31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 141
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 28 augustus 2008

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 25 juni 2008 overleg gevoerd met minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:

– de brief van de minister van VROM d.d. 23 juni 2008 over de stand van zaken bij de uitvoering van toezeggingen en moties (31 200-XI, nr. 132).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Vermeij (PvdA) heeft er veel waardering voor dat medewerkers van de minister in nauwe samenwerking met de griffie van de Tweede Kamer de enorme lijst van toezeggingen en moties hebben teruggebracht tot een overzichtelijk geheel.

Zij is er in verband met motie nr. 70 (31 200-XI) benieuwd naar of de regering inderdaad zal besluiten om een integrale structuurvisie op de Randstad op te stellen. Verder vraagt zij zich af of het resultaat van de twee onderzoeken naar aanleiding van de motie over de ruimtelijke-investeringsagenda dat de Kamer in augustus zal bereiken, nog wel betrokken zal kunnen worden bij de begrotingsbehandeling. De toezegging dat er in de gezamenlijke uitvoeringsagenda voor de benodigde aanpassingen in verband met de klimaatveranderingen extra aandacht zal worden besteed aan nieuwbouw in laaggelegen gebieden, vindt mevrouw Vermeij te vrijblijvend; zij pleit voor echte maatregelen.

Naar aanleiding van de motie over het beleid voor het bewonen van recreatiewoningen vraagt zij zich af of de provincie Gelderland inderdaad vóór 1 juli aanstaande een besluit over de voortzetting van haar beleid op dit punt zal nemen.

Mevrouw Vermeij vindt het jammer dat het waarschijnlijk een jaar zal duren voordat het actiepunt fiets in het programma Schoon & Zuinig zal worden opgenomen. Ook de uitvoering van de motie over dienstreizen duurt naar haar mening te lang.

Ook mevrouw Neppérus (VVD) is er blij mee dat de Kamer nu kan beschikken over een enigszins hanteerbare lijst van openstaande toezeggingen en moties. Zij vindt het belangrijk om deze lijst nu verder steeds goed bij te houden.

Mevrouw Neppérus zou graag wat concreter geïnformeerd worden over het verloop van de uitvoering van de motie over de uitvoering van de Nota Ruimte en zij wil de structuurvisie op de Randstad er beter bij betrekken. Zij sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Vermeij over het beleid voor recreatiewoningen.

Verder overweegt mevrouw Neppérus om een motie in te dienen over een invoerplafond voor brandbaar afval als de besprekingen met het bedrijfsleven hierover niet wat vlotter gaan verlopen.

Ten slotte hoopt zij dat de toezeggingen over klimaatbeleid onder de nrs. 1523 en volgende op tijd gestand zullen worden gedaan, omdat de toegezegde brieven van belang zijn voor de verdere besluitvorming op dit punt.

De heer Duyvendak (GroenLinks) sluit zich aan bij de woorden van waardering van mevrouw Vermeij voor het opschonen van de lijst van openstaande toezeggingen en moties.

Verder vraagt hij zich af waarom de Kamer de toegezegde brief over een Google Earth-achtige aanpak bij de monitoring van de gevolgen van ontbossing niet voor dit algemeen overleg gekregen heeft.

De minister antwoordt dat zij meende dat er na overleg de voorkeur aan was gegeven dat zij deze kwestie nog even in dit overleg zou toelichten. Het bedoelde systeem is slechts een onderdeel van de monitoring die nodig is om de emissies als gevolg van ontbossing in kaart te brengen. Een door Nederland opgezet systeem zou bovendien niet aanvaard worden als basis voor de handhaving van internationale verdragen op het gebied van natuur en milieu. Omdat de minister deze monitoring wel belangrijk vindt, heeft zij het NIVR gevraagd om te bewerkstelligen dat het door SarVision ontwikkelde systeem internationaal erkend zal worden. In 2009 zal bekend zijn hoeveel geld er nodig zal zijn voor de verdere ontwikkeling ervan. Er wordt een grootschalige demonstratie van het systeem voorbereid, opdat er bij de conferentie in Kopenhagen kaarten beschikbaar zullen zijn.

De heer Duyvendak (GroenLinks) zou hier liever toch een brief over hebben gehad, maar het gaat hem erom dat er in ieder geval kaarten beschikbaar komen die goed bruikbaar zijn om de effecten van ontbossing te monitoren.

Verder wijst hij erop dat de Kamer er bij haar werk hinder van ondervindt dat het kabinetsstandpunt over non-tradeconcerns zo lang uitblijft.

De heer Duyvendak dringt erop aan, de toegezegde informatie in verband met Schoon & Zuinig tijdig voor de begrotingsbehandeling als pakket aan de Kamer te doen toekomen. Daarnaast vraagt hij de minister, bij de presentatie van dit programma ook in te gaan op afspraken met de energiesector die hiermee verband houden.

Ten slotte vraagt de heer Duyvendak zich net als mevrouw Vermeij af waarom de uitvoering van de motie over dienstreizen zo lang duurt.

De heer Poppe (SP) legt er de nadruk op dat er eigenlijk helemaal geen lijst met openstaande toezeggingen en moties nodig zou moeten zijn, omdat toezeggingen gewoon nagekomen en moties uitgevoerd behoren te worden, tijdig en zorgvuldig. Hij vindt het overigens ook niet zorgvuldig dat er bij een antwoord op schriftelijke vragen nog een aantekening stond dat er een passage geschrapt diende te worden omdat die zou kunnen leiden tot nieuwe en mogelijk lastig te beantwoorden vragen. Wil de minister toezeggen, schriftelijke vragen voortaan op tijd en volledig te beantwoorden? Omdat de heer Poppe niets meer heeft vernomen over de uitvoering van zijn motie over met name de transportfase bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en omdat hij ook nog graag de door de minister toegezegde schriftelijke reactie op het SP-rapport «Help asbest het dak af» zou ontvangen, lijkt het hem goed om de regel af te spreken dat een minister binnen zes weken in een brief aangeeft hoe een motie wordt uitgevoerd of hoe een toezegging wordt nagekomen.

De voorzitter geeft aan dat de commissie wat dit betreft in het algemeen zelf al wat meer de vinger aan de pols wil houden, zodat nieuwe regels niet nodig zijn.

Ook de heer Van Heugten (CDA) is blij met de opgeschoonde lijst.

In verband met de uitvoering van de motie-Vietsch over een vrijstelling voor schutterijen wil hij graag weten wanneer de tweede tranche van het Activiteitenbesluit gereed zal zijn. Wordt hierop overigens geanticipeerd bij vergunningverlening en handhaving, opdat schutterijen tot dat moment niet belemmerd worden bij hun activiteiten?

Verder mist de heer Van Heugten op de lijst informatie over de motie-Vietsch over het verlagen van de afvalstoffenheffing als gevolg van het verpakkingenconvenant. Wat is de stand van zaken hierbij?

De minister geeft naar aanleiding van de toezeggingen onder de nrs. 888, 865 en 866 aan dat de Kamer in september 2008 geïnformeerd zal worden over de externe veiligheid in relatie tot buisleidingen. Zal zij dan een eindvoorstel aan de Kamer voorleggen en heeft zij een deadline aangegeven voor het overleg onder leiding van de heer Alders? In verband met het streven naar vermindering van de administratieve lasten dringt de heer Van Heugten erop aan dat de onder nr. 1407 toegezegde notitie de Kamer echt in september zal bereiken.

Ten slotte wil de heer Van Heugten vóór de evaluatie van REACH na drie jaar nog een tussentijdse rapportage.

Antwoord van de minister

De minister dankt de leden van de commissie voor hun woorden van waardering voor de opgeschoonde lijst. Zij vindt deze exercitie zo nuttig dat deze elk halfjaar herhaald zal worden.

In de visie op de Randstad in 2040 zal de koppeling met de woningbouwlocaties nog niet zo ver uitgewerkt worden, maar in de uitvoeringsagenda zullen alle aspecten, ook de verstedelijkingsopgave, verder gespecificeerd worden. Vanwege het naijlingseffect zal het resultaat van de twee onderzoeken in dit verband pas in de begroting voor 2010 tot uitdrukking komen. De minister bevestigt dat het voor de hand ligt om er een structuurvisie van te maken, maar dit moet nog in het kabinet besproken worden. Zij is samen met haar collega Vogelaar hard aan het werk om de financiering te regelen voor de woningbouwopgave in de periode 2010–2020. In december 2008 krijgt de Kamer de uitvoeringsagenda voor de visie op de Randstad, met bijzondere aandacht voor bouwen in laaggelegen gebieden, waarbij de regering rekening zal houden met het advies op dit punt dat de commissie-Veerman nog zal uitbrengen.

De minister zal proberen om de Kamer nog voor het zomerreces nader te berichten over het beleid van de provincie Gelderland voor het bewonen van recreatiewoningen.

Zij erkent dat het wat lang duurt om het actiepunt fiets in het programma Schoon & Zuinig op te nemen. Dit komt voor een deel doordat het betrokken wordt bij het sectorakkoord verkeer en vervoer. In het najaar zal dit actiepunt in ieder geval in het programma zijn opgenomen. Overigens bevat ook het klimaatakkoord dat zij met de gemeenten gesloten heeft, vele plannen om het fietsen in de stad te bevorderen.

De regering wil de maatregelen op het gebied van duurzaam inkopen om praktische redenen als een pakket bespreken. Daarom zullen de criteria voor dienstreizen pas in het najaar aan de Kamer voorgelegd worden, maar deze kwestie is eigenlijk al geregeld.

Verder geeft de minister aan dat de regering vasthoudt aan haar beleid voor de invoer van brandbaar afval.

In juli zal er een Informele Raad over het klimaatbeleid gehouden worden en in oktober zal er in de Europese Raad een compleet pakket van maatregelen op het gebied van klimaat en energie besproken worden. De Kamer kan hierop ingaan bij het bespreken van de geannoteerde agenda voor die vergadering.

De minister zegt toe, de Kamer twee keer per jaar in een brief te zullen informeren over de voortgang van de uitvoering van de Nota Ruimte en de financiering daarvan. Daarmee zal de Kamer steeds op de hoogte zijn van het resultaat van de besluitvorming over de onderdelen daarvan in de ministerraad.

Verder zegt de minister in aanvulling op haar toelichting op het systeem van SarVision toe, de Kamer uiterlijk aanstaande dinsdag te zullen informeren over de financiering van het project in Indonesië om de bedoelde kaarten te vervaardigen.

Staatssecretaris Heemskerk heeft als coördinator voor het beleid inzake non-tradeconcerns tegenover de minister bevestigd dat er in september een stuk over dit onderwerp gereed zal zijn. Het internationale overleg hierover is lastig en het verloopt traag.

De minister heeft aangegeven dat de Kamer in november 2008 een brief over Schoon & Zuinig zal kunnen krijgen, omdat dan alle sectorakkoorden gesloten zullen zijn en omdat er dan ook precies berekend kan worden, welke bijdrage elke sector jaarlijks kan leveren. Zij zal haar best doen om alle informatie hierover tijdig voor de begrotingsbehandeling aan de Kamer te leveren. Het convenant dat in verband met Schoon & Zuinig met de energiesector zal worden gesloten, zal uiterlijk half juli gereed zijn; daarin zal aandacht worden besteed aan de kolencentrales.

In reactie op de opmerking van de heer Poppe over het schrappen van een passage uit antwoorden op schriftelijke vragen geeft de minister aan dat het hierbij ging om een advies van de Gezondheidsraad over asbest in scholen dat in november 2008 zal verschijnen. Er is zeker geen relevante informatie achtergehouden, maar de minister is het wel met de heer Poppe eens dat de communicatie hierbij niet zorgvuldig genoeg was. De minister zal zo snel mogelijk schriftelijk reageren op het SP-rapport «Help asbest het dak af».

Naar aanleiding van de motie over de transportfase bij maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft de minister tegenover het Global Reporting Initiative (GRI) aangegeven dat zij het er niet mee eens is dat dit al in de richtlijn opgenomen zou zijn. GRI zal in het najaar een bijeenkomst organiseren om te bekijken, hoe de transportfase goed tot uitdrukking kan worden gebracht in de rapportages.

Het Activiteitenbesluit zal op 1 januari 2010 van kracht worden. De uitzondering voor schutterijen zal binnenkort in een brief vastgelegd worden, met de bepaling dat deze onder het fanfareregime zullen vallen; in de tussentijd zal men bij de handhaving en bij het verlenen van vergunningen naar de geest van de motie hierover moeten handelen. De minister zal nagaan of er hiermee geen misverstanden over de interpretatie van de motie op dit punt meer bestaan.

Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het verlagen van de afvalstoffenheffing als gevolg van het verpakkingenconvenant. De minister zal controleren of deze afspraken ook worden nagekomen zodra het convenant in werking is getreden.

Vanwege de nog lopende onderhandelingen over de maatregelen in verband met de veiligheid van buisleidingen kan de minister hierover pas in september 2008 uitsluitsel geven. Als de onderhandelingen in september nog niet afgerond zijn, zal zij zich er persoonlijk voor inspannen om deze zaak zo snel mogelijk te regelen.

De minister bevestigt dat de onder nr. 1407 toegezegde notitie de Kamer in september zal bereiken.

In het najaar zal de minister in een tussentijdse rapportage aandacht besteden aan de voortgang van de implementatie van REACH en de Kamer inzicht geven in de kosten van de uitvoering van deze regelgeving.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Neppérus (VVD) is in het kader van de besluiten over de uitvoering van de Nota Ruimte benieuwd naar de stand van zaken bij de besluitvorming over het Trekvliettracé in Den Haag.

De heer Poppe (SP) wil nog graag weten hoe de minister de motie over bioplastics zal gaan uitvoeren.

Naar aanleiding van de reactie van de minister op zijn opmerking over een weggelaten passage vraagt de heer Poppe zich af of de regering adviezen van de Gezondheidsraad al in concept krijgt voordat ze verschijnen.

De minister geeft aan dat minister Eurlings zich met het Trekvliettracé bezighoudt, zodat zij er niet veel over kan zeggen.

Verder zegt zij toe, in het algemeen overleg van morgen terug te zullen komen op de motie over bioplastics.

Ten slotte geeft de minister aan dat het niet om een echt advies van de Gezondheidsraad ging.

Toezeggingen

– De evaluatie van de voortgang van de implementatie van REACH zal in november naar de Kamer worden gestuurd.

– De minister zal de Kamer informeren over de uitvoering van de motie-Vietsch over de schutterijen.

– De Kamer zal twee keer per jaar geïnformeerd worden over de voortgang en de stand van zaken bij de uitvoering van de moties en toezeggingen.

– De minister zal de Kamer voor de behandeling van de VROM-begroting 2009 informeren over de voortgangsrapportage, nadere afspraken en sectorconvenanten in het kader van Schoon & Zuinig.

– De Kamer wordt uiterlijk 1 juli aanstaande geïnformeerd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de toezegging van staatssecretaris Van Geel om te bezien of het wenselijk en realiseerbaar is, de totstandkoming van een Google Earth-achtig systeem te stimuleren.

– De minister zal de Kamer na besluitvorming in de ministerraad afzonderlijk informeren over de afronding van projecten/trajecten in het kader van het Nota Ruimte.

– Verder zal zij de Kamer twee keer per jaar informeren over de voortgang bij het budget voor de uitvoering van de Nota Ruimte.

– Ten slotte zal de Kamer voor het zomerreces geïnformeerd worden over het beleid van de provincie Gelderland inzake de bewoning van recreatiewoningen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu,

Koopmans

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Duyvendak (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), Kamp (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).

Naar boven