nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2008
Op 17 juni 2008 is de aanbestedingsprocedure gestart voor de tijdelijke
exploitatie luchthaven Twente. Op 8 augustus zijn de biedingen ingediend
en vervolgens beoordeeld. Naar aanleiding van de beoordeling van de biedingen
is er een beslissing genomen, die aan de betrokken partijen is medegedeeld.
In deze brief zal het verloop van de procedure, het resultaat en het door
mij voorziene vervolgtraject worden toegelicht.
Verloop aanbesteding
Op 17 juni 2008 is de openbare aanbestedingsprocedure o.g.v. het
Besluit aanbestedingsregels speciale sectoren (Bass) gestart voor de dienstverleningsopdracht «tijdelijke
exploitatie luchthaven Twente». De procedure is gestart door het plaatsen
van de aanbestedingsdocumenten op de Aanbestedingskalender. In het kader van
deze procedure is geïnteresseerden onder meer de mogelijkheid geboden
een rondleiding op de luchthaven te krijgen en om nadere inlichtingen te vragen.
Op 8 augustus zijn de biedingen ingediend en is een beoordelingscommissie
overgegaan tot de beoordeling daarvan. Het in de aanbesteding gehanteerde
gunningscriterium is de economisch meest voordelige inschrijving. De biedingen
zijn beoordeeld op prijs (60% van het beoordelingscriterium), de kwaliteit
van robuustheid implementatie (20% van het beoordelingscriterium),
effectiviteit marketing (10% van het beoordelingscriterium) en effectiviteit
communicatie (10% van het beoordelingscriterium).
Resultaat aanbesteding
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat de laagste inschrijver ook
kwalitatief het beste voldoet aan de beoordelingscriteria zoals opgenomen
in de Aanbestedingsleidraad. De beoordelingscommissie heeft evenwel geconcludeerd
dat deze inschrijving ruim boven het beschikbare budget ligt. Gezien dit gegeven
heeft de beoordelingscommissie geadviseerd om de procedure te
beëindigen en de opdracht niet te gunnen. Ik heb mij aan dit oordeel
geconformeerd.
Zoals eerder aangegeven bij mijn brief van 29 mei jl. (Kamerstuk
31 200 IXB/ 31 200 XII, nr.29) hebben mijn collega van V&W en
ik ingestemd met het in gang zetten van de interim-exploitatie van de luchthaven
Twente binnen een totaalbudget van € 12,5 mln, gereserveerd over
een periode van in totaal 3 jaar. Dit bedrag bestaat uit een bijdrage van € 7,5
mln van Financiën, € 3 mln van V&W en € 2 mln
van de regio (€ 1,4 mln gemeente Enschede en € 0,6 mln
Provincie Overijssel). Een deel van het budget van € 12,5 mln is
bestemd voor de aanbesteding van de dienstverleningsopdracht voor de tijdelijke
exploitatie van de luchthaven. De laagste bieding lag, zoals gezegd, ruim
boven het bedrag dat voor de tijdelijke exploitatie is gereserveerd.
Aangezien ook op andere onderdelen van het voor de tijdelijke exploitatie
benodigd budget overschrijdingen dreigen, acht ik het als minister van Financiën
niet verantwoord de financiële bijdrage voor de opdracht op te hogen.
Deze overschrijdingen drukken substantieel negatief op het resultaat van de
lange termijn business case en rechtvaardigen vooralsnog deze investering
niet.
Ook de regiopartners kunnen niet zonder meer overgaan tot een verdere
financiële bijdrage. Zij zullen voor een extra financiële bijdrage
terug moeten naar respectievelijk provinciale staten en de gemeenteraad. De
verwachting van bestuurders is dat provinciale staten niet willen bijdragen
in de exploitatie, in lijn met een eerder aangenomen motie. Het is onduidelijk
of de gemeenteraad extra zal willen investeren.
Vervolg
Op 19 september 2008 vindt het MOB plaats. Daar zullen de ontwikkelingen
op het gebied van de business case voor de lange termijn Twente worden toegelicht.
Het GOB zal goedkeuring vragen voor het verder onderzoeken van twee voorkeursmodellen: één
met en één zonder luchthaven.
Daarnaast zal ik samen met mijn collega’s van het MOB de inrichting
van de interimfase willen bespreken. Het besluit hoe hiermee om te gaan is
een gezamenlijk besluit van zes betrokken departementen, waarbij uitdrukkelijk
de regio als partner zal worden geraadpleegd.
De minister van Financiën,
W. J. Bos