nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om uitvoering
te geven aan Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de
Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende
de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PbEU L
105);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma in
onderdeel q, een onderdeel toegevoegd, luidende:
r. Schengengrenscode: Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire
code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
(PbEU L 105).
B
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
1. In andere dan de in de Schengengrenscode geregelde gevallen, wordt
toegang tot Nederland geweigerd aan de vreemdeling die:
a. niet in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding,
dan wel in het bezit is van een document voor grensoverschrijding waarin het
benodigde visum ontbreekt;
b. een gevaar oplevert voor de openbare orde of nationale veiligheid;
c. niet beschikt over voldoende middelen om te voorzien zowel in
de kosten van verblijf in Nederland als in die van zijn reis naar een plaats
buiten Nederland waar zijn toegang gewaarborgd is, of
d. niet voldoet aan de voorwaarden die bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur zijn gesteld.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld over de weigering van toegang op grond van deze wet of ter uitvoering
van de Schengengrenscode.
3. De ambtenaren belast met de grensbewaking weigeren niet dan ingevolge
een bijzondere aanwijzing van Onze Minister de toegang aan de vreemdeling
die te kennen geeft dat hij asiel wenst.
C
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1. De vervoerder door wiens tussenkomst de vreemdeling aan een buitengrens
of binnen het grondgebied van Nederland wordt gebracht, neemt de nodige maatregelen
en houdt het toezicht dat redelijkerwijs van hem kan worden gevorderd om te
voorkomen dat door de vreemdeling niet wordt voldaan aan artikel 5, eerste
lid, onder a, van de Schengengrenscode of aan artikel 3, eerste lid, onder
a, van deze wet.
D
In artikel 5, eerste lid, vervalt «tot Nederland».
E
In artikel 6, eerste lid, vervalt «tot Nederland».
F
In artikel 7 worden de woorden «tot Nederland» geschrapt en
wordt na de woorden «op grond van» ingevoegd: de Schengengrenscode,
.
G
Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «Met het toezicht op de naleving
en de uitvoering van» ingevoegd: de Schengengrenscode en.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De bij of krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren belast
met de grensbewaking zijn de in artikel 2, onder 13, van de Schengengrenscode
bedoelde grenswachters.
H
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd.
1. In het eerste lid wordt na «de uitvoering van deze wet»
toegevoegd: en van de Schengengrenscode.
2. In het tweede lid wordt na «de uitvoering van deze wet»
toegevoegd: en van de Schengengrenscode.
I
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Op de uitoefening door de ambtenaren belast met de grensbewaking
van de uit de Schengengrenscode voortvloeiende taken zijn de artikelen 5:12,
5:13 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht eveneens van overeenkomstige
toepassing.
J
Artikel 107a wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt de punt aan het slot en wordt achter
de woorden «op grond van deze wet» toegevoegd: dan wel de Schengengrenscode.
2. In het tweede lid wordt na de woorden «de uitvoering van
deze wet» ingevoegd: of de Schengengrenscode.
K
Artikel 108, eerste lid, komt te luiden:
1. Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
tweede categorie wordt gestraft overtreding van bij ministeriële regeling
aan te wijzen voorschriften vastgesteld bij of krachtens de Schengengrenscode,
overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens de artikelen
5, eerste en tweede lid, 46, tweede lid, aanhef, en onder b, alsmede handelen
in strijd met artikel 56, eerste lid, dan wel handelen in strijd met een verplichting
opgelegd bij of krachtens de artikelen 6, eerste lid, 54, 55, 57, eerste lid,
58, eerste lid, of 65, derde lid.
L
Artikel 109 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid vervalt «6, eerste lid,»
2. In het vijfde lid vervalt «artikel 3, eerste lid, en»
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Justitie,