31 209 Schoon en zuinig

Nr. 246 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2023

Op 3 juli jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanpak om de bouw te verduurzamen1. Via deze brief bied ik uw Kamer met trots het definitieve en ondertekende convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) aan, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Defensie. Op 30 oktober 2023 hebben de Rijksoverheid, provincies, waterschappen, gemeenten, branche- en netwerkverenigingen in de bouwsector en opdrachtgevers van bouwprojecten hun handtekening gezet onder het convenant. In totaal vijfenveertig partijen. Het proces van de technische notificatie waar ik uw Kamer in de brief van 3 juli jl. over informeerde, is afgerond en het convenant is gepubliceerd in de Stcrt. 2023, nr. 31167.

Het convenant laat zien hoe de deelnemende partijen zich de aankomende jaren gezamenlijk inzetten voor de verduurzaming van bouwmaterieel. Ik ben blij met het resultaat en de betrokkenheid van al deze partijen. De verduurzaming van bouwmaterieel is van groot belang voor de natuur, het klimaat en de gezondheid. Vanwege stikstofreductie draagt SEB ook bij aan de voortgang van bouwprojecten.

De aanpak uit het convenant richt zich onder andere op de toepassing van emissie-eisen voor bouwmaterieel bij opdrachten voor bouw-, onderhouds- en sloopprojecten. Ook maken partijen afspraken over procesmaatregelen, zoals een slimmere inzet van bouwmaterieel, met onder andere ritreductie, digitalisering, modulair bouwen, en prefab. Verder omvat het convenant afspraken over kennisontwikkeling, monitoring, controle op de naleving en evaluatie.

Via het convenant en de andere instrumenten uit het programma SEB, wordt voor werk-, voer- en vaartuigen in de bouw invulling gegeven aan de volgende emissiereductiedoelstellingen en ambities voor 2030:

  • 60% NOx-emissiereductie t.o.v. 2018 (Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering);

  • 75% gezondheidswinst t.o.v. 2016 (Schone Lucht Akkoord);

  • 0,4 Mton CO2-emissiereductie t.o.v. 2019 (Klimaatakkoord);

  • Klimaatneutrale en circulaire rijksinfraprojecten in 2030 (Strategie KCI).

Met de ondertekening van het convenant geven de deelnemende partijen een sterk signaal af om te verduurzamen. Aankomende tijd werk ik aan het verder stimuleren van andere partijen om ook het convenant te ondertekenen. We hebben elkaar namelijk hard nodig om de benodigde emissiereductie in deze sector te behalen. Daarnaast versterkt meer massa het perspectief voor de markt dat de overstap naar schoon en emissieloos bouwmaterieel gepaard gaat met voldoende opdrachten waarin dit materieel ook daadwerkelijk wordt uitgevraagd. De ambitie is dat zowel de uitvraag als de inzet van dit materieel de komende jaren de norm gaan worden.

Ik vind het mooi om te zien dat verschillende partijen (waaronder gemeenten) positief zijn over de aanpak en aangeven in de nabije toekomst aan te willen sluiten bij het convenant SEB. Voor deze partijen ben ik voornemens om in de eerste helft van 2024 een tweede ondertekenmoment te organiseren.

Tegelijkertijd zijn we er nog niet met alleen een handtekening onder het convenant. Met de ondertekening van het convenant wordt het startsein gegeven voor de implementatie en de uitvoering, met als doel de gewenste verduurzaming en resultaten te behalen. Het programma SEB bevat verschillende instrumenten om partijen hierin te ondersteunen. Zo is in oktober een ondersteuningsprogramma SEB voor medeoverheden opgezet dat hen ondersteunt bij het implementeren van de afspraken uit het convenant. Daarnaast werk ik aan het opzetten van een Specifieke Uitkering voor medeoverheden die deelnemen aan het convenant (SPUK SEB). Deze SPUK SEB geeft een tegemoetkoming bij eventuele hogere kosten bij aanbestedingen met emissieloos materieel. De aanbestedende Rijksdiensten en ProRail worden hier eveneens financieel voor ondersteund en marktpartijen kunnen gebruik maken van de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB). Ook is er een Kennis-, Opschaling- en Praktijkervaringsprogramma dat werkt aan praktische instrumenten voor opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw om emissies sneller te reduceren.

Verder werken partijen gezamenlijk aan de ontwikkeling van de randvoorwaarden voor de transitie, zoals de ontwikkeling van emissieloos van materieel en de benodigde laadinfrastructuur. De ontwikkeling van deze randvoorwaarden wordt gemonitord gedurende de uitvoering. Ook is aandacht voor uitdagingen bij de inzet van materieel in de praktijk. Zo deel ik via deze brief verschillende onderzoeksrapporten met uw Kamer. De inzichten uit deze onderzoeksrapporten worden onder andere benut voor het inrichten van de Specifieke Uitkering voor medeoverheden. Daarnaast ondersteunen de rapporten de aanpak uit de Routekaart SEB.

Op 3 juli jl. informeerde ik uw Kamer over de emissiereductieplicht uit artikel 7.19a van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) die in werking treedt op 1 januari 2024. Deze emissiereductieplicht verplicht initiatiefnemers om bij het verrichten van bouw- en sloopwerkzaamheden «adequate maatregelen» te nemen om stikstofemissies te reduceren. De routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen geeft een verdere invulling hieraan. De verwachting is dat de emissiereductieplicht, samen met het convenant SEB en de andere instrumenten uit het programma een sterke impuls geven aan de verduurzaming van de bouw.

Ik kijk uit naar het vervolg.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 31 209, nr. 244.

Naar boven