nr. 40
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2008
In het algemeen overleg over de Evaluatie Jeugdgezondheidszorg van 3 april
jl. (Kamerstuk 31 200 XVII, nr. 36) verwees mevrouw Agema naar een
artikel in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen. Zij vroeg mijn reactie
op haar berekening, waarbij ze op basis van het artikel concludeert dat de
groei van het aantal programmaonderdelen in het uniforme basistakenpakket
van 38 naar 50 in 2010 en de groei van de beschikbare middelen van 433 miljoen
euro naar 500 miljoen euro betekent dat er bezuinigd is. Zij rekende voor
dat de middelen per programmaonderdeel teruglopen van 11 miljoen euro naar
10 miljoen euro waardoor een bezuiniging van ongeveer 15% ontstaat.
Graag wil ik ingaan op de inhoud en conclusies van het artikel «Jeugdgezondheidszorg:
meer preventie voor weinig geld» van mw. prof. dr. W. P. Verloove-Vanhorick
en dhr. prof. dr. S.A. Reijneveld. Het artikel heb ik ter informatie bijgevoegd1.
Het artikel gaat in op de effectiviteit van de activiteiten die de Jeugdgezondheidszorg
uitvoert. Daarbij wordt een relatie gelegd met de middelen die hiervoor beschikbaar
zijn. Het gaat hierbij om drie programma’s die de jeugdgezondheidszorg
in samenhang uitvoert:
– het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg;
– het Rijksvaccinatieprogramma;
– de neonatale hielprikscreening.
Het artikel beschouwt het geheel van de hiervoor genoemde activiteiten
als het uniforme basistakenpakket JGZ. Het artikel geeft aan dat de laatste
jaren een toenemend aantal activiteiten in het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg
wetenschappelijk onderbouwd en daarmee bewezen effectief geworden is. Het
gaat hierbij onder andere om voorlichtingsactiviteiten die destijds zijn ondergebracht
in het maatwerk deel van het basistakenpakket, maar in de praktijk wel aan
alle kinderen worden aangeboden. Daarbij is het Rijksvaccinatieprogramma de
afgelopen jaren uitgebreid met de pneumococcenvaccinatie en is de neonatale
hielprikscreening uitgebreid met screening op 13 nieuwe ziekten.
Aan het uniform deel van Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg zoals dat
is vastgelegd in de Wcpv, zijn de afgelopen jaren geen nieuwe taken toegevoegd.
De nieuwe bewezen effectieve programmaonderdelen werden daarvoor ook al door
de jeugdgezondheidszorg uitgevoerd. Het totaal beschikbare bedrag voor de
uitvoering van het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg is in die tijd niet
verminderd. Aan het Rijksvaccinatieprogramma is wel een nieuw uit te voeren
vaccinatie toegevoegd. Hiervoor zijn extra financiële middelen beschikbaar
gesteld. Het opsporen van nieuwe ziekten met de neonatale screening vraagt
niet om een grotere inspanning van de jeugdgezondheidszorg, wel worden er
met dezelfde hielprik meer analyses uitgevoerd in het laboratorium.
Desgevraagd hebben de auteurs aangegeven dat de boodschap van het artikel
is dat de jeugdgezondheidszorg een zeer kosteneffectief aanbod omvat waarvan
de kosteneffectiviteit nog steeds toeneemt. De oorzaak hiervan is dat het
aanbod steeds beter onderbouwd wordt, waardoor de kosten per bewezen effectief
onderdeel steeds geringer worden.
In dit licht bezien doet de berekening van mw. Agema en haar conclusie
dat er op de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg is bezuinigd geen recht
aan de werkelijkheid.
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet