31 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2008

nr. 10
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 september 2007

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij brief van 5 juli 2007 (07-LNV-B-056) inzake de pelsdierhouderij.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 september 2007.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Schreijer-Pierik

De griffier van de commissie,

Van Leiden

1

Het aantal vergunningen dat is uitgegeven aan Nederlandse nertsenhouders en het aantal aanvragen dat momenteel loopt.

In mei 2006 waren er 163 nertsenbedrijven op 205 locaties waar bedrijfsmatig nertsen werden gehouden. Volgens de Nederlandse wetgeving moet een nertsenhouderij voor de bedrijfsmatige productie van nertsen over een geldige milieuvergunning beschikken.

Ik kan niet aangeven hoeveel vergunningen zijn afgegeven voor nertsenhouderijen en hoeveel aanvragen in procedure zijn. Het afgeven van vergunningen is een bevoegdheid van de gemeente.

2

De stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de Verordening Welzijnsnormen Nertsen (PPE) 2003, mede op basis van de beschikbare gegevens over de naleving van de verordening.

Zoals ik in antwoorden op Kamervragen van het lid van Velzen (aanhangsel Handelingen II 2006–2007, nr. 1841) heb aangegeven, bevat de Verordening Welzijnsnormen Nertsen (PPE) 2003 eisen die aanzienlijke investeringen vergen van de nertsenhouders. Derhalve is een overgangsperiode van kracht voor de eisen ten aanzien van de leefruimte, de nestbox en het aantal dieren dat per leefruimte mag worden gehouden. Tot 1 januari 2009 moet tenminste 25% van het aantal nertsen op een bedrijf worden gehouden conform de gestelde eisen. In de periode van 1 januari 2009 tot 1 januari 2014 moet tenminste 50% van het aantal dieren op een bedrijf worden gehouden conform de normen in de verordening. Vanaf 2014 moeten alle dieren worden gehouden conform de normen in de verordening.

Uit de jaarlijkse controles, die op de naleving van de verordening worden uitgevoerd, is gebleken dat een groot aantal nertsenbedrijven nu reeds voldoet aan de eisen die vanaf 1 januari 2009 van kracht worden.

Bij de in 2006 op alle nertsenbedrijven uitgevoerde controles zijn geen ernstige overtredingen geconstateerd. Er zijn wel elf waarschuwingen gegeven waar adequaat door de betreffende ondernemers op is gereageerd.

3

De investeringen door de sector, die zijn gedaan na het intrekken van het oorspronkelijke wetsvoorstel van het kabinet van 2001.

Op basis van gegevens vanuit de sector heeft het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) van Wageningen UR een globale berekening gemaakt van de investeringen in de nertsenhouderij sinds 14 februari 2003. Op deze datum werd het wetsvoorstel Verbod op de pelsdierenhouderij ingetrokken (Kamerstukken II 2001–2002, 28 048, nrs. 1–2).

De investeringen zijn een optelsom van de investeringen in welzijnsvriendelijke kooien die voldoen aan de eerdergenoemde PPE-verordening en van de uitbreidingsinvesteringen in de nertsenhouderij sinds 2003. Het totale investeringsbedrag wordt geraamd op een bedrag dat ligt tussen de 65 en 80 miljoen euro.

Voor nadere achtergronden over de mogelijke economische gevolgen van een verbod op de nertsenhouderij verwijs ik u naar bijgevoegd LEI-rapport «Een economische verkenning van sanering van de nertsenhouderij in Nederland»1.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Vacature (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven