nr. 10
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 24 september 2007
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit bij brief van 5 juli 2007 (07-LNV-B-056) inzake de
pelsdierhouderij.
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 september
2007.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Schreijer-Pierik
De griffier van de commissie,
Van Leiden
1
Het aantal vergunningen dat is uitgegeven aan Nederlandse
nertsenhouders en het aantal aanvragen dat momenteel loopt.
In mei 2006 waren er 163 nertsenbedrijven op 205 locaties waar bedrijfsmatig
nertsen werden gehouden. Volgens de Nederlandse wetgeving moet een nertsenhouderij
voor de bedrijfsmatige productie van nertsen over een geldige milieuvergunning
beschikken.
Ik kan niet aangeven hoeveel vergunningen zijn afgegeven voor nertsenhouderijen
en hoeveel aanvragen in procedure zijn. Het afgeven van vergunningen is een
bevoegdheid van de gemeente.
2
De stand van zaken met betrekking tot de implementatie
van de Verordening Welzijnsnormen Nertsen (PPE) 2003, mede op basis van de
beschikbare gegevens over de naleving van de verordening.
Zoals ik in antwoorden op Kamervragen van het lid van Velzen (aanhangsel
Handelingen II 2006–2007, nr. 1841) heb aangegeven, bevat de Verordening
Welzijnsnormen Nertsen (PPE) 2003 eisen die aanzienlijke investeringen vergen
van de nertsenhouders. Derhalve is een overgangsperiode van kracht voor de
eisen ten aanzien van de leefruimte, de nestbox en het aantal dieren dat per
leefruimte mag worden gehouden. Tot 1 januari 2009 moet tenminste 25%
van het aantal nertsen op een bedrijf worden gehouden conform de gestelde
eisen. In de periode van 1 januari 2009 tot 1 januari 2014 moet
tenminste 50% van het aantal dieren op een bedrijf worden gehouden
conform de normen in de verordening. Vanaf 2014 moeten alle dieren worden
gehouden conform de normen in de verordening.
Uit de jaarlijkse controles, die op de naleving van de verordening worden
uitgevoerd, is gebleken dat een groot aantal nertsenbedrijven nu reeds voldoet
aan de eisen die vanaf 1 januari 2009 van kracht worden.
Bij de in 2006 op alle nertsenbedrijven uitgevoerde controles zijn geen
ernstige overtredingen geconstateerd. Er zijn wel elf waarschuwingen gegeven
waar adequaat door de betreffende ondernemers op is gereageerd.
3
De investeringen door de sector, die zijn gedaan na
het intrekken van het oorspronkelijke wetsvoorstel van het kabinet van 2001.
Op basis van gegevens vanuit de sector heeft het Landbouw-Economisch Instituut
(LEI) van Wageningen UR een globale berekening gemaakt van de investeringen
in de nertsenhouderij sinds 14 februari 2003. Op deze datum werd het
wetsvoorstel Verbod op de pelsdierenhouderij ingetrokken (Kamerstukken II
2001–2002, 28 048, nrs. 1–2).
De investeringen zijn een optelsom van de investeringen in welzijnsvriendelijke
kooien die voldoen aan de eerdergenoemde PPE-verordening en van de uitbreidingsinvesteringen
in de nertsenhouderij sinds 2003. Het totale investeringsbedrag wordt geraamd
op een bedrag dat ligt tussen de 65 en 80 miljoen euro.
Voor nadere achtergronden over de mogelijke economische gevolgen van een
verbod op de nertsenhouderij verwijs ik u naar bijgevoegd LEI-rapport «Een
economische verkenning van sanering van de nertsenhouderij in Nederland»1.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter,
Atsma (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff
(VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen
(SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD),
Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij
(PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak
(GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA),
Vacature (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé
Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP),
Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken
(PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.