31 145 Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG (Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens)

W BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2011

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Bewaarplicht telecommunicatiegegevens (EK 39, 39-1815) op 6 en 7 juli 2009 heeft de toenmalige Minister van Justitie naar aanleiding van een vraag van het lid Strik toegezegd de mogelijkheid van een burgerportaal, waarbij burgers kunnen zien of hun gegevens (bijvoorbeeld telecommunicatiegegevens) zijn verwerkt voor een opsporingsonderzoek, te zullen bezien op uitvoerbaarheid. Ik kan u met betrekking tot deze toezegging het volgende meedelen.

Indien een betrokkene wil weten of zijn telecommunicatiegegevens of andere gegevens zijn verwerkt in het kader van een strafrechtelijk onderzoek dan kan de betrokkene een verzoek om kennisneming doen aan de verantwoordelijke (bijvoorbeeld de korpsbeheerder van een regionaal politiekorps) op basis van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Een wetsvoorstel om dit recht op kennisneming uit te breiden is onlangs door de Eerste Kamer aanvaard en zal binnen afzienbare tijd in werking treden (Staatsblad 2011, 490, 4 november 2011).

Het lid Strik heeft opgemerkt dat het CIOT deze functie zou kunnen vervullen voor het gebruik van telecommunicatiegegevens van burgers.

Ik kan u hierover mededelen dat een constructie van een burgerportaal voor telecommunicatiegegevens bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) niet mogelijk is omdat het CIOT zelf geen gegevens bewaart. Telecommunicatiegegevens worden bewaard bij de telecommunicatieaanbieders en niet centraal bij het CIOT. Het informatiesysteem van het CIOT functioneert als een geautomatiseerd doorgeefluik tussen de telecommunicatieaanbieders en de gebruikers. Het CIOT heeft geen kennis van de inhoud van de vraag en het antwoord. Sinds 2002 stellen telecommunicatieaanbieders iedere dag een bestand met de naw-gegevens (naam, adres, postcode, woonplaats, nummer en soort dienst van een gebruiker van een communicatiedienst) van hun gebruikers ter beschikking aan het CIOT Informatiesysteem. Deze gegevens worden 24 uur in dit bestand bewaard door de aanbieders en vervolgens vernietigd.

Bovendien kunnen alleen de actuele naw-gegevens via het informatiesysteem van het CIOT worden opgevraagd bij de telecommunicatieaanbieder. Het informatiesysteem van het CIOT biedt geen voorziening voor het opvragen van de historische naw-gegevens en verkeersgegevens. Deze gegevens dienen door de bevoegde autoriteiten direct te worden gevorderd bij de telecommunicatieaanbieder.

Om aan het verzoek van het lid Strik ten aanzien van telecommunicatiegegevens tegemoet te komen heb ik de informatie over de bewaarplicht van telecommunicatiegegevens op de webpagina van het CIOT uitgebreid. Op de site staat dat, indien de betrokkene wil weten welke informatie over hem of haar via het CIOT informatiesysteem beschikbaar wordt gesteld voor raadpleging door de bevoegde autoriteiten, hij of zij zich kan wenden tot de aanbieder bij wie hij of zij een abonnement heeft.

In verband met de integratie van de CIOT-website binnen de nieuwe Rijkswebstructuur zijn de bovengenoemde aanpassingen recentelijk doorgevoerd.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven