31 206
Wijzigingen van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2008)

nr. 25
AMENDEMENT VAN HET LID TANG C.S.

Ontvangen 21 november 2007

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

A. Onderdeel E vervalt.

B. Onderdeel F vervalt.

C. Na onderdeel FB worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

FC. Aan artikel 5.16, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, na onderdeel c een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. MKB-beleggingen als bedoeld in artikel 5.18b.

FD. Na artikel 5.18a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.18b. Vrijstelling MKB-beleggingen

1. MKB-beleggingen zijn aandelen in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld en waarvan doel en feitelijke werkzaamheden bestaan in andere activiteiten dan het beleggen van vermogen en welker aandelen zijn toegelaten tot de handel op Alternext Amsterdam, alsmede aandelen in aangewezen MKB-fondsen.

2. Aanwijzing als MKB-fonds geschiedt op verzoek van het fonds bij voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de aanwijzing en de intrekking van de aanwijzing.

3. Als MKB-fondsen kunnen voor de toepassing van dit artikel worden aangewezen: beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, waarvan het doel en de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan in het beleggen van vermogen in aandelen van vennootschappen als bedoeld in het eerste lid.

4. Aanwijzing als bedoeld in het tweede lid is ook reeds mogelijk in een aanloopperiode van drie maanden waarin een beleggingsinstelling nog niet voldoet aan de in het derde lid opgenomen voorwaarde dat het doel en de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan in het beleggen van vermogen in aandelen van vennootschappen als bedoeld in het eerste lid.

5. Op verzoek van een beleggingsinstelling wordt de in het vierde lid bedoelde aanloopperiode van drie maanden vervangen door een ingroeiperiode van maximaal twee jaar, indien de beleggingsinstelling voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden.

D. Na onderdeel GB wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

GBA. In artikel 8.2, onderdeel n, wordt «en culturele beleggingen» vervangen door: , culturele beleggingen en MKB-beleggingen.

E. Na onderdeel GF wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

GFA. Artikel 8.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift van het artikel wordt «en culturele beleggingen» vervangen door:, culturele beleggingen en MKB-beleggingen.

2. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. De korting voor directe beleggingen in durfkapitaal, culturele beleggingen en MKB-beleggingen geldt voor de belastingplichtige van wie directe beleggingen in durfkapitaal als bedoeld in artikel 5.17 ingevolge artikel 5.16 zijn vrijgesteld, van wie culturele beleggingen ingevolge artikel 5.16 zijn vrijgesteld of van wie MKB-beleggingen ingevolge dat artikel zijn vrijgesteld.

3. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. De korting voor directe beleggingen in durfkapitaal, culturele beleggingen en MKB-beleggingen bedraagt 1,3% van het gemiddelde van de bedragen aan directe beleggingen in durfkapitaal, culturele beleggingen en MKB-beleggingen die ingevolge artikel 5.16 op begindatum en op einddatum zijn vrijgesteld.

II

In artikel VI wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

AA. Artikel 23b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «of artikel 5.18a van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «, artikel 5.18a of artikel 5.18b van de Wet inkomstenbelasting 2001». Voorts wordt «artikel 5.18a, derde lid,» vervangen door: artikel 5.18a, derde lid, dan wel ten behoeve van MKB-beleggingen als bedoeld in artikel 5.18b.

2. In het tweede lid wordt «of artikel 5.18a» vervangen door: , artikel 5.18a of artikel 5.18b.

III

Na artikel XXVD worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXVE

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari van het zesde kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin artikel I, onderdelen FC, FD, GBA en GFA, in werking is getreden als volgt gewijzigd:

A. In artikel 5.16, tweede lid, vervalt onderdeel d, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

B. Artikel 5.18b vervalt.

C. In artikel 8.2, onderdeel n, wordt «, culturele beleggingen en MKB-beleggingen» vervangen door: en culturele beleggingen.

D. Artikel 8.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift van het artikel wordt «, culturele beleggingen en MKB-beleggingen» vervangen door: en culturele beleggingen.

2. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. De korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen geldt voor de belastingplichtige van wie directe beleggingen in durfkapitaal als bedoeld in artikel 5.17 ingevolge artikel 5.16 zijn vrijgesteld of van wie culturele beleggingen ingevolge artikel 5.16 zijn vrijgesteld.

3. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. De korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen bedraagt 1,3% van het gemiddelde van de bedragen aan directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen die ingevolge artikel 5.16 op begindatum en op einddatum zijn vrijgesteld.

ARTIKEL XXVF

In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt met ingang van 1 januari van het zesde kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin artikel VI, onderdeel AA, in werking is getreden artikel 23b als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «, artikel 5.18a of artikel 5.18b van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «of artikel 5.18a van de Wet inkomstenbelasting 2001». Voorts wordt «artikel 5.18a, derde lid, dan wel ten behoeve van MKB-beleggingen als bedoeld in artikel 5.18b» vervangen door: artikel 5.18a, derde lid.

2. In het tweede lid wordt «, artikel 5.18a of artikel 5.18b» vervangen door: of artikel 5.18a.

IV

Aan artikel XXVI wordt na het negende lid een lid toegevoegd, luidende:

10. In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onderdelen FC, FD, GBA en GFA en artikel VI, onderdeel AA, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Algemeen

Dit amendement strekt ertoe twee zaken te regelen. Het eerste onderwerp betreft Alternext Amsterdam, het tweede heeft betrekking op de meewerkaftrek.

Er is (budgettaire) samenhang met het amendement op het Belastingplan 2008 dat voorziet in een additionele verhoging van de accijns op rooktabak en een apart tarief in de verpakkingenbelasting voor biokunststofverpakkingen.

Alternext Amsterdam

Het amendement beoogt de handel in aandelen die worden verhandeld op de multilaterale handelsfaciliteit Alternext Amsterdam te stimuleren door voor particuliere beleggers een vrijstelling in box 3 alsmede een heffingskorting in te voeren, welke vrijstelling en heffingskorting overeenkomen met de faciliteiten voor maatschappelijk beleggen en (deels) voor de huidige beleggingen in durfkapitaal.

De faciliteit zal eerst getoetst worden op mogelijke staatssteunaspecten. Indien er sprake is van staatssteun, zal eerst een goedkeuringstraject bij de Europese Commissie moeten worden doorlopen alvorens de maatregel in werking kan treden. Om die reden is de inwerkingtreding geregeld bij koninklijk besluit.

Voorgesteld wordt de nieuwe maatregel na vijf jaar te laten vervallen. Tegen het einde van die periode van vijf jaar kan dan een evaluatie plaatsvinden met het oog op het beleid dat na afloop van die periode van vijf jaar gewenst is.

In het nieuw voorgestelde artikel 5.18b, eerste lid, Wet IB 2001 zijn de aandelen aangeduid die in beginsel voor de vrijstelling en de heffingskorting in aanmerking komen. Het gaat daarbij in de eerste plaats om aandelen in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld en waarvan doel en feitelijke werkzaamheid bestaan in andere activiteiten dan het beleggen van vermogen en welker aandelen op Alternext Amsterdam genoteerd staan; eventuele andere door de desbetreffende onderneming uitgegeven aandelen, die niet op deze multilaterale handelsfaciliteit genoteerd staan, vallen hier dus niet onder.

In de tweede plaats gaat om beleggingen in op Alternext Amsterdam genoteerde aandelen via een beleggingsfonds («MKB-fondsen»), zoals dit onder meer ook bekend is van het groen beleggen (indirecte variant).

De omvang van de vrijstelling zelf is geregeld in artikel 5.16 Wet IB 2001 en de heffingskorting is geregeld in artikel 8.20 Wet IB 2001.

Meewerkaftrek

Dit amendement strekt er tevens toe het vervallen van de meewerkaftrek ongedaan te maken. De meewerkaftrek is een eenvoudige forfaitaire regeling die niet door andere fiscale alternatieven ondervangen wordt.

Budgettair

Bij de voorgestelde beperking tot vijf jaar kost de faciliteit voor beleggingen in op Alternext Amsterdam genoteerde aandelen € 2,5 miljoen per jaar en cumulatief € 12 miljoen (over een periode van vijf jaar). Het ongedaan maken van het vervallen van de meewerkaftrek kost structureel € 7 miljoen. Beide maatregelen worden gedekt via het amendement op het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2008) dat voorziet in een additionele verhoging van de accijns op rooktabak met een structurele opbrengst van € 19 miljoen alsmede een apart tarief in de verpakkingenbelasting voor biokunststofverpakkingen.

Tang

Jules Kortenhorst

Cramer

Naar boven