31 203
Homogene Groep Internationale Samenwerking 2008 (HGIS-nota 2008)

nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2009

De commissie voor Buitenlandse Zaken¹ heeft de navolgende vragen over het jaarverslag van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) (kamerstuk 31 203, nr. 5) aan de regering voorgelegd.

De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2009.

De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Ormel

Adjunct-griffier van de commissie,

Van Toor

1

Kunt u inzichtelijk maken waar de EUR 297 miljoen aan ODA-middelen in het kader van vergroting van samenhang en effectiviteit van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid aan zijn besteed?

Het gaat hier om de totale ODA uitgaven op begrotingsartikel 2.5: regionale stabiliteit en crisisbeheersing. Hieronder vallen de uitgaven voor decentrale- en centrale wederopbouw (waarvan een groot deel in Afghanistan en Soedan) van in totaal EUR 196 miljoen. Daarnaast gaat het om de ODA uitgaven binnen het stabiliteitsfonds van bijna EUR 63 miljoen, de uitgaven voor vredesopbouw van EUR 16,5 miljoen, de uitgaven voor vrede en veiligheid in het kader van het medefinancieringsstelsel en de thematische medefinanciering van ruim EUR 14,5 miljoen en ten slotte het ODA deel van de VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties van EUR 7 miljoen.

2

Kunt u een overzicht geven van de diverse projecten die gestart zijn met een bijdrage uit het Schoklandfonds: het aantal, thema, looptijd en afspraken over verantwoording achteraf?

Om het sluiten van meer Schoklandakkoorden te stimuleren, is sinds december 2007 op de begroting van OS een bedrag van EUR 50 miljoen voor 4 jaar gereserveerd, het Schoklandfonds. De twee rondes van het Schoklandfonds hebben geleid tot een toekenning van 28 voorstellen voor een totaalbedrag van bijna EUR 48 miljoen.

Het accent ligt op voorstellen die gericht zijn op MDG 1 en MDG 8. Overige voorstellen richten zich op thema’s als onderwijs (6), HIV/AIDS (2), water en sanitatie (4), gezondheid (5) en economische ontwikkeling (4) of op een combinatie hiervan. De agrarische sector ontwikkeling krijgt daarnaast relatief veel aandacht (11 projecten). Enkele akkoorden hebben betrekking op specifieke landen, vooral in Sub-Sahara Afrika (Zambia, Oeganda, Kenia, Ghana) of fragiele staten als Colombia, Sudan, Afghanistan. Andere akkoorden zijn opgezet om oplossingen aan te dragen voor meer mondiale problemen en richten zich daarom op meerdere landen. Voorbeelden hiervan zijn het akkoord om klimaatrisico’s van programma’s in ontwikkelingslanden te verminderen, akkoord voor veilig drinkwater en moderne sanitatie, het akkoord tegen moedersterfte en het akkoord vrede en veiligheid in ontwikkeling. De verantwoording over deze projectsubsidies geschiedt volgens de normale regelgeving (subsidiebesluit BZ) en de looptijd per project varieert van 3–6 jaar.

Voor een meer gedetailleerd overzicht van de verschillende projecten verwijs ik naar de bijlage.

Partnership	Projectomschrijving	9. Omvang subsidie (in euro’s) toegekend
Toegekend 1e ronde
1. Akvo (NWP)	Internetsite voor kennis, financiering en monitoring van projecten op gebied van water en sanitatie	1 000 000
2. Edukans	Betere toegang tot goed beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden	2 000 000
3. Privaserve	Toegang tot internet en ICT in rurale gebieden	2 250 000
4. Rebel Group (In Return East Africa Fund-I)	Financiering MKB dmv oprichting fonds	487 000
5. Save the Children NL	Onderwijs in post-conflict gebieden	288 309
6. Solidaridad	Pilots voor Commodity Business Support Centres voor palmolie, soja en suikerriet boeren	4 800 000
7. Stichting Deltares (Barefoot hydrologists)	Grondwateronderzoek met nieuwe technologieen voor watervoorziening	153 534
8. Stichting Lion Heart Foundation (Best of both worlds)	Ontwikkelings- en heropbouwactiviteiten in specifiek gebied in Sierra Leone (heropbouw lokale gezondheidszorg en economie)	2 057 000
9. Stichting 2015	Betrekken verschillende actoren in een NLse gemeenten bij het werk van UNICEF	500 000
Totaal Toegekend 1e ronde (9)		13 535 843
Toegekend 2e ronde
1. Borneo Initiative 036	Opzetten van keten voor gecertificeerd hout	2 000 000
2. EARS 027	Mbv GIS droge gebieden in Afrika in kaart brengen en vervolgens in die gebieden droogteverzekering bieden	645 000
3. FFI 033	Promotie food fortification (met name foliumzuur) in meel	319 050
4. GAIN 034	Diverse middelen waaronder certificiering en financieel instrumentarium voor food fortification (voor verschillende basis producten)	6 000 000
5. Heineken 026	Lokale toevoer van grondstoffen aan lokale brouwerijen	2 265 377
6. Humana 053	Verbetering van dataverzameling, analyse en informatie-uitwisseling in een hiv/aids preventieprogramma	366 693
7. IFDC 016	Bouw lokale cassavefabriek en capaciteitsbouw cassaveboeren	6 000 000
8. IICD 045	Nieuwe markten voor kleine boeren	344 750
9. MDG5 (Cordaid) 043	Kluster van activiteiten die werken aan reproductieve gezondheid	4 207 538
10. Oikocredit 051	Sustainable credit fund en technical assistance support fund (mesofinanciering)	1 480 000
11. PLAN NL 023	«Kindertelefoon» met als doel reduceren van geweld tegen kinderen en daarmee verbeterde toegang tot onderwijs	540 966
12. Platform MDG-profs 048	Verbeterde toegang tot intellectuele eigendomsrechten en mogelijkheden voor innovatie in Afrika	420 000
13. SOS Kinderdorpen 047	Opleiden van jongeren tot kleine boeren en vervolgens faciliteren van markttoegang; Daarnaast verbeterde toegang tot onderwijs in betreffende communities	317 334
14. TNO 046	Ontwikkeling en lokal productie van ergonomische landbouwgereedschappen voor boeren	251 077
15. Triodos 052	Financiering Sustainable Value Chains	3 070 000
16. TTC 058	Voorlichting HIV/AIDs via mobiele telefonie	104 200
Hoorzittingen
17. Wereldfoundation	hypotkeken voor sloppenwijken	1 750 000
18. Friends Indeed	onderwijs, gezondheidszorg India	680 000
19. ICCO	FairCarbonFund	4 370 000
Totaal Toegekend 2e ronde (16)	Totaal ronde 2	35 131 985 48 667 828
Totaal toegekende voorstellen (25)

3

Zijn in de ODA-uitgaven van 43 miljoen euro voor Suriname ook de 12 miljoen euro voor de Twinning Faciliteit inbegrepen?

Het bedrag van EUR 43 miljoen waaraan wordt gerefereerd, betreft de bilaterale ODA-uitgaven via de ambassade in Suriname (zie bijlage 4 van het HGIS jaarverslag 2008). De uitgaven aan de Twinning Faciliteit Suriname vallen niet onder de bilaterale middelen van de post (zie ook het antwoord op vraag 6), maar onder centrale middelen binnen begrotingsartikel 5.6 «participatie civil society». Het genoemde bedrag van EUR 12 miljoen betreft niet het uitgavenbedrag, maar het verplichtingenbedrag van deze Faciliteit.

4

Klopt het dat uitgaven in het kader van «toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling» ten behoeve van het kennisstelsel ASC (Ministerie van LNV), dat voorzien was op 655 000 euro voor 2008, niet is uitgegeven? Wat is daarvan de oorzaak?

De ASC-middelen zijn wel uit gegeven, maar bij de Voorjaarsnota 2008 overgeheveld van LNV naar OCW. OCW verstrekte de ASC-bijdrage altijd al aan het Afrika Studie Centrum in combinatie met de Rijksbijdrage Universiteit Leiden. Tot en met 2007 declareerde OCW jaarlijks een afgesproken aandeel bij LNV. Aangezien LNV beleidsinhoudelijk geen bemoeienis heeft met het dossier is afgesproken ingaande 2008 het aandeel van LNV structureel van de begroting van LNV over te hevelen naar de begroting van OCW.

Deze bijdrage is bij OCW terug te vinden onder artikel 07.10 «Wetenschappelijk Onderwijs».

5

Kunt u per partnerland aangeven hoeveel begrotingssteun is verleend van de in totaal 186 miljoen euro.

Ja. De volgende landen ontvingen algemene begrotingssteun in 2008:

Partnerland*	Algemene Begrotingssteun
Benin	EUR 9 999 999
Burkina Faso	EUR 20 000 000
Burundi	EUR 14 800 000
Georgië	EUR 2 661 000
Ghana	EUR 24 290 000
Kaap Verdië	EUR 6 500 000
Macedonië	EUR 7 000 000
Mali	EUR 12 000 000
Moldavië	EUR 4 000 000
Mozambique	EUR 18 000 000
Nicaragua	EUR 6 000 000
Oeganda	EUR 5 000 000
Senegal	EUR 10 000 000
Tanzania	EUR 30 000 000
Vietnam	EUR 6 000 000
Zambia	EUR 10 000 000
Totaal	EUR 186 250 999

* Bhutan ontving in 2008 algemene begrotingssteun (EUR 2 miljoen) maar is niet opgenomen in deze lijst aangezien het geen partnerland is.

6

Onder welke categorie van de ODA-bestedingen in Suriname valt de Twinning faciliteit?

De Twinning faciliteit voor Suriname wordt gefinancierd uit de centrale middelen onder begrotingsartikel 5.6 participatie civil society. Deze faciliteit wordt toegerekend aan het brede particuliere kanaal. In het verlengde hiervan geldt dat de Twinning-faciliteit niet in bijlage 4 («ODA-uitgaven partnerlanden 2008») van het HGIS jaarverslag 2008 opgenomen is. Deze bijlage 4 betreft de uitgaven via de ambassades.

7:

Hoe komt het dat de gerealiseerde uitgaven voor het Clean Development Mechanism (CDM) en Joint Implementation (JI) substantieel minder zijn dan was begroot voor 2008? Hoe en waaraan is dit geld wel uitgegeven?

De gerealiseerde uitgaven voor het CDM en het JI vallen lager uit door vertragingen in beide programma’s.

Er is o.a. vertraging opgetreden door het (tot dusver) onthouden van goedkeuring door gast-landen (bijvoorbeeld Rusland) aan sommige JI-projecten. Daarnaast is er zowel bij het CDM als de JI vertraging opgetreden bij het verifiëren en certificeren van de gegenereerde emissiereducties. Tenslotte is er vertraging opgetreden door problemen bij de JI-projecten zelf.

Desalniettemin is er in 2008 EUR 40,1 miljoen aan CDM, en EUR 9,2 miljoen aan JI besteed. De onderuitputting is verwerkt in de eindejaarsmarges en blijft beschikbaar voor uitgaven in latere jaren, om zodoende te kunnen blijven voldoen aan de Kyoto-verplichtingen.

---

1 Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Wilders (PVV), Waalkens (PvdA), Van Baalen (VVD), Çörüz (CDA), Ormel (CDA), voorzitter, Ferrier (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Boekestijn (VVD), Voordewind (CU), Pechtold (D66), ondervoorzitter, Ten Broeke (VVD), Van Raak (SP), Gill’ard (PvdA), Thieme (PvdD) en Peters (GL).

Plv. leden: De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), De Roon (PVV), Vermeij (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Omtzigt (CDA), Spies (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Van Dijk (SP), Ten Hoopen (CDA), Jonker (CDA), Boelhouwer (PvdA), Leerdam (PvdA), Arib (PvdA), Neppérus (VVD), Lempens (SP), Schermers (CDA), Griffith (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Koşer Kaya (D66), Van Beek (VVD), Gesthuizen (SP), Samsom (PvdA), Ouwehand (PvdD) en Vendrik (GL).