31 200 I
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2008

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 oktober 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Kunt u een overzicht geven van alle uitgaven die in 2008 gedaan worden aan het Huis der Koningin, maar die vermeld staan op de begrotingen van andere ministeries?

De uitgaven zoals hier bedoeld betreffen de uitgaven die zijn vermeld in de bijlage bij de begroting van het Huis der Koningin en wel in tabel A) «functioneel declarabele kosten 2008 in andere begrotingen»

2

Kunt u – gezien de ophef over de Groene Draeck – garanderen dat er geen verborgen kosten zijn op andere posten verbonden met het Huis van de Koningin?

De functioneel declarabele kosten zijn volledig zichtbaar in bijlage A. In bijlage B zijn de overige kosten opgenomen, welke te relateren zijn aan het Koninklijk Huis. Daarbij is een ruime interpretatie gehanteerd. Immers, vele van deze kosten (zoals onderhoud paleizen, staatsbezoeken etc.) zouden ook worden gemaakt, indien er geen Koninklijk Huis zou zijn. Met bijlage B worden de kosten adequaat weergegeven.

3

Volgt de C-component van de uitkering Koninklijk Huis het netto ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State of van de CAO-afspraken bij het rijk?

Het ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State volgt de CAO-Rijk. Volgens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis, volgt de C-component het netto-ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State.

4

Kunt u inzichtelijk maken en onderbouwen waarom het «salaris» (C-component) van de Koningin met bijna 4 procent toeneemt?

Zoals reeds vermeld bij vraag 3, volgt de C-component het netto-ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State. In de begroting 2007 was uitgegaan van een stijging van de lonen van 1,75% op basis van de CEP 2006. In werkelijkheid zijn de lonen gestegen met 3,5% (CAO-Rijk 2007–2010). Het verschil zal in de slotwet 2007 tot uitdrukking komen. Dit inhaaleffect is – naast de in de CAO voor 2008 overeengekomen loonstijging – in de begroting 2008 verwerkt. Omdat wordt uitgegaan van het netto-inkomen speelt ook de wijziging van de wetttelijke inhoudingen (pensioenpremie en loonheffing) een rol. Tezamen betekent dit een stijging van de C-component van ca. 4% ten opzichte van de begroting 2007.

5

Waarom bevat de begroting van het Huis der Koningin geen meerjarenbegroting, zoals andere begrotingen?

De bedragen die worden opgenomen in de begroting van het Huis der Koningin zijn gebaseerd op de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis. In deze wet zijn de bedragen en de ontwikkeling daarvan opgenomen. Omdat ieder begrotingsjaar is gebaseerd op de dan zgn. «lopende» lonen en prijzen, zou het vermelden van meerjarencijfers leiden tot het vermelden van dezelfde bedragen. Dit heeft geen toegevoegde waarde. De begroting van het Huis der Koningin is daarom in de Comptabiliteitswet 2001 uitgezonderd van het vermelden van meerjarencijfers.

6

Kunt u toelichten wat de relatie is tussen het «salaris» van de Koningin en de voorgenomen maximering van de beloning van publieke ambtsdragers tot de norm van die van de minister-president?

Geen.

7

Hoe verklaart u de toegenomen kosten voor de inzet van luchtvaartuigen (in vergelijking met vorig jaar wordt meer dan twee maal zo veel bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat gedeclareerd)? Wordt deze verhoging van het budget deels verklaard door de voorgenomen invoering van de vliegtaks? Is een verdere verruiming van het budget in de toekomst te verwachten?

Aangezien het onderwerp waarop deze vraag betrekking heeft de minister van V&W regardeert, heb ik deze verzocht u separaat hierover te informeren.

8

Wat verklaart de stijging van het beveiligingsbudget (van 9 naar 13 mln. euro) en de stijging van de kosten voor instandhouding en onderhoud van Paleizen (van 29 naar 35 mln.)?

Volgens opgave van het ministerie van Binnenlandse Zaken houdt de stijging van het beveiligingsbudget verband met het feit dat in de begroting 2007 ten onrechte bepaalde kosten van de unit DKDB niet zijn meegenomen. Het betreft daarbij in grote lijnen kosten voor opleidingen, huisvesting en ICT.

De stijging van de uitgaven voor de instandhouding en onderhoud van Paleizen houdt volgens opgave van het ministerie van VROM hoofdzakelijk verband met het treffen van veiligheidsvoorzieningen en het onderhoud daarvan.

9

Kunt u van alle genoemde posten in deze begroting, ook de functioneel declarabele kosten in andere begrotingen en de overige kosten in andere begrotingen de ontwikkelingen over de afgelopen jaren verstrekken?

De ontwikkeling over de afgelopen jaren is als volgt.

Soort kosten	Begroting
	2006	2007	2008
Uitkeringen aan leden Koninklijk Huis	5 651	5 908	6 102
Declarabele kosten	23 140	24 177	23 743
Overige gerelateerde kosten	71 696	66 560	84 078
	100 487	96 645	113 923

10

Zijn in de bijlage (kosten in andere begrotingen) alle kosten (zowel de functioneel declarabele kosten 2008 als de overige kosten 2008 in andere begrotingen) met betrekking tot het Koninklijk Huis nu zichtbaar? Zo nee, welke ontbreken?

Zie beantwoording bij vraag 2.

11

Zijn de bedragen die hier worden genoemd in duizenden euro’s? Zo ja, kunt u een uitsplitsing geven van deze kosten?

De bedragen zijn in duizenden euro’s. Een verdere uitsplitsing is niet beschikbaar. Het betreft overigens kosten die onderdeel vormen van de begroting van andere ministeries. Zie ook beantwoording vraag 2.

12

Kunt u een toelichting geven op 6 miljoen extra kosten voor de instandhouding en het onderhoud Paleizen ten opzichte van de raming uit de begroting 2007? Wat is de verwachting van de ontwikkeling van deze kosten in de komende jaren?

Zie antwoord vraag 8.

13

Kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de kosten die onder de B-component zijn ondergebracht?

Het betreft materiële kosten die een indirect gevolg zijn van de Koninklijke functie. In de toelichting op de Wet financieel statuut Koninklijk Huis staat hierover het volgende vermeld: «De onafhankelijkheid van de Koningin en de leden van het Koninklijk Huis brengt mee dat een deel van de uitgaven die van hen verwacht worden, gedaan kan worden zonder declaratie en verantwoording achteraf tegenover het Rijk. Voor al deze uitgaven moet – zoals voor dat deel van de personeelskosten dat niet uit begrotingsposten wordt vergoed – een bedrag ineens in de grondwettelijke uitkering worden begrepen». Een specificatie is dus niet beschikbaar.

14

Wat zijn de totale kosten van het Huis van de Koningin? Waarom wordt dit bedrag niet als zodanig in de begroting genoemd?

De wetgever heeft ervoor gekozen de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis die hiervoor wettelijk in aanmerking komen door middel van een afzonderlijke begroting te autoriseren. Alle overige kosten vormen onderdeel van die begroting die daarvoor, gelet op de ministeriele verantwoordelijkheid voor de onderscheiden aspecten, het meest geëigend is.

---

1 Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).