nr. 93
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2008
Zoals afgesproken informeer ik u hierbij over de wijze waarop met de risicoverdeling
ten aanzien van de spoortunnel in het project Spoorzone Delft zou worden omgegaan.
De gemeente Delft heeft mij eind vorig jaar geïnformeerd over kostenstijgingen
in het project en het daardoor ontstane tekort in de financiering. Op verzoek
van de gemeente is vervolgens overleg gestart tussen de in het project samenwerkende
partijen en de ministeries van VROM en V&W.
Om beter inzicht te verkrijgen in de situatie van het project is in overleg
met Delft een audit uitgevoerd door Booz Allen Hamilton/WB consulting.1 De audit heeft onder meer een tekort inzichtelijk gemaakt
van 83 miljoen euro (prijspeil 2008) waarvan 38 miljoen euro directe
kosten en 45 miljoen euro risico. De rapportage is bijgevoegd. Hieruit
blijkt dat de belangrijkste oorzaken voor het tekort zijn: prijsontwikkeling
door overschrijden van termijnen in de aanbesteding en inflatie, extra kosten
door onvoorziene omstandigheden en een hogere inschatting van het risicoprofiel.
In het bestuurlijk overleg van het rijk, de gemeente en de andere betrokken
overheden, dat op basis van die audit is gevoerd, is besloten de spoortunnel
aan te leggen conform de scope 2b, een vier sporig uitgegraven en twee sporig
ingerichte tunnel. Hiervoor heb ik vorig jaar reeds een aanvullende bijdrage
toegezegd van 60 miljoen euro.
Ten aanzien van de directe kosten is afgesproken dat de provincie Zuid
Holland, het Stadsgewest Haaglanden, de Stadsregio Rotterdam en het rijk ieder
7 miljoen euro bijdragen. De bijdrage van het rijk wordt bijeengebracht
door VROM (5 miljoen euro) en VenW (2 miljoen euro). De gemeente
Delft draagt 5 miljoen euro extra bij. ProRail heeft de inspanningsverplichting
om qua kosten 5 miljoen euro lager uit te komen.
VenW zal het door de auditors ingeschatte risico van 45 miljoen euro
op zich nemen. Dit met de aantekening dat als het risico uiteindelijk meer
dan 45 miljoen euro bedraagt, de gemeente Delft over het
meerdere 20% zal bijdragen met een maximum van 5 miljoen euro.
Met deze afspraak en op basis van deze voorwaarden heeft VenW de verantwoordelijkheid
voor de spoortunnel van het project Spoorzone Delft overgenomen. Rijk, gemeente
en ProRail zijn inmiddels in overleg om de spoortunnel in het project Spoorzone
Delft te verbijzonderen. Dit overleg heeft tot doel een duidelijke splitsing
tot stand te brengen ten aanzien van de verantwoordelijkheden voor de stedelijke
ontwikkeling enerzijds en het onderdeel spoortunnel anderzijds van het project
Spoorzone Delft. Met de resultaten van dit overleg zal een gewijzigde Bestuurlijke
Uitvoeringsovereenkomst tot stand komen.
Partijen zijn inmiddels hard bezig om in de aanbestedingsprocedure toe
te werken naar het moment van gunning van de spoortunnel aan de aannemer.
De gunning wordt op korte termijn verwacht.
Bij de start van het project en bij de hierboven genoemde Bestuurlijke
Uitvoeringsovereenkomst is de verantwoordelijkheid en het risico bij de gemeente
Delft belegd. Dat het ministerie van V&W nu de verantwoordelijkheid en
het risico voor het spoorse deel van het project Spoorzone Delft van de gemeente
overneemt is een principiële wijziging van de verhoudingen. Ik ben hiertoe
gekomen vanwege enkele projectspecifieke omstandigheden: 1) het project is
in een vergevorderd stadium van aanbesteding, 2) de gemeente heeft aangegeven
onvoldoende draagkracht te hebben om nog langer de verantwoordelijkheid en
het risico te dragen. In mijn overwegingen heb ik tevens laten meewegen dat
op de corridor Den Haag–Rotterdam een kandidaat planstudie is gestart.
Als de gemaakte bestuurlijke afspraken in overeenkomsten zijn neergelegd,
zal het project spoortunnel Delft een regulier VenW spoor project worden.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings