31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2008

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer verzocht mij op 8 augustus jl. om de Kamer te informeren hoe mijn besluit van 16 juni 2008 tot intrekken van de NIMBY-procedure Onderbanken zich verhoudt tot de uitspraak van de Raad van State van 1 augustus jl. Voorts verzoekt de griffier mij om de Kamer te informeren op welke wijze ik gevolg geef aan de uitspraak van de Raad van State.

In deze brief beantwoord ik beide verzoeken.

In mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 16 juni jl. (Kamerstuk 31 200 XI, nr. 129) heb ik de Kamer, mede namens de staatssecretaris van Defensie, geïnformeerd over de binnen het kabinet gemaakte afweging ter zake van de kwestie Awacs/Onderbanken. Daarin is uiteengezet dat tegen de achtergrond van het standpunt van burgemeester en wethouders van Onderbanken, zoals verwoord in hun brief van 2 juni, en het per 1 juli jl. in werking getreden instrumentarium van de nieuwe Wro het kabinetsberaad geleid heeft tot het besluit de NIMBY-procedure te stoppen.

Bij brief van dezelfde datum heb ik de staatssecretaris van Defensie medegedeeld dat ik het besluit van mijn voorgangster van 3 augustus 2005 kenmerk 2005170682 (het NIMBY-besluit) intrek. Het intrekkingsbesluit is genomen ervan uitgaande dat dit bijdraagt aan het herstel van vertrouwen en dat er met de regio goede en dus bindende afspraken over het beheer en onderhoud van het bosgebied te maken zijn.

Dit betekent dat vanaf 16 juni jl. het NIMBY-besluit geen rechtskracht meer heeft en dat geen verdere uitvoering meer zal worden gegeven aan het NIMBY-besluit. Daarmee was echter nog niet naar het verleden toe een oordeel gegeven over de merites van het besluit van 3 augustus 2005.

Op de bezwaren tegen het Nimby-besluit is door mijn voorgangster beslist op 20 maart 2006. Dit besluit op bezwaar is bij uitspraak van 18 juli 2007, zaaknr. 200603057/1, door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) vernietigd, Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet na een vernietiging opnieuw op de bezwaren worden beslist.

De uitspraak van de Afdeling van 1 augustus die is gedaan naar aanleiding van beroepen van de gemeente Onderbanken en van de Vereniging Stop Awacs, houdt in dat ik uiterlijk 29 augustus moet besluiten op de bezwaren die zijn ingebracht tegen het (NIMBY-)besluit van 3 augustus 2005. Op de uitkomst van deze procedure kan ik niet vooruitlopen.

De Afdeling had in de uitspraak van 18 juli 2007 geoordeeld dat voor een zorgvuldige afweging van belangen nader onderzoek nodig was naar gezondheidsaspecten en een aantal milieuaspecten. Deze onderzoeken zijn afgerond en de rapporten zijn ten behoeve van een hoorzitting op 19 augustus a.s. aan alle bezwaarmakers toegestuurd. In die hoorzitting worden zij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven op de onderzoeken. U treft hierbij de onderzoeksrapporten aan1. Voor de goede orde wijs ik er op dat de onderzoeken zijn uitgevoerd in het kader van de beslissing op bezwaar die ik op basis van de hoorzitting en op basis van al het voorliggend materiaal zal nemen. Ik zal u op de hoogte brengen van mijn beslissing.

Volledigheidshalve stuur ik u met deze brief het rapport «Belevingsonderzoek Vliegbasis Geilenkirchen». Dit is een eerder uitgevoerd onderzoek. Het rapport is de definitieve versie van een concept dat u reeds ontving per brief van 13 mei jl. (Kamerstuk 31 200 XI, nr. 112).

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven