31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 74
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2007

Op 6 december jl. heeft het VAO AWACS/Navo-vliegbasis Geilenkirchen plaatsgevonden. Door het lid De Wit (SP) is een motie ingediend met als strekking voorwaarden te stellen aan het vliegen met AWACS-vliegtuigen boven Nederlands grondgebied, als in maart 2008 geen Navo-besluit is genomen over het vervangen van de motoren van de AWACS-vliegtuigen (kamerstuk 31 200 XI, nr. 71).

Tussen Navo-bondgenoten bestaan afspraken over het wederzijdse gebruik van elkaars luchtruim. In Nederland zijn deze afspraken vastgelegd in de zogenoemde Navo-binnenvliegregeling. Deze regeling is gebaseerd op het wederkerigheidsbeginsel. Een eenzijdige beperking door Nederland op het vliegen met AWACS-vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim is in strijd met dit beginsel. Het leidt ook tot het risico dat Nederlandse militaire vliegtuigen op basis van wederkerigheid worden geweigerd in het luchtruim van Navo-bondgenoten. Dit leidt tot ernstige beperkingen voor het opleiden, trainen en inzetten van de Nederlandse krijgsmacht.

Het beperken van de AWACS-vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim kan de AWACS-component ernstig hinderen en het geïntegreerde Navo-luchtverdedigingssysteem voor een belangrijk deel onthouden van zijn vroegtijdige waarschuwingscapaciteit. Het wegvallen van deze schakel heeft een groot nadelig effect op de bescherming van het Europese grondgebied tegen de terreurdreiging vanuit de lucht. Ook de luchtverdediging van Navo-troepen in missiegebieden wordt hierdoor ernstig bemoeilijkt. Het is niet te verwachten dat de Navo-bondgenoten deze serieuze aantasting van hun veiligheid zonder repercussies zullen aanvaarden.

Het dreigen met AWACS vliegbeperkingen boven Nederland zal naar verwachting averechts uitwerken op de bereidheid van Navo-lidstaten om mee te werken aan de vervanging van de motoren van de AWACS-vliegtuigen. Het kabinet tracht met een brede aanpak, vooral langs diplomatieke weg, het draagvlak hiervoor te vergroten. Dit biedt op termijn meer zicht op een positief besluit.

Ik ben er van overtuigd dat – zelfs als de motie wordt aangenomen – dit niet leidt tot een werkbare situatie. Het aannemen van deze motie wordt derhalve door staatssecretaris Van der Knaap en mij sterk ontraden.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven