31 209 Schoon en zuinig

Nr. 232 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 9 juli 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 26 september 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 27 september 2021.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2021

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) in verband met de tijdelijke voorwaarden en overgangsbepalingen van nul-emissiezones (Tijdelijk besluit nul-emissiezones)1.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van artikel 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het zomerreces van uw Kamer verlengd tot maandag 27 september.

In het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 193) is afgesproken om vanaf 2025 middelgrote zero-emissiezones voor stadslogistiek in te voeren in 30 tot 40 grotere gemeenten. Bij wijziging van het RVV 1990 in 2019 is de gemeentelijke bevoegdheid geregeld om deze zones vanaf 2025 in te stellen.

Vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd2 over de afspraken die ik met gemeenten en bedrijfsleven heb gemaakt over een soepele overgang en een geleidelijk en zorgvuldig proces naar zero-emissiezones voor stadslogistiek. Met onderhavige wijziging van het RVV 1990 zorg ik voor duidelijke en landelijk uniforme regels voor de weggebruiker over toegang tot zero-emissiezones voor stadslogistiek, zodat duidelijk wordt waar iedereen overal aan toe is. Spoedige besluitvorming over deze regels geeft voldoende tijd aan ondernemers om te kunnen overstappen op een emissieloze bestel- en vrachtauto en helpt gemeenten bij een zorgvuldige voorbereiding van de besluitvorming.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, verwacht ik dat de landelijke regels voor verreweg de meeste ondernemers een redelijk en bruikbaar kader bieden. Voor die gevallen dat dat niet het geval is, werk ik samen met VNG en de logistieke sector, toe naar één landelijk ontheffingenloket, zodat de afgifte van ontheffingen steeds op de dezelfde manier geschiedt.

Zero-emissiezones zijn bedoeld voor stadslogistiek en niet voor particulieren. Particulieren kunnen daarom bij de gemeente een ontheffing aanvragen voor hun voertuig, mits zij aan kunnen tonen dat het niet bedrijfsmatig gebruikt wordt. De komende maanden verken ik met gemeenten hoe deze ontheffing nader vormgegeven kan worden en of deze ook onder het landelijke loket kan worden gebracht.

Voor de verdere inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting. De onderliggende beslisnota’s zijn bijgevoegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 31 209, nr. 224

Naar boven