nr. 74
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2009
Middels deze brief geef ik invulling aan twee toezeggingen aan uw Kamer.
De eerste toezegging bestaat uit een overzicht van de overheidskosten van
het klimaatbeleid. De tweede toezegging bestaat uit een overzicht van onderzoeken
die zijn uitgevoerd naar de baten van het klimaatbeleid. De gegeven informatie
is afkomstig uit reeds gepubliceerde rapportages die bij uw Kamer bekend zijn.
Overheidskosten klimaatbeleid (in miljoenen euro’s)
Onderstaande informatie is afkomstig uit het Energierapport in bijlage
1.
Energiebesparing | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal deze kabinetsperiode |
---|
Gebouwde omgeving | 38.0 | 48.7 | 67.5 | 59.5 | 213.7 |
Industrie | 5.8 | 14.8 | 22.2 | 21.7 | 64.5 |
Verkeer en vervoer | 11.0 | 11.9 | 13.0 | 11.2 | 47.1 |
Land en -tuinbouw | 55.7 | 59.2 | 15.0 | 20.0 | 149.9 |
Fiscale regelingen | 163.0 | 148.0 | 157.0 | 174.0 | 642.0 |
Nieuw WKK vermogen | | 12.0 | 20.0 | 28.0 | 60.0 |
Totaal | 273.5 | 294.6 | 294.7 | 314.4 | 1 177.2 |
Duurzame energie | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal deze kabinetsperiode |
---|
MEP en SDE (excl. warmte) | 711.9 | 775.5 | 842.2 | 915.4 | 3245.0 |
Duurzame warmte | 4.0 | 18.0 | 24.0 | 22.0 | 68.0 |
Duurzame mobiliteit | 40.2 | 16.7 | 20.9 | – | 77.8 |
Duurzame energie in ontwikkelingslanden | 50.0 | 100.0 | 150.0 | 200.0 | 500.0 |
Fiscale regelingen | 31.0 | 33.0 | 33.0 | 34.0 | 131.0 |
Totaal | 837.1 | 943.2 | 1 070.1 | 1 171.4 | 4 021.8 |
CO2 reductie | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal deze kabinetsperiode |
---|
Realisatie Kyoto verplichtingen | 81.7 | 87.3 | 82.4 | 73.3 | 324.7 |
CO2 afvang en opslag | – | 3.0 | 15.0 | 31.0 | 49.0 |
Overig nationaal CO2 beleid | 64.5 | 69.5 | 61.9 | 53.5 | 249.4 |
Internationaal milieubeleid | 5.1 | 5.1 | 5.1 | 5.1 | 40.4 |
Joint implementation | 28.3 | 28.7 | 41.8 | 32.0 | 130.8 |
Clean development mechanism | 45.0 | 53.2 | 57.4 | 55.3 | 210.9 |
Totaal | 224.6 | 246.8 | 263.6 | 250.2 | 985.2 |
Energie innovatie | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | Totaal deze kabinetsperiode |
---|
Onderzoek en ontwikkeling | 61.3 | 57.5 | 52.8 | 45.3 | 216.9 |
Demonstratieprojecten | 112.4 | 98.0 | 98.5 | 71.4 | 380.3 |
Innovatie-agenda energie | 22.0 | 59.0 | 97.0 | 130.0 | 308.0 |
Totaal | 195.7 | 214.5 | 248.3 | 246.7 | 905.2 |
De economische gevolgen van Schoon en Zuinig zijn onderzocht door het
CPB (Economische gevolgen van Schoon en Zuinig, CPB document 174, oktober
2008).
Overzicht onderzoeken naar baten klimaatbeleid
Het klimaatbeleid bestaat uit adaptatie en mitigatiebeleid. Tussen deze
twee beleidsterreinen bestaat een relatie qua kosten. Een verhoogde (mondiale)
inzet op mitigatiebeleid zal leiden tot lagere kosten voor adaptatie. Immers
naarmate het mitigatiebeleid succesvoller is, zullen er minder adaptatiemaatregelen
nodig zijn.
In de Stern review is gekeken naar de lange termijn macro economische
kosten van klimaatbeleid en klimaatverandering. Hieruit blijkt dat er een
verschil in tijd bestaat tussen de kosten en de baten van klimaatbeleid. Nu
moeten kosten gemaakt worden (om broeikasgasemissies te beperken) om later
kosten te beperken (kosten die nodig zijn voor klimaatadaptatiebeleid).
Het voeren van klimaatbeleid (uitvoeren van het werkprogramma Schoon en
Zuinig) heeft gevolgen voor de luchtemissies van andere verontreinigende stoffen.
Hiervoor heeft ECN een onderzoek uitgevoerd (ECN-E-08-002, De effecten van
het werkprogramma Schoon en Zuinig op de uitstoot van luchtverontreinigende
stoffen). De voornaamste conclusie is dat het uitvoeren van het werkprogramma
Schoon en Zuinig een beperkt reducerend effect heeft op de emissies van luchtverontreinigende
stoffen.
Door PBL en CPB is een notitie geschreven (PBL 500115008, 21 januari
2009) over de mogelijke maatregelen die zowel de recessie, die samenhangt
met de kredietcrisis, tegen te gaan en een positieve bijdrage hebben op het
klimaatbeleid.
Het kabinet beraadt zich momenteel over maatregelen die de recessie tegengaan
en tegelijkertijd het klimaat- en milieubeleid ondersteunen.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer