31 200 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008

nr. 58
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 november 2007

In het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 200 hoofdstuk VIII, nrs. 1 en 2) wordt de begrotingsstaat als volgt gewijzigd.

(Bedragen x € 1 000)

Art.Omschrijving artikelStand ontwerpbegroting vóór Nota van wijzigingStand ontwerpbegroting na Nota van wijziging 
  Verplich-tingenUitgavenOntvangstenVerplich-tingenUitgavenOntvangsten
 TOTAAL32 312 06032 576 9011 207 84532 505 46032 779 0011 207 845
        
 Beleidsartikelen      
1Primair onderwijs8 698 7388 699 91941 1068 677 1388 678 31941 106
3Voortgezet onderwijs5 989 3296 022 20673 7406 207 7296 228 10673 740
4Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie3 173 9293 189 5363 0003 167 0293 188 3363 000
5Technocentra9 2179 2179 1369 2179 2179 136
6Hoger beroepsonderwijs2 115 6252 085 9816 0172 099 6462 081 9816 017
7Wetenschappelijk onderwijs3 522 0013 482 61121 4663 598 4803 560 61121 466
8Internationaal beleid17 99019 0049917 99019 00499
9Arbeidsmarkt en personeelsbeleid177 707177 7070252 791252 7910
10ICT000  0
11Studiefinanciering3 651 5793 651 579408 1003 651 5793 651 579408 100
12Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten306 359306 3599 500266 359266 3599 500
13Lesgelden6 0166 016185 3006 0166 016185 300
14Cultuur671 788872 72924 304671 788872 72924 304
15Media853 393843 193232 234853 393843 193232 234
16Onderzoek en wetenschappen951 7271 044 108167 475872 727967 108167 475
24Kinderopvang1 983 9561 983 95623 3131 983 9561 983 95623 313
25Emancipatie14 74614 820014 74614 8200
        
 Niet-beleidsartikelen      
17Nominaal en onvoorzien– 4 308– 4 3082 488– 17 392– 17 3922 488
18Ministerie algemeen117 232117 232567117 232117 232567
19Inspecties47 43647 436047 43647 4360
20Adviesraden7 6007 60007 6007 6000

De (sub-)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.

TOELICHTING

Algemeen

In deze Nota van Wijziging wordt de OCW-begroting op een aantal onderdelen bijgesteld. Deze bijstellingen betreffen de volgende onderwerpen:

A) De motie Van Geel c.s.;

B) De uitwerking van het rapport Rinnooy Kan;

C) Uitbreiding Vernieuwingsimpuls;

D) Tenslotte zijn er nog enkele feitelijke verbeteringen die geen gevolgen hebben voor de omvang van de begrotingstotalen.

Hieronder volgt eerst een algemene toelichting per onderwerp, gevolgd door een artikelsgewijze toelichting.

A) De motie van Geel c.s.

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) heeft de Tweede Kamer de motie Van Geel aanvaard (Kamerstukken II 2007/08, 31 200, nr. 16). Voor het terrein van OCW betekent dit dat de schoolboeken in het voortgezet onderwijs met ingang van 2008 gratis worden. Als dekking is een (met de schoolboeken samenhangende) vrijval in de onderwijsenvelop opgenomen en een grotere inzet van de beleidsreserve in 2008 en 2009.

Ten tweede wordt de taakstelling fusieprikkels VO-scholen uit het Coalitieakkoord ongedaan gemaakt. Voor de dekking hiervan wordt verwezen naar de brief van de minister van Financiën d.d. 28 september 2007 (Kamerstukken II 2007/08, 31 200, nr. 41).

B) Uitwerking rapport commissie Rinnooy

Kan Daarnaast is de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan verschenen waarin uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende investeringen. Ten behoeve van de uitvoering (en dekking) hiervan worden middels deze Nota van Wijziging eerst de begrotingsbedragen voor 2008 aangepast. Middelen worden overgeheveld naar artikel 9 Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid. In de eerste suppletoire begroting 2008 zullen de meerjarige bedragen worden aangepast. Vanaf dat moment worden in te zetten middelen ook in tranches overgeboekt van artikel 9 naar de betrokken beleidsartikelen.

Daar waar geen sprake is van herschikking binnen de OCW-begroting zullen de bijdragen (ILO-vergoeding van onderwijssectoren, ILO-vergoeding Rijk en G&G-sector, FES) voor 2008 in de eerste suppletoire begroting worden verwerkt. Voor wat betreft de FES-gelden gelden hier de criteria van de FES-toets. Het restant van de betrokken enveloppemiddelen Balkenende IV wordt eveneens in de eerste suppletoire begroting overgeboekt van de aanvullende post naar de begroting van OCW. Tot slot zullen enkele ingezette kasschuiven (voor een bedrag van € 29 miljoen) zoals gebruikelijk pas bij voorjaarsnota worden geboekt.

Onderstaand overzicht laat zien hoe de investeringen t.b.v. lerarenbeleid gefinancierd worden:

Investeringen2008200920102011201220132014201520162017201820192020
 1734556017057508279089619971 0311 0641 0961 127
              
Dekking2008200920102011201220132014201520162017201820192020
Enveloppemiddelen87204279336336336336336336336336336336
Modernisering BAPO4192838485866758392100100100
ILO-vergoeding onderwijssectoren2669111154209265320376376376376376376
Reeds ingevulde dekking binnen de OCW-begroting536575100100100100100100100100100100
Bij voorjaarsnota in te vullen op de OCW-begroting13131313999999999
ILO-vergoeding sector Rijk en G&G8172533333333333333333333
FES-kennis0303030000000000
Profijtbeginsel HO0102030405060708090100100100
              
Restant op te lossen (+ is een tekort)– 182820– 29– 25– 24– 16– 38– 19– 4– 10– 42– 74
Kasschuif generaal18– 28– 202925241638194104274
Over de jaren   0        0

Het saldo wordt verevend door over de jaren heen intertemporeel te compenseren. De totale dekkingsplaat sluit over de jaren, binnen de kabinetsperiode en daarbuiten, en binnen de Rijksbegroting in enge zin.

Voor een deel van de maatregelen en het dekkingspakket geldt dat deze ingaan na deze kabinetsperiode. Het kabinet maakt over het totale pakket de komende periode afspraken met de onderwijssector. Voor maatregelen na 2011 is in principe dekking voorzien zoals aangegeven, maar de maatregelen en dekking zullen door een nieuw kabinet vanzelfsprekend moeten worden bevestigd.

Toelichting op de posten

Enveloppemiddelen

Het betreft enerzijds enveloppemiddelen uit het Coalitieakkoord Balkenende IV (de middelen voor lerarenbeleid aangevuld met € 37 miljoen structureel uit het onderdeel «kwaliteit in het VO»). Anderzijds wordt een restant van de enveloppemiddelen voor lerarenbeleid uit Balkenende I-III heringezet.

Modernisering ouderenbeleid

Het beleid voor bevordering van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers (de BAPO-regeling) wordt gemoderniseerd. Middelen die hierdoor vrijvallen zullen worden ingezet voor verbetering van het carrièreperspectief van oudere medewerkers.

ILO-vergoeding onderwijssectoren

Het betreft middelen voor de incidentele loonontwikkeling die op de Aanvullende Post van Financiën reeds gereserveerd stonden voor OCW.

Reeds ingevulde dekking binnen de OCW-begroting

Binnen de OCW-begroting wordt dekking gevonden door herprioritering op verschillende posten. Het betreft onder andere de inzet van meevallers als gevolg van lager ziekteverzuim, niet ingezette arbeidsvoorwaardenmiddelen, vrijvallende middelen vanwege de invoering van de nieuwe gewichtenregeling, nog niet ingezette middelen voor arbeidsmarktknelpunten VO, en vrijvallende middelen als gevolg van efficiencymaatregelen bij de kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven.

Bij voorjaarsnota in te vullen op de OCW-begroting

Om de totale investeringen mogelijk te maken zijn nog enkele maatregelen noodzakelijk. De omvang hiervan wordt bij deze Nota van Wijziging als taakstellende onderuitputting op artikel 17 Nominaal en onvoorzien geboekt. Deze taakstellende onderuitputting wordt bij voorjaarsnota 2008 beleidsmatig ingevuld.

ILO-vergoeding sector Rijk en G&G

Het betreft middelen voor de incidentele loonontwikkeling die op de Aanvullende Post van Financiën gereserveerd staan. Bij de vergoeding van loonontwikkeling wordt binnen het referentiemodel een niet-loonsomevenredige verdeling aangehouden ten gunste van het onderwijspersoneel en ten nadele van het personeel in de sector Rijk en de G&G-sector.

