31 200 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2008

nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2008

Op 12 februari heb ik u een brief gestuurd (Kamerstuk 31 200-IV, nr. 29) waarmee ik u informeerde over de resultaten van mijn werkbezoek aan de Nederlandse Antillen en Aruba. Daarbij heb ik aangekondigd dat u begin april de volgende voortgangsrapportage van het staatkundig proces van mij zult ontvangen. Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Justitie, tussentijds over de resultaten van de politieke stuurgroep van 16 februari jongstleden, het verloop en de resultaten van de BES-week van 28 tot en met 31 januari1 en het bezoek dat ik samen met de minister-president bracht aan de Nederlandse Antillen en Aruba van 10 tot en met 15 februari.

Over de resultaten van de politieke stuurgroep van 22 januari2 bent u reeds geïnformeerd in de eerdergenoemde brief. In aanvulling daarop kan ik u melden dat indachtig de afspraak van de stuurgroep van 22 januari, namelijk dat bij het formuleren van een realistische planning rekening dient te worden gehouden met de rol van de adviserende en volksvertegenwoordigende organen, op ambtelijke niveau reeds een afspraak is gepland om hierover met uw Kamer te spreken.

De politieke stuurgroep van 16 februari jl. heeft vervolgens uitgebreid gesproken over de aanwijzigingsbevoegdheid van de minister van Justitie als lid van de Rijksministerraad en de gezamenlijke procureur-generaal voor de nieuwe landen en de BES. Met Curaçao, Sint Maarten en het Land Nederlandse Antillen is in principe overeenstemming bereikt over de wijze waarop de genoemde punten uit de Slotverklaring worden opgenomen in de rijkswet voor het Openbaar Ministerie. De details hiervan zullen nu ambtelijk worden uitgewerkt.

In het kader van de voorbereiding van nieuwe status voor de BES vindt regelmatig overleg plaats met de BES. Een van de middelen voor het overleg is de organisatie van zogenaamde BES-weken. Zoals bekend heeft van 26 tot en met 29 januari heeft een tweede BES-week plaatsgevonden. Tijdens deze week is tussen departementen en bestuurders van de BES-eilanden gesproken over het toekomstige voorzieningenniveau op de BES. Daarbij lag de nadruk op de onderwerpen die in het Overgangsakkoord van 12 februari 2007 als prioriteit zijn aangemerkt, namelijk volksgezondheid, sociale zekerheid, onderwijs en jeugd, veiligheid en financiën. De betrokken departementen hebben ten aanzien van deze onderwerpen met de BES-bestuurders gesproken over hoe zij de genoemde onderwerpen willen regelen vanaf het moment dat de nieuwe status in gaat en over verbeteringen in de uitvoering die mogelijk al eerder gerealiseerd kunnen worden.

De week heb ik afgesloten met een bestuurlijk overleg met de BES-bestuurders waarin de belangrijkste conclusies over de voorgenomen maatregelen ten aanzien van het voorzieningenniveau gezamenlijk zijn vastgesteld. Deze conclusies treft u bijgaand aan. Tijdens het overleg heb ik overeenstemming bereikt over de uitgangspunten voor het wetsvoorstel openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Daarmee zijn de contouren voor de inrichting van de toekomstige openbare lichamen vastgesteld. Tevens heb ik overeenstemming bereikt over de uitgangspunten voor het wetvoorstel financiële verhouding Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarmee de kaders zijn gesteld voor de financiële huishouding van de toekomstige openbare lichamen. Beide overeengekomen uitgangspuntennotities heeft u bij brief van 8 februari jl. reeds ontvangen.

Zowel de betrokken departementen als de BES-eilanden hebben de BES-week wederom als zeer nuttig en waardevol ervaren. Zij waren eveneens tevreden met de gelegenheid die er was om met de commissie voor Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken van gedachten te wisselen. De BES-week bood voor alle betrokken een goede gelegenheid voor bespreking van inhoudelijke vraagstukken gecombineerd met de mogelijkheid elkaar persoonlijk te treffen. Vanwege de ervaren meerwaarde van de bijeenkomsten zal ik gedurende het transitieproces periodiek BES-weken organiseren.

Van 10 tot en met 15 februari bracht ik samen met de minister-president een bezoek aan de eilanden van de Nederlandse Antillen en Aruba. Tijdens het bezoek aan de eilanden is vanzelfsprekend met bestuurders gesproken over het staatkundige proces. Met de bestuurders van Sint Maarten en van Curaçao hebben wij constructieve gesprekken gevoerd waarin benadrukt is dat de eilanden de status van land binnen het Koninkrijk zullen krijgen als zij voldoen aan de criteria zoals afgesproken in de Slotverklaring van november 2005. Met name op Sint Maarten zal extra aandacht moeten worden besteed aan het op orde brengen van de rechtshandhaving en de waarborgen voor goed bestuur. Samen met het op orde brengen van financiën zijn dit voorwaarden voor een goede toekomst voor de bewoners van de eilanden. Met de drie kleine eilanden is met name gesproken over de resultaten van de BES-week, waarover ik u elders in deze brief heb geïnformeerd.

Tijdens het bezoek hebben wij een groot aantal jonge enthousiaste mensen ontmoet, zoals de jonge bestuurders op Saba en Bonaire, scholieren, studenten, jongeren bij de Antilliaanse Militie op Curaçao en talenten uit sport en cultuur. Het enthousiasme van deze jongeren voor de toekomst van het eigen eiland geeft extra energie voor het staatkundige proces. Het staatkundig proces is immers geen doel op zichzelf, maar moet de bevolking nog meer mogelijkheden geven voor ontplooiing.

In Aruba is eveneens gesproken met bestuurders over de rol van Aruba in het staatkundige proces. Minister-president Oduber heeft wederom aangegeven dat hij zal meewerken aan de nieuwe statussen voor de eilanden van de Nederlandse Antillen. Naast de ontmoetingen met de bestuurders hebben we op een middelbare school en met vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke sectoren gesproken over de ontwikkelingen op Aruba. De conclusie van die gesprekken is dat er veel positieve ontwikkelingen zijn op Aruba, maar dat Aruba door zijn beperkte omvang ook kwetsbaar is. Blijvend investeren in bestuurlijke checks-and-balances en onderwijs en tegelijkertijd de overheidsfinanciën onder controle houden zijn de uitdagingen voor de Arubaanse regering.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

De besluitenlijst BES is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

De besluitenlijst van de politieke stuurgroep is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven