nr. 77
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2007
Mede namens de minister van Defensie informeer ik u hierbij over de uitvoering
van de motie-Van Velzen/Knops (Kamerstuk 31 200 X, nr. 33, gewijzigd)
die door de Kamer is aangenomen op 4 december jongstleden. De motie had
betrekking op de Nederlandse stem tijdens de plenaire zitting van de Algemene
Vergadering van de VN (AVVN) op woensdag 5 december jl. inzake de resolutie
over het gebruik van verarmd uranium in munitie.
Zoals door de minister van Defensie aan de Kamer toegelicht op 27 november
jl. heeft Nederland in de Eerste Commissie tegen deze resolutie gestemd omdat
de resolutie stelde dat verarmd uranium «potential harmful effects»
heeft. Dit betekent «de potentie in zich hebbend». Tot op heden
is echter, ook door de WHO, geen causaal verband vastgesteld tussen blootstelling
aan verarmd uranium en gezondheidsklachten.
De op dinsdag 4 december jl. aanvaarde motie-Van Velzen/Knops roept
de regering op de indieners van deze resolutie te verzoeken de formulering «potential»
in de tekst van de resolutie te veranderen in «possible» en vervolgens
vóór de resolutie te stemmen. De regering heeft de Kamer op
4 december schriftelijk toegezegd de motie onverwijld te zullen uitvoeren.
Hiertoe is direct na aanvaarding van de motie-Van Velzen/Knops een instructie
uitgegaan naar de Permamente Vertegenwoordiging bij de VN in New York.
Op 4 december heeft de Permanent Vertegenwoordiging conform de instructie
contact opgenomen met de Indonesische Permanente Vertegenwoordiging bij de
VN. Indonesië heeft namens de Niet-gebonden Landen (Non-Aligned Movement,
NAM) de resolutie ingediend. Terugkoppeling van Indonesische kant later diezelfde
middag wees uit dat Indonesië goede nota heeft genomen van het Nederlandse
voorstel. Het bleek dit jaar niet meer haalbaar te zijn de tekst conform het
Nederlandse verzoek nog voorafgaand aan de stemming in de plenaire AVVN aan
te passen, aangezien daarvoor een NAM-bijeenkomst bijeen geroepen zou moeten worden en de NAM-leden vervolgens ook instructie uit de hoofdsteden
zouden moeten vragen. Indonesië heeft toegezegd bij een volgende NAM-vergadering
melding te maken van het Nederlandse voorstel, waarna de NAM het voorstel
volgend jaar in de aanloop naar de nieuwe zitting van de Eerste Commissie
weer in overweging zal nemen.
Aangezien het in deze AVVN niet meer mogelijk is gebleken om de resolutietekst
aan te passen is de originele resolutietekst met de formulering «potential»
ook in de plenaire zitting van de AVVN ter stemming gebracht. Nederland heeft
daarom tegen de resolutie gestemd en daarbij een stemverklaring afgelegd.
In de stemverklaring is uitgelegd dat de reden voor de Nederlandse tegenstem
dit jaar gemotiveerd is door een niet correcte verwijzing naar thans beschikbaar
wetenschappelijk onderzoek.
Niettemin blijft de Nederlandse regering er voorstander van om dit onderwerp
in VN-verband te bespreken. Het standpunt van de Nederlandse regering over
het gebruik van verarmd uranium in munitie is dan ook niet veranderd. Volgend
jaar zal Nederland bij de onderhandelingen over de tekst van een nieuwe resolutie
zich er opnieuw voor inzetten dat de tekst zodanig wordt aangepast dat Nederland
vóór de resolutie kan stemmen.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen