nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2007
Op 11 december jongstleden heeft de Tweede Kamer de motie-De Wit
(31 200 XI, nr. 71) over de Navo-binnenvliegregeling aangenomen.
Naar aanleiding hiervan kan ik u als volgt informeren.
In brieven van 7 februari 2007 (Kamerstuk 30 800 X/30 800
XI, nr. 65) en 10 december 2007 (Kamerstuk 31 200 XI, nr. 74)
is uiteengezet dat een eenzijdig door Nederland opgelegde beperking van het
vliegen met AWACS-vliegtuigen verstrekkende repercussies zal hebben voor de
opleiding, training en inzet van de Nederlandse krijgsmacht en afbreuk zal
doen aan de bescherming van het Europese grondgebied door AWACS-vliegtuigen
tegen de terreurdreiging vanuit de lucht.
Het kabinet neemt de geluidsoverlast die de omgeving van de Navo-vliegbasis
Geilenkirchen ondervindt zeer serieus. In goed overleg met de Navo zijn de
afgelopen jaren uiteenlopende initiatieven genomen om de geluidsoverlast zoveel
mogelijk te verminderen. Zo zijn dankzij de Nederlandse inzet forse reducties
bewerkstelligd in het aantal vliegbewegingen van AWACS-vliegtuigen vanaf de
vliegbasis Geilenkirchen. Bijna 70 procent van de vliegbewegingen van de Navo
AWACS-component wordt uitgevoerd vanaf andere vliegbases dan Geilenkirchen.
In de brief van de minister van VROM van 16 november 2007 (31 200
XI, nr. 66) bent u geïnformeerd dat er een kabinetsbrede aanpak
komt, gericht op het uitoefenen van druk op de Navo om de geluidsoverlast
structureel en naar tevredenheid op te lossen.
Afgesproken is dat de Tweede Kamer in maart 2008 wordt geïnformeerd
over de voortgang van deze kabinetsbrede aanpak, mede naar aanleiding van
overleg binnen de Navo, inclusief de businesscase
over vervanging van de motoren van de AWACS-vliegtuigen. Ik zal de Kamer met
inachtneming van de motie-De Wit daarbij ook informeren over de mogelijkheden
en consequenties van het stellen van voorwaarden aan de vliegbewegingen
van de vliegbasis Geilenkirchen op grond van de Navo-binnenvliegregeling.
Deze benadering biedt de benodigde ruimte voor de kabinetsbrede aanpak
en loopt niet vooruit op de mogelijkheid van een beoordeling op basis van
de informatie die in maart 2008 aan de Tweede Kamer wordt gepresenteerd.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop