31 200 V
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008

nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2008

Tijdens het algemeen overleg over China, dat ik op 11 juni 2008 in aanwezigheid van de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heb gevoerd, heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de appreciatie van de Chinese defensie en over de mogelijkheden van arbitrage tussen China en UNHCR inzake Noord-Koreaanse vluchtelingen. Ook heb ik toegezegd een overzicht te sturen van de beoogde aanwezigheid van andere EU-lidstaten bij de openingsceremonie en andere onderdelen van de Olympische Spelen in Peking. Met deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.

Appreciatie Chinese defensie

De regering heeft geconstateerd dat de Chinese defensie-uitgaven in de afgelopen jaren aanzienlijk zijn gestegen. Een eerste appreciatie hiervan heeft de regering gegeven in de reactie op het AIV-advies «Met het oog op China: op weg naar een volwassen relatie».

Het is duidelijk dat China het zich kan veroorloven om bij een groeiend overheidsbudget ook meer uit te geven aan defensie. China beschikt over verouderde strijdkrachten, die in hoog tempo worden gemoderniseerd. Daartoe is volgens de Chinese autoriteiten de defensiebegroting ten opzichte van vorig jaar met 18% verhoogd, terwijl de Chinese defensie-uitgaven de afgelopen jaren ook al met meer dan 10% per jaar waren gestegen. Deze stijging wordt verdedigd door enerzijds aan te voeren dat de salarissen van militairen stijgen en anderzijds de noodzaak van modernisering van de krijgsmacht te benadrukken. Hoewel de Chinese defensie-opbouw aanzienlijk is en de uitgaven vergelijkbaar worden met die van het VK en Frankrijk, zijn de Chinese uitgaven nog steeds lager dan die van de VS.

Er bestaat geen zekerheid over de doelen die China nastreeft met de modernisering van de strijdkrachten. Over de hoogte van het defensiebudget, de omvang van de strijdkrachten en de samenstelling van de strijdkrachten is weinig betrouwbare informatie beschikbaar. Wel bestaat het algemene gevoel dat China de behoefte heeft om zijn groeiende internationale positie te versterken en zijn groeiende rol in de wereldpolitiek te onderbouwen met moderner materiaal en beter betaald personeel. Ook moet de modernisering van de krijgsmacht worden gezien tegen de achtergrond van ontwikkelingen in de relatie met Taiwan de afgelopen jaren. De Chinese autoriteiten achten naar mijn mening de huidige opbouw van de krijgsmacht noodzakelijk om de Taiwanese autoriteiten ervan te weerhouden (verdere) stappen richting onafhankelijkheid te zetten. Daarnaast heeft China nadrukkelijk de behoefte om de aanvoer van olie en grondstoffen zeker te stellen. Een veilige doorvoer door bijvoorbeeld de Straat van Malakka is daarbij van groot belang. Dat is een van de redenen waarom de Chinese marine versterkt wordt.

Bij de defensieopbouw ontbreekt het aan transparantie over zowel de doelstellingen als de bestedingen. Daar maak ik mij zorgen over. Bij een groeiende rol van China op het wereldtoneel en daarmee een grotere verantwoordelijkheid past een transparanter buitenlands- en defensiebeleid. Grotere transparantie over de militaire doelstellingen en bestedingen zal bijdragen aan vertrouwen vanuit de regio met betrekking tot de rol van China en daarmee bijdragen aan regionale en internationale vrede en stabiliteit. Zo kan worden voorkomen dat deze defensieontwikkeling als een bedreiging wordt gezien.

Tegenover dit gebrek aan transparantie staat een toenemende Chinese betrokkenheid bij VN-vredesmissies, wat ik als een positieve ontwikkeling zie. China poogt hiermee te bewijzen dat het een verantwoordelijke wereldspeler is en geen bedreiging vormt. Eind februari 2008 namen bijna 2000 man Chinese vredestroepen, politiemensen en militaire waarnemers deel aan VN-vredesmissies. Ongeveer een kwart van dat aantal zat in Liberia en bijna een kwart in Soedan.

Arbitrage tussen China en UNHCR

Over het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China worden teruggestuurd naar het land van herkomst heb ik uw Kamer eerder per brief geïnformeerd (30 800 V, nr. 117). De Nederlandse regering is zeer bezorgd over het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China teruggestuurd worden. Nederland heeft China meermalen aangesproken op het principe van non-refoulement. Zo is deze kwestie nogmaals opgebracht tijdens de mensenrechtenconsultaties van november 2007. Het verslag van die consultaties is aan de Kamer gezonden (31 263, nr. 4). Ook tijdens de EU-China mensenrechtendialoog van 15 mei jl. is China wederom gewezen op het principe van non-refoulement. China stelt echter dat Noord-Koreanen geen vluchtelingen zijn in de zin van het Verdrag van Geneve. Derhalve behoren zij in de opvatting van de Chinese autoriteiten niet tot de doelgroep van UNHCR.

Indien UNHCR zou pogen toegang te verkrijgen tot gevluchte Noord-Koreanen door een beroep te doen op de arbitrageclausule, dan zou dat de kwestie politiseren en daarmee zou de relatie met China onder druk komen te staan. Arbitrage is niet de weg die UNHCR zou willen volgen. UNHCR en China voeren overleg over de wijze waarop UNHCR zijn mandaat in China invulling kan geven. In samenspraak met de Chinese autoriteiten is humanitaire bijstand aan kwetsbare groepen mogelijk, waardoor UNHCR in staat is Noord-Koreanen in zekere mate hulp te bieden. Ik ben dan ook van mening dat dit overleg vruchten begint af te werpen. Overigens weet een onbekend aantal zich te vestigen in derde landen zonder tussenkomst van UNHCR.

Meer in het algemeen is de samenwerking tussen UNHCR en China ook verbeterd. UNHCR en China hebben onder andere samen een seminar georganiseerd over wetgeving voor vluchtelingen. China werkt aan wetgeving op dat gebied.

Nederland en de EU zullen dit onderwerp nauwgezet blijven volgen en onder de aandacht van de Chinese autoriteiten blijven brengen.

Aanwezigheid andere EU-lidstaten bij Olympische Spelen

Op basis van de mij beschikbare informatie kom ik tot het bijgevoegde overzicht van de vermoedelijke aanwezigheid van andere EU-lidstaten bij de openingsceremonie en andere onderdelen van de Olympische Spelen. Waar mogelijk heb ik in dit overzicht aangegeven op welke wijze de desbetreffende lidstaat aanwezig was bij (de openingsceremonie van) de Olympische Spelen in Athene.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Inventarisatie van de (vermoedelijke) deelname van andere EU-lidstaten aan de openingsceremonie

België: Prins Filip zal de openingsceremonie van de Olympische Spelen bijwonen. Premier Leterme zal de spelen een week bijwonen op persoonlijke titel. In 2004 waren koning Albert en koningin Paola bij de opening.

Bulgarije: Definitieve besluitvorming is nog niet afgerond. Bulgarije zal op hoog niveau zijn vertegenwoordigd, vergelijkbaar met het niveau van Athene. Daarbij is geen sprake van een politiek besluit om de opening te boycotten of op een lager niveau vertegenwoordigd te zijn. In 2004 was premier Saxe-Coburg-Gotha bij de opening.

Cyprus: Geen informatie beschikbaar.

Denemarken: De Deense regering is voornemens om op regeringsniveau vertegenwoordigd te zijn bij de opening van de Spelen. Kroonprins Frederik is voornemens eveneens de opening bij te wonen. De Deense koningin was aanwezig bij de opening van de Olympische Spelen in Athene.

Duitsland: Bij de opening van de Spelen zal geen bewindspersoon aanwezig zijn, de minister van Binnenlandse Zaken zal wel onderdelen van de Spelen bijwonen en de minister van Defensie zal bij de sluiting aanwezig zijn. In 2004 ontbrak de Duitse bondskanselier eveneens bij de Spelen. Wel was president Kohler toen bij de opening, dit jaar zal hij bij de opening van de Paralympics zijn.

Estland: De minister van Cultuur en Sport zal bij de opening aanwezig zijn, premier Ansip zal onderdelen van de Olympische Spelen als privé-persoon bijwonen.

Finland: Premier Vanhanen zal bij de openingsceremonie aanwezig zijn, president Halonen naar alle waarschijnlijkheid bij de sluiting. Tijdens de Olympische Spelen in Athene was de minister van Sport aanwezig bij de opening van de Olympische Spelen. President Halonen en premier Vanhanen waren destijds niet bij de opening of de sluiting, maar woonden wel een deel van de Spelen bij.

Frankrijk: De Franse president, Sarkozy, heeft twee keer publiekelijk aangegeven dat alle opties open zijn waar het gaat om zijn aanwezigheid bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Peking. Daarnaast zal de staatssecretaris van Sport bij de openingsceremonie zijn. In 2004 was de minister van Buitenlandse Zaken bij de opening.

Griekenland: President Papoulias zal in juni een bezoek aan China brengen en daarom waarschijnlijk niet bij de Olympische Spelen aanwezig zijn. De minister van Sport zal de opening bijwonen. In 2004 was Griekenland gastland.

Hongarije: De minister van Lokaal Bestuur en Sport zal bij de opening aanwezig zijn, premier Gyurcsány mogelijk bij een onderdeel waar Hongarije kans op goud heeft. In 2004 was president Madl bij de opening. Het andere niveau heeft geen politieke achtergrond.

Ierland: De minister van Kunsten, Sport en Toerisme zal de opening bijwonen. Dit niveau is vergelijkbaar met de Spelen in Athene.

Italië: De minister van Sport, Rocco Crimi, zal een deel van de Olympische Spelen bijwonen. De Italiaanse president Ciampi was aanwezig bij de openingsceremonie en enkele wedstrijden in Athene in 2004. Toenmalig (en wederom) premier Berlusconi bezocht de Spelen destijds niet. 2004 was voor het eerst dat een Italiaanse president de Spelen bijwoonde.

Letland: President Zatlers is voornemens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Beijing bij te wonen, terwijl minister Koke van Onderwijs en Wetenschap de slotceremonie zal bijwonen. In 2004 waren de president en de ministerpresident aanwezig bij de openingsceremonie.

Litouwen: Litouwen zal vertegenwoordigd zijn bij de opening van de Olympische Spelen, maar er is nog geen definitief besluit genomen over wie Litouwen zal vertegenwoordigen. In 2004 was premier Brazauskas bij de opening.

Luxemburg: De minister van Sport zal aanwezig zijn, evenals in 2004.

Malta: Er is nog geen besluit genomen. In Athene was Malta niet bij de opening vertegenwoordigd.

Oostenrijk: De staatssecretaris van Sport zal bij de opening aanwezig zijn, daarnaast zal de minister van Defensie bepaalde onderdelen bijwonen. Oostenrijk is niet eerder op het niveau van staatshoofd of premier vertegenwoordigd geweest bij de opening van de Olympische Spelen, met uitzondering van in eigen land gehouden winterspelen.

Polen: De president en de premier zullen bij de opening ontbreken. De minister van Sport zal Polen waarschijnlijk vertegenwoordigen bij de opening. In 2004 was de Poolse president bij de opening van de Olympische Spelen aanwezig. Het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat geen politieke overwegingen ten grondslag liggen aan lagere vertegenwoordiging dan in 2004.

Portugal: Waarschijnlijk zal de minister of de staatssecretaris verantwoordelijk voor Sport de opening bijwonen. Het besluit over het niveau van vertegenwoordiging is al in een vroeg stadium genomen en heeft geen politieke achtergrond. In 2004 woonden president Sampaio en een adjunct minister de opening bij.

Roemenië: President Basescu zal de openingsceremonie in Peking bijwonen.

Slovenië: De minister van Sport zal bij de opening aanwezig zijn. President Turk en premier Jansa hebben nog geen besluit genomen.

Slowakije: De kans is groot dat president Gasparovic de openingsceremonie zal bijwonen, maar een definitief besluit is nog niet genomen. In 2004 woonden de president en de minister van Onderwijs de opening bij.

Spanje: Spanje zal bij de openingsceremonie vertegenwoordigd zijn door de Spaanse kroonprins Felipe en zijn echtgenote prinses Leticia, alsmede door de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Moratinos. In 2004 woonde het Koninklijk Huis en de vice minister van Onderwijs de opening bij.

Tsjechië: Het is niet duidelijk of Tsjechië op politiek niveau bij opening zal zijn. In 2004 was president Klaus bij de opening aanwezig.

Verenigd Koninkrijk: De minister voor Olympische Spelen en Londen zal bij de opening aanwezig zijn, premier Brown bij de sluiting (mede in verband met de ontvangst van de Olympische vlam); Brown besloot reeds in het najaar van 2007 de opening niet bij te wonen. Dat besluit heeft geen politieke achtergrond. In 2004 was premier Blair bij de opening.

Zweden: De minister van Cultuur en Sport zal bij opening aanwezig zijn; het koninklijk paar tijdens de Spelen. Het is niet gebruikelijk dat de Zweedse premier dit soort evenementen bijwoont. In 2004 woonde de minister voor Cultuur en Sport de opening bij. Het koninklijk paar en de vice-premier waren aanwezig bij onderdelen van de Olympische Spelen.

Naar boven