31 200 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008

nr. 130
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 december 2007

Zoals aangekondigd in mijn antwoorden op vragen van het lid Gesthuizen, heb ik op 20 december jl. een bestuurlijk overleg met de VNG gehouden over het toezicht en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 474). Hierbij informeer ik u, zoals toegezegd in het Algemeen Overleg van 5 december jl. over de Voorzieningen kinderen 0–4 jaar, over de resultaten van dit bestuurlijke overleg.

De kinderopvang is voluit in beweging. Vanzelfsprekend heeft dit gevolgen voor het toezicht en handhaving in de kinderopvang. Zo is door de zeer sterke groei van de kinderopvang het aantal nieuwe locaties dat door de GGD geïnspecteerd moet worden sterk toegenomen. Dit leidt ertoe dat de GGD’en, een gebrek aan capaciteit hebben voor reguliere (vervolg) inspecties, omdat zij voorrang moeten geven aan de controle op de uitbreiding van de opvang.

Daarnaast laat ook de gastouderopvang een sterke groei zien. Er zijn signalen (onder meer van GGD-inspecteurs) dat de groei negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit. Gastouderbureaus die zich beperken tot (minder dan) een minimale invulling van hun wettelijke taak zijn hier de oorzaak van. Zoals ik in mijn brief over gastouderopvang van 22 november jl. aangaf, is met de komst van deze gastouderbureau het toezicht op de opvang en de ondersteuning van gastouders onder druk te staan (Kamerstukken II, 2007–08, 28 447, nr. 151). Ik heb de convenantpartijen in de kinderopvangsector verzocht de eisen ten aanzien van de gastouderbureaus te herbezien. De convenantpartijen ronden hun activiteiten op dit punt binnenkort af. Ook deze ontwikkeling heeft consequenties voor onder meer de frequentie en inhoud van het toezicht van de GGD.

Vanwege zowel de uitbreiding van het aantal locaties in de opvang en het intensiveren van het toezicht op de gastouderopvang heb ik het verzoek van de VNG gehonoreerd om het budget voor gemeenten voor de toezicht en handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang met ingang van 2008 structureel met 3 miljoen euro per jaar te verhogen.

Om het toezicht en de handhaving van de kwaliteit in de kinderopvang te versterken is begin 2006 voor twee jaar subsidie gegeven aan twee projecten van de VNG en GGD Nederland. Daarmee krijgen gemeenten die dat nodig hebben gericht ondersteuning en wordt de inspectie door de GGD verder verbeterd en gestroomlijnd. Ik zal ook de komende twee jaar deze twee projecten van VNG en GGD Nederland ter versterking van het toezicht met subsidie ondersteunen. Met de verlenging van deze projecten wordt de kwaliteit van toezicht en handhaving verder verbeterd, krijgen de gemeenten die dat nodig hebben gericht ondersteuning en wordt de inspectie door de GGD verder verbeterd en gestroomlijnd. Hiermee is in totaal een bedrag gemoeid van ongeveer 3 miljoen euro over de jaren 2008 en 2009.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

Naar boven