31 200 XII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2008

nr. 94
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2008

Bij de behandeling van de begroting 2007 is door uw Kamer het onderwerp «leeftijdsverlaging buschauffeurs» aan de orde gesteld met een vraag over personeelstekorten in relatie tot vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt.

Hierbij stellen wij u in kennis van ons voornemen om de minimumleeftijd om een bus te mogen besturen (D-rijbewijzen) bij wijze van experiment te verlagen voor bestuurders die houder zijn van het «getuigschrift vakbekwaamheid» naar

– 18 jaar op trajecten korter dan 50 km (stads- en streekvervoer)

– 20 jaar op trajecten langer dan 50 km (touringcarvervoer) binnen Nederland

– 18 jaar in lege touringcars binnen Nederland.

Dit experiment is mogelijk binnen het kader van de EU-richtlijn «vakbekwaamheid bestuurders» en artikel 186 van de Wegenverkeerswet. Beide maken mogelijk voor een periode van ten hoogste 6 jaar met de minimumleeftijd te experimenteren onder bepaalde voorwaarden van monitoren en evaluatie. Voor het starten van het experiment is nog wel een wijziging van een AmvB onder de Wegenverkeerswet nodig.

Wij verwachten dat dit experiment positieve invloed op de werkgelegenheid heeft. De gevolgen voor de verkeersveiligheid zijn onbekend. Daarom zullen wij de effecten ervan op de verkeersveiligheid met een nul-meting motinoren, zodat een goede evaluatie mogelijk wordt.

Indien de veiligheid negatief wordt beïnvloed zal het experiment worden beëindigd. Indien het beleid kan worden doorgezet, zal de Wegenverkeerswet 1994 worden aangepast teneinde dit structureel mogelijk te maken.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven