Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31143 nr. 55 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31143 nr. 55 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2009
Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de definitieve instelling van zak-/slaaggrens van de Toets Gesproken Nederlands in het kader van de Wet inburgering in het buitenland. Het onderzoek is enkele maanden later afgerond dan gepland, omdat na het praktijkonderzoek nog aanvullende analyses uitgevoerd moesten worden om een eenduidige zak-/slaaggrens te kunnen vaststellen. Het onderzoek is uitgevoerd door het Research Center voor Examinering en Certificering (RCEC), TNO en het consortium onder leiding van Cinop.1
Per 15 maart 2008 is de zak-/slaaggrens voor de Toets Gesproken Nederlands tussentijds bijgesteld op basis van de uitkomsten van eerdere onderzoeken van het RCEC en TNO2. Omdat op basis van die onderzoeken geen definitieve zak-/slaaggrens kon worden bepaald, heeft mijn ambtsvoorganger een vervolgonderzoek ingesteld op basis van nieuwe praktijkdata. Van belang was daarbij dat de verschillende betrokken deskundigen op basis van een gedeelde onderzoeksopzet tot een zak-/slaaggrens zouden komen waarover vanuit de verschillende disciplines (taalkundig en methodisch) overeenstemming bestaat.
Het bijgevoegde onderzoek is dan ook tot stand gekomen en uitgevoerd onder leiding van het RCEC en met nauwe betrokkenheid van TNO en het consortium onder leiding van Cinop. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de methode «standaardbepaling». Hierbij zijn bestaande taaluitingen op de Toets Gesproken Nederlands voorgelegd aan een panel van gekwalificeerde beoordelaars. Om tot een standaardbepaling van de zak-/slaaggrens te komen voor het niveau A1min, zijn examens geselecteerd die door de examencomputer zijn gescoord rondom het niveau A1min. De gekwalificeerde beoordelaars hadden als taak om de specifieke taaluiting opnieuw te beoordelen conform de beschrijving van niveau A1min gerelateerd aan de CEF1 -schaal. De beslissing die de beoordelaars moesten nemen was dichotoom van aard: of de kandidaat wel of niet voldoet aan de omschrijving van het betreffende niveau A1min. Vervolgens is door de onderzoekers vastgesteld welke score op de Toets Gesproken Nederlands volgens de beoordelaars het meest overeenkomt met de vereisten die zijn omschreven voor het niveau A1min. Met behulp van bovenstaande procedure is een standaardbepaling uitgevoerd voor de niveaus A1min, A1 en A2 van het CEF.
Voor het niveau A1min bevestigen de resultaten van dit onderzoek opnieuw dat de oorspronkelijke instelling van de zak-/slaaggrens van 16 scorepunten voor het niveau A1min te soepel is ingesteld.
Op basis van de standaardbepaling voor niveau A1min en aanvullende statistische analyses, komen de onderzoekers tot de conclusie dat op basis van een puur methodische benadering de zak-/slaaggrens zou moeten liggen tussen 21 en 26 scorepunten. Op basis van een taalkundige benadering wordt een score van 22 als bovengrens beschouwd, uitgaande van de productieve en receptieve woordenschat die van kandidaten van dit niveau verwacht mag worden. Op basis hiervan adviseren de onderzoekers de zak-/slaaggrens in te stellen bij 22 scorepunten, zoals per 15 maart 2008 reeds is gebeurd bij de tussentijdse verhoging. In termen van de opdrachten en vragen van de TGN betekent een cesuur van 22 scorepunten dat kandidaten gemiddeld 26% van de herhaalopdrachten en 25% van de woordvragen goed moeten beantwoorden. Bij een cesuur van 16 scorepunten was dat respectievelijk 19,5 en 18,7%.2
De Toets Gesproken Nederlands wordt tevens ingezet in het inburgeringsexamen in Nederland. In dat kader dient het niveau A2 te worden behaald. Omdat de scores behorende bij de verschillende niveaus deel uitmaken van één schaal, is het van belang vast te stellen of en op welke manier de zak-/slaaggrens voor de overige CEF-niveaus aangepast dient te worden. Om deze reden is door de onderzoekers ook de standaard bepaald voor niveau A1 en A2. Op basis van de onderzoeksresultaten en het eerdere onderzoek van TNO, komen de onderzoekers tot de conclusie dat er geen aanleiding is om de afstanden tussen de verschillende niveaus op de schaal aan te passen. Dit betekent dat de zak-/slaaggrens voor de overige niveaus met een gelijk aantal punten, d.w.z. 6 punten, kan worden verhoogd als de zak-/slaaggrens bij niveau A1min.
De instelling van de zak-/slaaggrens
Op basis van bovengenoemde uitkomsten, constateer ik dat de onderzoekers een evenwichtig advies hebben uitgebracht over de in te stellen zak-/slaaggrens. Daarbij is enerzijds aandacht besteed aan een wetenschappelijk verantwoorde wijze om de zak-/slaaggrens vast te stellen. Anderzijds zijn ook de inhoudelijke taalkundige aspecten betrokken gerelateerd aan het CEF. Hiermee kom ik tot de conclusie dat een zak-/slaaggrens conform het voorstel van de onderzoekers in alle aspecten het meest verantwoord is: kandidaten zullen meer items goed moeten hebben om te kunnen voldoen aan het niveau A1min en er zullen niet langer kandidaten onterecht slagen. Tegelijkertijd blijven de eisen wel gerelateerd aan dat wat een kandidaat moet kunnen op niveau A1min. Ik zal om deze reden de zak-/slaaggrens zoals verhoogd per 15 maart 2008 handhaven.
Om deze verhoging te handhaven, wordt aangesloten bij de wijze waarop de cesuur per 15 maart 2008 is verhoogd. Dit betekent dat de score 16 nog steeds de score blijft waarbij men slaagt voor de Toets Gesproken Nederlands. Het is echter moeilijker om die score te behalen, omdat het vereiste beheersingspercentage op de onderdelen herhaalopdrachten en woordenschat zijn verhoogd van respectievelijk 19,5% naar 26% en van 18,6% naar 25,5%.
Naast het onderzoek naar de zak-/slaaggrens, is gelijktijdig opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om niveau A1 in te stellen als eis voor het basisexamen in het buitenland. Momenteel wordt een beleidsverkenning naar deze mogelijkheid afgerond, waarbij onder andere wordt betrokken welke voorbereidingsmogelijkheden er noodzakelijkerwijs zouden moeten worden aangeboden indien het niveau wordt verhoogd naar niveau A1. De uitkomsten van deze verkenning zullen gelijktijdig met de uitkomsten van de wetsevaluatie van de Wet inburgering in het buitenland worden aangeboden aan uw Kamer. Op basis van zowel de uitkomsten van de beleidsverkenning als de wetsevaluatie zal ik overwegen of er voldoende mogelijkheden zijn en aanleiding bestaat om het niveau te verhogen naar niveau A1. Uw Kamer wordt hierover voor het zomerreces geïnformeerd, mede in relatie tot de integrale reactie op de motie huwelijksmigratie van Van Toorenburg/Dijsselbloem1.
De Toets Gesproken Nederlands meet het taalniveau van niveau A1min tot en met niveau C2 van het CEF. Om het hoogste niveau te behalen wordt een beheersing van bijna 100% op alle onderdelen gevraagd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31143-55.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.