31 201
Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2008

nr. 22
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 16 januari 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 12 december 2007 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:

– de brief van de minister van BZK d.d. 18 september 2007 ter aanbieding van de Trendnota Arbeidszaken Overheid 2008 (31 201, nr. 1);

– de brief van de minister van BZK d.d. 16 mei 2007 ter aanbieding van het Sociaal Jaarverslag Rijk 2006 (30 801, nr. 7);

– de brief van de minister van BZK d.d. 9 oktober 2007 ter aanbieding van haar bijdrage BZK aan het Emancipatiebeleid 2008–2011 (30 420, nr. 54).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand samenvattend verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Heijnen (PvdA) vindt dat de rijksoverheid meer mensen moet aanstellen die nu werkzaam in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (WSW). Kan bij de grotere rijksdiensten op alle afdelingen personeelszaken een medewerker van niet-westerse afkomst worden aangesteld, om zo het diversiteitsbeleid een impuls te geven?

– Is de minister bereid om een taakstelling te formuleren voor de instroom van mensen ouder dan 45 jaar, oplopend naar 10% van het aantal aangestelden?

– Kan het management worden afgerekend op het behalen van de streefcijfers voor het aanstellen van personen uit verschillende doelgroepen middels een bonus-malusregeling?

– Kan uitwisseling van personeel tussen Rijk, provincies en gemeenten worden bevorderd?

– Kunnen de cijfers inzake «een leven lang leren» nader worden gespecificeerd, bijvoorbeeld naar functieschaal?

– Is het mogelijk om in het arbeidsvoorwaardenoverleg in te zetten op het vastleggen van meer verplichte verlofdagen voor ambtenaren om de efficiency van de overheid te bevorderen?

– Is de minister bereid om de overheid als werkgever voorop te laten lopen bij het mobiliteitsbeleid?

Mevrouw Van der Burg (VVD) onderschrijft de uitdagingen die in het trendrapport zijn genoemd. Zij heeft geen behoefte aan geanonimiseerd solliciteren.

– Is de minister bereid om samen met de sociale partners te bezien hoe de overheids-cao’s kunnen worden vereenvoudigd?

– Kan de hoeveelheid formulieren die in het kader human resource management door werknemers moet worden ingevuld, worden verminderd?

– Hoe verhoudt de inzet op diversiteit zich tot de maatregelen van het kabinet op het gebied van sociale voorzieningen, zoals de herkeuring van WAO’ers boven de 45 jaar?

– Hoe verhouden de doelstellingen met betrekking tot diversiteit zich tot de doelstelling om het overheidsapparaat te verkleinen?

– Is het kabinet eensgezind over het anoniem solliciteren?

– Welke maatregelen neemt het kabinet om doorwerken na het 65ste jaar te bevorderen?

– Kunnen belemmeringen op het gebied van werknemersverzekeringen voor de overheid om oudere werknemers afkomstig uit het bedrijfsleven aan te nemen, worden weggenomen?

– Zijn specifieke maatregelen genomen om de arbeidsproductiviteit bij de overheid te bevorderen en, zo ja, welke?

– Welke mogelijkheden zijn er voor ambtenaren om stage te lopen in het bedrijfsleven?

De heer Van Raak (SP) wijst erop dat flexibilisering van de arbeidsmarkt niet zaligmakend is en dat sommige mensen beter gedijen in een stabiele omgeving.

– Waarom bezuinigt de minister niet vooral op het inhuren van extern personeel in plaats van op vaste arbeidsplaatsen? Wordt geprobeerd om taken die nu extern worden uitgevoerd intern te laten doen om op die manier tot kostenreductie te komen?

– Kunnen cijfers worden geleverd over het inhuren van extern personeel als nulmeting?

– Kan worden onderzocht hoe de salarisachterstand van vrouwen zo snel mogelijk kan worden ingelopen?

– Is de minister bereid om in te grijpen in de salarissen en ontslaguitkeringen hoger dan de Balkenendenorm? Deze norm moet gelijk zijn aan het huidige ministerssalaris, en niet aan 130% daarvan.

– Wie beslist over bijzondere beloningen aan de topmanagementgroep binnen de rijksoverheid?

– Welke taak ziet de minister voor zichzelf om jongeren met een arbeidshandicap de mogelijkheid te geven om arbeidservaring op te doen bij het Rijk?

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA) kan zich zeer vinden in de speerpunten van het kabinet in de Trendnota arbeidsmarktbeleid. Geanonimiseerd solliciteren is niet de weg naar een beter diversiteitsbeleid.

– Hoe staat het met de ontwikkeling van de modelcode Good Governance Openbare Sector? Kan die in 2008 worden ingevoerd bij publieke en semipublieke organisaties?

– Wat doet het kabinet om het integriteitsbewustzijn bij de ministeries te vergroten? Wat is de stand van zaken op dit terrein bij andere publieke en semipublieke organisaties? Hoeveel overheidsinstellingen hebben een klokkenluidersregeling geïmplementeerd?

– Hoe wordt ervoor gezorgd dat in 2011 40% van de overheidsinstellingen een kwaliteitshandvest heeft zodat het duidelijk is voor de burger wat hij van de instelling kan verwachten en de overheidsinstelling de kwaliteit van het eigen functioneren kan toetsen?

– Kan de minister de Kamer inlichten over het wetenschappelijk onderzoek naar geanonimiseerd solliciteren waar in de nota naar wordt verwezen?

– Kan een pilot worden gestart bij enkele overheidsinstellingen om te onderzoeken waardoor vrouwelijke kandidaten en kandidaten van niet-westerse afkomst in sollicitatieprocedures minder kans maken om te worden aangenomen?

– Is de minister bereid om in de Voorjaarsnota 2008 een nieuwe opzet te presenteren van de monitoring van instroom en doorstroom van vrouwen binnen de algemene bestuursdienst en gelijke beloning van vrouwen en mannen?

– Kan meer expliciet worden gerapporteerd over de ontwikkelingen met betrekking tot diversiteit bij politiekorpsen?

– Is al actie ondernomen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse Antillen en Aruba het European Social Charter voldoende nakomen op het terrein van emancipatie op de arbeidsmarkt?

– Worden ambtenaren getraind in de bejegening van burgers en, zo ja, hoe?

De heer Brinkman (PVV) juicht de doelstelling toe om het aantal rijksambtenaren te verminderen. Hij vindt het onwenselijk dat de rijksoverheid mensen met een dubbele nationaliteit in dienst heeft.

– Hoe wordt het extern inhuren van personeel gemonitord? Wie is hiervoor verantwoordelijk?

– Waarom is het aantal bijzondere beloningen in de hoge en zeer hoge schalen veel hoger dan in de lagere schalen? Is de minister het ermee eens dat ambtenaren in schaal 17 of hoger geen bijzondere beloningen mogen ontvangen? Kan een streefcijfer worden vastgesteld op dit terrein?

– Uit welke onderzoeken blijkt dat vrouwen een achterstand hebben in beloning.

– Is er binnen het kabinet steun voor de invoering van prestatiebeloning?

– Wat is de visie van de minister op het voeren van voorkeursbeleid voor specifieke groepen, met alle nadelen van dien?

– Waarom is besloten, een aanzienlijk deel van de 2000 structurele stageplaatsen bij het Rijk te bestemmen voor allochtonen?

– Hoe gaat de minister de motie waarin is verzocht om een verbod op het dragen van hoofddoeken door politieagenten uitvoeren?

Antwoord van de minister

De minister merkt op dat de overheid enorm achter loopt bij het diversiteitsbeleid. Het kabinet is voornemens om ervoor te zorgen dat mensen van allochtone afkomst in aanmerking komen voor 50% van de aangewezen 2000 stageplaatsen om de diversiteit bij de overheid te vergroten. Dit betreft dus niet alle stageplaatsen die binnen de rijksoverheid beschikbaar zijn.

– Er is besloten dat 50 managementplaatsen moeten worden ingevuld door mensen van allochtone afkomst. Het behalen van deze doelstelling wordt niet eenvoudiger door de reorganisatie rijksdienst, al zijn er nog voldoende vacatures.

– Het is de bedoeling dat secretarissen-generaal en directeuren-generaal worden afgerekend op het behalen van de doelstellingen op het gebied van diversiteit, zoals vergroting van het aantal allochtonen in rijksdienst met 50% in 2011. De minister van BZK kan echter niet aan de andere ministers opleggen om dergelijke afspraken te maken met hun secretarissen-generaal. Een voorbeeldformulier voor de afspraken tussen de minister en de secretaris-generaal wordt deze week in het kabinet besproken.

– Het is een goed idee om medewerkers van allochtone afkomst aan te stellen op afdelingen personeel en organisatie, ook om meer kennis over werving en selectie van allochtonen te verwerven.

– Het is de bedoeling om begin 2008 in beeld te hebben hoeveel WSW’ers in rijksdienst werken.

– Het Rijk heeft weinig geschikte functies voor WSW’ers, onder andere doordat de daartoe geschikte taken zijn afgestoten. Er worden afspraken gemaakt met provincies, gemeenten en het ministerie van SZW over het aanstellen van WSW’ers. Daarnaast zal worden onderzocht of dit punt kan worden opgenomen in de aanbestedingseisen, bijvoorbeeld voor schoonmaakwerk.

– Er zijn projecten voor bijscholing speciaal gericht op ambtenaren in lagere schalen. Deze projecten zullen worden gemonitord.

– De gemiddelde leeftijd van rijksambtenaren is 45 jaar. Voor een evenwichtige personeelssamenstelling is de instroom van jongeren ook van belang. De instroom van ambtenaren boven de 50 jaar is 1000 per jaar, ongeveer 10% het totaal.

– Wellicht moet er beleid worden ontwikkeld voor ouderen bij de rijksoverheid, ook met oog op de bevordering van mobiliteit van oudere werknemers. Hierbij moet er wel oog blijven voor de samenstelling van het personeelsbestand en andere doelstellingen, zoals het aanstellen van meer hoger opgeleide (veelal jonge) allochtonen.

– Er zal worden gelet op de constateringen van de OESO over het arbeidsmarktbeleid voor ouderen.

– Er wordt onderzocht in hoeverre het eigenrisicodragerschap voor werknemersverzekeringen van de overheid belemmeringen oplevert voor het aannemen van oudere werknemers uit het bedrijfsleven. De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.

– Er wordt getracht om de belemmeringen voor het doorwerken na het 65ste jaar weg te nemen, al is doorwerken nog geen recht. Daarnaast wordt een levensfasebewust personeelsbeleid gevoerd, ook voor ouderen jonger dan 65 jaar. Maatregelen op dit terrein liggen vooral op het terrein van het ministerie SZW, want zij betreffen alle werknemers.

– De rijksoverheid hanteert een systeem van prestatiebeloning waarbij de ambtenaar wordt beoordeeld op het behalen bepaalde vastgestelde doelen. Dit systeem leidt niet tot onderlinge concurrentie tussen ambtenaren.

– Het ministerie van Financiën is met ingang van 1 januari 2008 belast met de monitoring van het extern inhuren van personeel bij de rijksoverheid. Er wordt bezien of meer gegevens kunnen worden verstrekt dan alleen die over personeel en materieel. De gegevens daarover zijn niet in de huidige cijfers terug te vinden.

– Het is niet de bedoeling dat vermindering van het aantal rijksambtenaren wordt gecompenseerd door extern inhuren.

– Voor de kerst zal een rapportage over 2007 inzake salarissen en bonussen aan de Kamer worden gezonden.

– Het voornemen is om de norm voor salarissen en bonussen in de publieke en semipublieke sector vast te stellen op 130% van het ministerssalaris, de Balkenendenorm. Nadere discussie over dit onderwerp zal plaatsvinden op basis van de voorstellen van de commissie-Dijkstal voor de publieke sector. Het kabinet neemt hier binnenkort een standpunt over in.

– Bij nieuwe benoemingen in functies waarvoor in het verleden hoge salarissen werden betaald, probeert het kabinet om het salaris zodanig vast te stellen dat het meer in overeenstemming is met de Balkenendenorm.

– De commissie-Dijkstal zal om een advies worden gevraagd over het maximeren van de ontslagvergoeding tot één jaarsalaris.

– Het ministerie van BZK wil de overheids-cao’s graag versimpelen, maar de bonden zijn er niet happig op. De onderhandelingen verlopen moeizaam.

– Het vaststellen van een groter aantal verplichte verlofdagen voor ambtenaren verkleint de flexibiliteit. Bij sommige bedrijven kan dit echter uit het oogpunt van dienstbelang aan de orde zijn. Het is echter niet aan de de minister om dat aan alle sectoren op te leggen.

– De minister is bereid om samen met de minister van EZ onderzoek te doen naar de arbeidsproductiviteit bij de overheid.

– Het vereenvoudigen van de formulieren in het kader van human resource management wordt gestimuleerd.

– De salarisachterstand van vrouwen blijkt uit de Emancipatiemonitor. De minister van OCW heeft een onderzoek toegezegd naar de oorzaken daarvan en de mogelijkheden om deze achterstand weg te nemen.

– De minister zal contact opnemen met de minister van Verkeer en Waterstaat over de mobiliteitsplannen van de verschillende ministeries.

– Het bevorderen van integriteitsbewustzijn bij de overheid is een continu proces. Er zijn stappen gezet bij de verschillende overheidslagen, zoals herinvoering van de ambtseed. Bij aanstelling van nieuwe ambtenaren wordt aandacht besteed aan integriteit. Ook in functioneringsgesprekken dient dit onderwerp aan de orde te komen.

– Er worden trainingen gegeven waarin aandacht wordt besteed aan dilemma’s voor specifieke groepen ambtenaren.

– Er zijn binnen de rijksoverheid voldoende mogelijkheden voor ambtenaren om misstanden te melden.

– Het kabinet is geen groot voorstander van een klokkenluidersfonds. Het zal zich nog buigen over de wijze waarop de motie van de Kamer inzake het instellen van een dergelijk fonds kan worden uitgevoerd.

– Onderwijs, defensie en rechterlijke macht hebben al een code voor good governance. Er wordt aan gewerkt om ook bij de overige overheidsinstanties zo snel mogelijk een dergelijke code in te voeren.

– Een commissie onder leiding van de directeur-generaal Bestuur van het ministerie van BZK gaat begin 2008 van start met het opstellen van een modelcode Good Governance Openbare Sector. Deze moet in de loop van 2008 gereed zijn.

– Overheden kunnen niet worden verplicht om een kwaliteitshandvest in op te stellen, maar dit wordt wel gestimuleerd. Het streven is dat in 2011 40% van de overheidsorganisaties een kwaliteitshandvest heeft. Het is niet de bedoeling om nieuwe bureaucratie op te tuigen.

– Er zijn geen concrete plannen om geanonimiseerd solliciteren te introduceren bij de rijksoverheid. De minister van SZW onderschrijft dat geanonimiseerd solliciteren een instrument kan zijn om te onderzoeken of wordt gediscrimineerd in sollicitatieprocedures bij een organisatie. Dit instrument wordt echter niet toegepast bij de rijksoverheid.

– De Kamer zal op de hoogte worden gehouden van het verloop van de experimenten met geanonimiseerd solliciteren.

– Er wordt voorlichting gegeven over processen die onbewust een rol spelen bij sollicitaties, zoals de neiging om een kandidaat aan te nemen die lijkt op de personen die zitting hebben in de sollicitatiecommissie. Ook in managementtrainingen zal hieraan aandacht worden besteed.

– De minister zal de Kamer voor de zomer een kwalitatieve rapportage zenden over diversiteit in het personeelsbeleid van de politie en na de zomer een kwantitatieve rapportage.

– De verdeling van de bijzondere beloningen bij de rijksoverheid is een punt van aandacht, want er is sprake van een zekere scheefheid. Dit zal ook onder de aandacht worden gebracht van de top van departementen, met het verzoek om aan te geven wat de oorzaak hiervan is. De minister zal de Kamer hierover schriftelijk informeren op een later moment.

– Ambtenaren kunnen zichzelf geen bonussen toekennen. Het kabinet is er alert op dat objectiveerbare gronden worden gehanteerd bij de toekenning van bijzondere beloningen.

– Bij voorkeursprocedures moet er voor worden gewaakt dat geschiktheid voor de functie voorop staat. Er zijn echter wel speciale maatregelen nodig om het aandeel van vrouwen en allochtonen te vergroten.

– De politie is bezig met het formuleren van een standpunt over de motie waarin wordt verzocht om agenten te verbieden een hoofddoek te dragen. Zodra dat beschikbaar is, zal de minister daar een standpunt over innemen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).

Naar boven