31 200 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008

nr. 95
MOTIE VAN HET LID DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK

Voorgesteld 13 december 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat maar liefst 38,9% van de pabostudenten die zijn ingestroomd uit het mbo de pabo-opleiding niet afmaakt;

constaterende, dat dit voor studenten met een niet-westerse achtergrond, ingestroomd vanuit het mbo, zelfs in 51,7% van de gevallen geldt;

overwegende, dat de redenen voor de hoge uitval zijn: een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal, gebrekkige rekenvaardigheden, en een gebrekkige voorbereiding op de inhoud van de pabo-opleiding en het beroep van leerkracht in het basisonderwijs;

van mening, dat het voor het basisonderwijs van het grootste belang is nu en in de toekomst voldoende leerkrachten van een hoog niveau voor de klas te hebben;

overwegende, dat de instroom vanuit het mbo nodig is om het noodzakelijke aantal leerkrachten te kunnen opleiden;

verzoekt de regering overgangstrajecten in te voeren voor deelnemers in het mbo die hun vervolgopleiding aan de pabo willen volgen, waarbij de deelnemers gedurende een halfjaar worden voorbereid op de reken- en taaltoets en op de inhoud van de pabo-opleiding en het beroep van leerkracht, zodat zij een weloverwogen keuze voor de pabo kunnen maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dezentjé Hamming-Bluemink

Naar boven