FES-kennis

In de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan wordt aangegeven dat innovatie een rol kan spelen bij de oplossing van toekomstige lerarentekorten. Ten behoeve van die innovatie zullen bij de verdeling van de FES-middelen ad € 168 miljoen euro projectvoorstellen worden ingediend van in totaal € 90 miljoen euro. Deze projectvoorstellen zullen in de aanvullende procedure (binnenkort vast te stellen door het kabinet) bij de verdeling van de € 168 miljoen concurreren met andere voorstellen.

Mochten er geen FES-middelen beschikbaar komen dan wordt het beschikbare budget voor de maatregelen € 30 miljoen lager in de jaren 2009, 2010 en 2011 en zal binnen het dan beschikbare budget, in het maatregelenpakket gezocht worden naar substantiële mogelijkheden om innovatie in het onderwijs te stimuleren.

Versterking profijtbeginsel HO

Er komt een verhoging van de collegegelden oplopend met ongeveer € 22 per jaar, gedurende tien jaar. Als flankerende maatregel wordt de leenfaciliteit verbeterd. De verhoging van het collegegeld wordt via de aanvullende beurs gecompenseerd. De netto opbrengsten zullen als dekking worden gebruikt voor het lerarenbeleid.

C) Uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls

In de brief van 20 september 2007 (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VIII, nr. 5) is de Tweede Kamer geïnformeerd over het bestuurlijk akkoord dat is bereikt met de VSNU over de intensivering van het wetenschappelijk onderzoek (de zgn. uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls).

Overeengekomen is dat voor de uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls een bedrag wordt uitgetrokken van € 25 miljoen in 2008 en structureel € 100 miljoen per jaar vanaf 2009. Deze versterking van het onderzoek zal worden gerealiseerd door overheveling van middelen uit de 1e geldstroom van het wetenschappelijk onderzoek en uit de extra middelen die voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek beschikbaar zijn gekomen uit de enveloppe van het Coalitieakkoord (brief aan de Tweede Kamer, vergaderjaar 2007/08, 31 200 VIII, nr. 21). De concrete aanpassingen van de begroting zijn opgenomen bij de artikelsgewijze toelichting.

D) Tenslotte zijn er nog enkele feitelijke verbeteringen die geen gevolgen hebben voor de omvang van de begrotingstotalen

1. de ontvangststanden voor 2007 en 2008;

Totaalstand ontvangsten 2007: 1 519 975 moet worden 1 520 375, p. 259.

Totaalstand ontvangsten 2008: 1 207 345 moet worden 1 207 845, p. 259.

2. In tabel 14.2 Budgettaire gevolgen van beleid (p. 147), bij de eerste doelstelling de post cultuurproducerende instellingen:

In het jaar 2009 moet het bedrag 295 975 zijn in plaats van 285 975.

In de jaren 2010 en 2011 moet het bedrag 295 055 zijn in plaats van 285 055.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Primair onderwijs

Dit artikel wordt verlaagd met € 21,6 miljoen, bestaande uit:

• € 1,6 miljoen in verband met de modernisering van de BAPO;

• € 8 miljoen in verband met een verwacht lager ziekteverzuim (en derhalve verlaging van de opslag VF);

• € 12 miljoen aan kasschuiven in verband met restant arbeidsvoorwaardenmiddelen.

Deze middelen worden overgeboekt naar artikel 9 en zullen worden ingezet voor de investeringen in het kader van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan.

Artikel 3: Voortgezet onderwijs

Dit artikel wordt in totaal verhoogd met € 205,9 miljoen. De mutatie bestaat uit € 242,1 miljoen verhoging, te weten:

• € 174,1 miljoen voor de invoering van gratis schoolboeken (motie Van Geel) met ingang van 2008 (dit is inclusief de invoeringskosten);

• € 40 miljoen voor gratis lesmateriaal voortgezet onderwijs;

• € 28 miljoen in 2008 (€ 84 miljoen vanaf 2009) (motie Van Geel) waarmee de taakstelling fusieprikkels VO uit het Coalitieakkoord wordt teruggedraaid.

Daarnaast wordt het artikel met € 36,2 miljoen verlaagd, dit bestaat uit:

• € 2 miljoen enveloppemiddelen kwaliteit VO;

• € 1,2 miljoen in verband met de modernisering van de BAPO;

• € 33 miljoen aan bijdragen i.v.m. het Plan van Aanpak Rinnooy Kan.

De € 33 miljoen bestaat uit:

• € 3,1 miljoen die zijn overgebleven na vereenvoudiging van het bekostigingssysteem materieel;

• € 4 miljoen inzet van het aanvullend schoolbudget;

• € 8,9 miljoen inzet van de middelen voor arbeidsmarktknelpunten;

• € 17 miljoen aan kasschuiven i.v.m. innovatiebox vmbo en middelen voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

Deze middelen worden overgeboekt naar artikel 9 en zullen worden ingezet voor de investeringen in het kader van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan.

Artikel 4: Beroeps- en volwasseneneducatie

Dit artikel wordt verlaagd met € 1,2 miljoen in verband met de modernisering van de BAPO. De middelen worden overgeboekt naar artikel 9 en dienen ter dekking van de investeringen in het kader van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan.

Artikel 6: Hoger beroepsonderwijs

Artikel 6 wordt in totaal verlaagd met € 4 miljoen.

In totaal € 1 miljoen van de verlaging wordt toegepast op de € 5 miljoen die vanaf 2008 voor het gehele hoger onderwijs beschikbaar is gekomen uit de enveloppe van het Coalitieakkoord voor het verhogen van het studierendement van niet-westerse allochtone studenten aan HO-instellingen in de Randstad.

De € 1 miljoen wordt toegevoegd aan artikel 16 voor de dekking van de uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls.

Verder worden € 3 miljoen aan enveloppemiddelen overgeboekt naar artikel 9 t.b.v. de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan.

Artikel 7: Wetenschappelijk onderwijs

Artikel 7 wordt verhoogd met een bedrag van € 78 miljoen. Met deze verhoging wordt de dekking van de uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls ten laste van artikel 7 teruggebracht van € 100 miljoen naar € 22 miljoen. De € 22 miljoen wordt als volgt gedekt:

uit de enveloppe van het Coalitieakkoord€ 10 miljoen
Minder uitval en kwaliteitsimpuls’€  2 miljoen
Alfa/gamma-onderzoek€  7 miljoen
Graduate schools€  1 miljoen
uit de reguliere bekostiging (lumpsum)€ 12 miljoen

Artikel 16 wordt met € 78 miljoen verlaagd.

Artikel 9: Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Dit artikel wordt verhoogd met € 75,1 miljoen. De middelen worden overgeheveld uit andere artikelen naar artikel 9 en dienen ter dekking van de investeringen als gevolg van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan. Artikel 9 zal als verdeelartikel voor deze middelen fungeren. Bij de eerste suppletoire begroting zullen middelen worden overgeboekt naar de betreffende beleidsartikelen.

Artikel 12: WTOS

Artikel 12 wordt verlaagd met € 40 miljoen. De middelen worden overgeheveld naar artikel 3 ten behoeve voor gratis lesmateriaal voortgezet onderwijs.

Artikel 16: Onderzoek en wetenschappen

Artikel 16 wordt verlaagd met € 77 miljoen. Deze € 77 miljoen is de tegenboeking van de mutatie van + € 78 miljoen op artikel 7en – € 1 miljoen op artikel 6.

Met de verlaging van € 77 miljoen wordt de € 100 miljoen voor de voorgenomen dekking van de uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls ten laste van de middelen van het wetenschappelijk onderwijs teruggebracht naar € 23 miljoen (€ 22 miljoen uit artikel 7 en € 1 miljoen uit artikel 6). Om het budget voor de uitbreiding van de Vernieuwingsimpuls op het overeengekomen niveau van € 25 miljoen te brengen, wordt € 2 miljoen toegevoegd uit de enveloppe van het Coalitieakkoord voor«grootschalige research infrastructuur». Omdat deze € 2 miljoen al deel uit maakt van artikel 16 wijzigt het totaal van dit artikel niet.

Artikel 17: Nominaal en onvoorzien

Op dit artikel wordt een taakstellende onderuitputting € 13,1 miljoen geboekt ten behoeve van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Rinnooy Kan. Deze wordt bij voorjaarsnota 2008 beleidsmatig ingevuld.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven