nr. 28
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juni 2008
Op 6 november 2007 heb ik met uw Kamer overlegd over het beëindigen
van de inhoudingsplicht voor de loonbelasting voor directeuren-grootaandeelhouders
per 1 januari 2008 (Kamerstuk 31 206, nr. 27). De leden van de vaste
Commissie voor Financiën hebben in dat overleg hun zorgen overgebracht
over deze wijziging. Eén van de belangrijkste problemen was dat ongeveer
1 600 dga’s door de wijziging geen recht meer hebben op de afdrachtvermindering
voor speur- en ontwikkelingswerk. De Commissie heeft mij toen gevraagd om
in overleg met de werkgeversorganisaties en de koepeIorganisaties van belastingconsulenten
en accountants te onderzoeken welke oplossingen er mogelijk zouden zijn.
Inmiddels heeft – in overleg met de betrokken organisaties –
een zorgvuldige afweging plaatsgevonden van de verschillende mogelijkheden.
Eén daarvan is een «opt-out-regeling», waarbij kan worden
geopteerd om uit de loonbelasting te gaan. Dit leidt echter tot handhavingsproblemen
en risico’s voor de (kwetsbare) loonaangifteketen; de organisaties hebben
daarvoor begrip getoond. Zoals met deze organisaties is besproken, blijken
er ook geen andere adequate oplossingen te zijn voor het genoemde probleem
met betrekking tot de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk. Daarom
is gezocht naar alternatieven.
Het verheugt mij om u te kunnen melden dat in overleg met de betrokken
partijen een alternatief pakket van maatregelen is ontwikkeld dat in lijn
is met de bedoeling van het amendement, een aanzienlijke administratieve lastenverlichting
oplevert voor de dga en het probleem oplost met betrekking tot de afdrachtvermindering
voor speur- en ontwikkelingswerk.
Concreet zien de alternatieve voorstellen er als volgt uit:
• het introduceren van een vereenvoudigde loonaangifte voor dga’s;
• het introduceren van een systeem waarbij maandaangiften met ongewijzigde
gegevens (bijvoorbeeld bij de dga die elke maand hetzelfde loon opneemt) eerder
kunnen worden ingediend dan nu het geval is;
• het introduceren van een eenvoudiger systeem van betaling, waarbij
niet steeds een ander betalingskenmerk moet worden ingevuld;
• het verhogen van de grens voor het doen van kwartaalaangifte voor
de btw van € 7000 tot € 15 000 per 1 januari
2009; hierdoor zal een grotere groep bedrijven (ruw geschat circa 45 000
extra) per kwartaal in plaats van per maand aangifte btw gaan doen.
Mijn inzet is om de aanpassingen in de loonaangifteketen per 1 januari
2010 te realiseren. Dat past ook in het voornemen van de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en mij om per die datum een aantal andere wijzigingen
in de loonaangifteketen aan te brengen (loon in/loon over en vermindering
aantal uit te vragen gegevens). Dit teneinde zowel de (software-) markt als
de uitvoerende diensten niet meer te belasten dan nodig is (zie ook de brief
van 31 maart 2008 over loon in/loon over1
).
Om te voorkomen dat de stabiele fase in de loonaangifteketen, en wat betreft
het voorstel met betrekking tot het betalingskenmerk de introductie van het
nieuwe invorderingssysteem, in gevaar komt, zullen de Belastingdienst en het
UWV worden gevraagd een uitvoeringstoets te doen.
Bij dit pakket blijft de dga per 1 januari 2009 in de loonbelasting,
zodat recht blijft bestaan op de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk.
Hiervoor zal ik wetgeving voorbereiden.
Overigens is door de werkgeversorganisaties en koepelorganisaties voor
belastingconsulenten en accountants ook aandacht gevraagd voor het huidige
stringente boetebeleid. Hiervoor is al een oplossing in voorbereiding die
aan de klachten tegemoet komt. Deze komt erop neer dat er een soepeler boetebeleid
komt bij de aangiftebelastingen, zoals de loonheffing, met in beginsel een
coulanceperiode van zeven dagen2.
Zoals in de brief van 8 november 20073
al is opgemerkt, zal ik u in de loop van dit jaar een notitie over de fiscale
positie van de dga doen toekomen. Daarin zullen zowel verbeterpunten op korte
termijn als een perspectief op lange termijn aan de orde komen.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager