31 232 Wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen met een exploitatieverbod en informatie aan luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PbEU L344) en verordening (EG) nr. 1107/2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PbEU L204)

Nr. 30 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2010

Per brief van 14 september 2010 (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 3344)) heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd u dit najaar de uitkomsten toe te sturen van een evaluatieoverleg inzake de Geschillencommissie Luchtvaart. Hierbij stuur ik u deze uitkomsten toe.

Het overleg heeft plaatsgevonden op 23 november 2010. Bij het overleg waren de volgende organisaties betrokken:

  • de BARIN als belangenbehartiger van de bij haar aangesloten luchtvaartmaatschappijen die in Nederland actief zijn en als mede-oprichter van de Geschillencommissie Luchtvaart,

  • de Consumentenbond als belangenbehartiger van consumenten en als mede-oprichter van de Geschillencommissie Luchtvaart,

  • de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC) als uitvoeringsinstantie waar inmiddels bijna 50 geschillencommissies zijn ondergebracht, waaronder de Geschillencommissie Luchtvaart.

De Geschillencommissie Luchtvaart is opgericht door BARIN en de Consumentenbond op basis van zelfregulering. Dankzij de komst van de Geschillencommissie Luchtvaart heeft de vliegpassagier een extra mogelijkheid erbij gekregen om zijn rechten te verkrijgen zoals neergelegd in drie Europese Verordeningen inzake consumentenbescherming in de luchtvaart. Aansluiting van luchtvaartmaatschappijen bij de geschillencommissie is momenteel op vrijwillige basis. In de praktijk heeft dit ertoe geleid dat weliswaar een groot aantal (alle BARIN-leden) maar niet alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen zijn aangesloten.

Het feit dat niet alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen bereid zijn gevonden te participeren in de vrijwillige regeling, wordt als een belangrijk nadeel beschouwd.

De drie organisaties wensen voortzetting van de Geschillencommissie Luchtvaart, maar wel op basis van een wettelijke verplichting tot aansluiting van alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen bij een onafhankelijke buitengerechtelijke vorm van geschilbeslechting in Nederland.

De betrokken organisaties hebben mij verzocht om via wetgeving een dergelijke aansluitplicht te bewerkstelligen. Naar aanleiding van dit verzoek heb ik besloten om een wetsvoorstel voor te bereiden, en wel om de volgende redenen:

  • Het is gunstig voor de consument als alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen zijn aangesloten bij een laagdrempelige vorm van buitengerechtelijke geschillenbeslechting. Het biedt de consument toegang tot een onafhankelijke arbitragecommissie, met een snelle en goedkope buitengerechtelijke procedure voor het behandelen van geschillen inzake zijn rechten als passagier, ongeacht met welke luchtvaartmaatschappij hij vliegt. Dit komt de desbetreffende EU- regelgeving waarop de geschillenbeslechting ziet ten goede.

  • Het is ook gunstig voor het level playing field binnen de sector. Immers alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen zijn dan aangesloten bij een buitengerechtelijke procedure voor geschillenbeslechting inzake passagiersrechten in de luchtvaart.

  • Het vergroot de betrokkenheid van andere belanghebbenden: in het kader van het creëren van draagvlak wordt bij de voorbereiding van een wetsvoorstel met belanghebbenden overlegd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven