en meestook van biomassa in kolencentrales per direct, dan wel zo snel mogelijk, stop te zetten. Daarbij wordt als overweging meegegeven dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in 2016 heeft berekend dat de grondstofkosten van biomassa in de periode tot 2050 zullen stijgen van 4 dollar per gigajoule (GJ) naar 28 dollar per GJ en dat de kostprijzen van wind op zee en zon-PV steeds verder zullen dalen. Hierbij informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik omga met deze motie.

De SDE+ is het belangrijkste instrument om de hernieuwbare energiedoelen voor 2020 en 2023 te realiseren. De SDE+ is daarbij technologieneutraal, het beschikbare verplichtingenbudget voor hernieuwbare energieprojecten wordt binnen de systematiek toegekend op volgorde van de kostprijs (het basisbedrag) van hernieuwbare energieprojecten. Daartoe wordt per categorie een maximaal basisbedrag voor de subsidieduur (voor bij- en meestook is dit een subsidiabele periode van 8 jaar) berekend door ECN. Verschillende technieken en projecten concurreren vervolgens met elkaar om het subsidiebudget van de SDE+, zodat elk jaar aan de meest concurrerende technieken en projecten beschikkingen worden toegekend. Op het moment dat bijvoorbeeld zon-PV of windenergieprojecten voor een lager basisbedrag indienen dan bij- en meestookprojecten, gaan deze projecten voor bij de toekenning van subsidie. De verwachte kostprijzen in 2050, waarnaar wordt verwezen in de motie, zijn daarbij op zichzelf niet relevant. De SDE+ heeft immers als doel om op een kosteneffectieve wijze bij te dragen aan het realiseren van meer hernieuwbare energieproductie in 2020 en 2023. Daarvoor is het prijspeil van beschikbare technologieën van belang die tijdig kunnen bijdragen aan deze doelen.

Het kabinet heeft zich gecommitteerd aan de afspraken zoals deze in het Energieakkoord zijn gemaakt met 46 andere partijen, waartoe ook behoort dat de stimulering van biomassa in kolencentrales vanuit de overheid de 25 PJ niet zal overschrijden. In de NEV 2016 is aangegeven dat er naar verwachting in 2020 25 PJ bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales zal plaatsvinden. Dit komt overeen met een bijdrage van ongeveer 1,2%-punt aan de hernieuwbare energiedoelstellingen voor 2020 en 2023. Ik heb in mijn brief over de vormgeving van de SDE+ 2017 van 30 november jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 225) aangegeven dat ik de resterende hoeveelheid bij- en meestook van duurzame biomassa onder het in het Energieakkoord afgesproken maximum van 25 PJ in de SDE+ 2017 wil openstellen. Het gaat dan om 0,16 PJ, aangezien in de SDE+ 2016 beschikkingen zijn afgegeven waarmee voor 24,84 PJ aan bij- en meestook kan worden gerealiseerd.

Het kabinet acht het van groot belang dat alle partijen zich houden aan de gemaakte afspraken in het Energieakkoord, ook de overheid. Alleen op die manier kunnen de doelen uit het Energieakkoord gehaald worden. In mijn brief van 13 december jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 245) heb ik aangegeven dat een tijdige aankondiging van de regeling nodig is om potentiële aanvragers voldoende tijd te bieden om hun aanvraag voor te bereiden voor de openstelling van de voorjaarsronde van de SDE+ op 7 maart a.s. Uitstel van publicatie en aanpassing van de regeling, ten opzichte van hetgeen ik heb aangekondigd, kan de investeringszekerheid schaden en de uitrol van hernieuwbare energieprojecten vertragen.

Gelet op de risico’s van het niet nakomen van een afspraak uit het Energieakkoord en van tussentijdse aanpassing en uitstel van de SDE+ regeling voor 2017 enerzijds en de beperkte hoeveelheid bij- en meestook die in 2017 nog voor subsidie in aanmerking kan komen anderzijds, acht het kabinet uitvoering van de motie thans niet verantwoord. Ik zal de SDE+ regeling voor 2017 dan ook op korte termijn publiceren in de Staatscourant, op grond waarvan ook bij- en meestookprojecten tot het resterende maximum van 0,16 PJ in aanmerking in aanmerking kunnen komen voor SDE+ subsidie. Ik verwacht hiermee dat bij- en meestook in 2017 voor het laatst in de SDE+ wordt opengesteld.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven