31 224
Participatie van jongeren met een beperking

nr. 31
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2009

Zoals toegezegd tijdens het overleg begrotingsonderzoek op 6 november 2008 informeer ik u hierbij over de SER-adviesaanvraag over de voorbereiding op participatie van jongeren met ontwikkelings- of gedragsstoornissen. De adviesaanvraag over dit onderwerp is op 22 december 2008 aan de SER verzonden.

Het aantal jongeren met ontwikkelings- of gedragsstoornissen groeit in diverse ondersteunende voorzieningen. Om ieders talenten optimaal te benutten en om onnodige afhankelijkheid van deze jongeren van collectieve voorzieningen tegen te gaan, is een robuust perspectief op participatie nodig. De sociale partners, zoals vertegenwoordigd in de SER, kunnen daar een sleutelrol bij vervullen. Het kabinet vraagt de SER wat nodig is om onnodige medicalisering tegen te gaan en jongeren met ontwikkelings- en gedragsstoornissen zo goed mogelijk toe te rusten voor participatie tijdens hun volwassen leven. Gevraagd wordt hierbij zowel te kijken naar de bijdrage van sociale partners en de professionals uit de betrokken sectoren, als naar de institutionele vormgeving.

In de bijlage is een kopie van de adviesaanvraag opgenomen.1 Het kabinet verwacht het advies in het najaar te ontvangen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven