nr. 115
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2010
Bij brief van 17 maart 2010, kenmerk 31 209-97/2010D13656 heeft
de vaste commissie voor VROM om informatie verzocht over de wijze waarop uitvoering
wordt gegeven aan de, op 15 december 2009 aangenomen, motie Bilder over
een norm voor Lnight. Ter uitvoering van deze motie wordt een aanvullende
norm van 41 dB Lnight in het ontwerpbesluit geïntroduceerd.
Aan artikel 1.1, eerste lid, wordt de volgende begripsomschrijving toegevoegd:
«Lnight»: de geluidsbelastingsindicator
zoals opgenomen in artikel 3, onder i, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002,
inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai;
Artikel 3.14a, eerste lid, van het ontwerpbesluit komt te luiden:
1. Een windturbine of een combinatie van windturbines voldoet ten
behoeve van het voorkomen of beperken van geluidhinder aan de norm van 47
dB Lden en aan de norm van 41 dB Lnight op de gevel van gevoelige gebouwen
en bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein.
Artikel 6.21a, eerste lid, van het ontwerpbesluit komt te luiden:
1. Vanwege een windturbine of een combinatie daarvan waarvoor onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.14a een vergunning
in werking en onherroepelijk was dan wel een melding was gedaan op grond van
artikel 1.10 kunnen bij ministeriële regeling maatregelen worden voorgeschreven
die ertoe leiden dat binnen een bij die regeling te bepalen termijn aan de
waarde van 47 dB Lden en 41 dB Lnight op de gevel van gevoelige gebouwen en
bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein wordt voldaan in die gevallen
waarin uit het akoestisch onderzoek, bedoeld in artikel 1.11, negende lid,
blijkt dat de geluidsbelasting die waarde overschrijdt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. C. Huizinga-Heringa