31 120
Wijziging van de Gaswet, de Elektriciteitswet 1998 en enige andere wetten tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten, tot aanbrenging van wijzigingen van inhoudelijk ondergeschikte aard en tot intrekking van diverse wetten die uitgewerkt zijn

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in diverse wetten enkele wijzigingen van wetstechnische of ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde wetstechnische gebreken en leemten en diverse wetten in te trekken die uitgewerkt zijn;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13, vierde lid, wordt «de krachtens het eerste lid gestelde eisen» vervangen door: de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen.

B

Artikel 18h wordt als volgt gewijzigd:

1. In het elfde lid wordt na «een verzoek tot wijziging of intrekking heeft gedaan» ingevoegd: en aan dit verzoek binnen de in artikel 22, vierde lid, van de richtlijn genoemde termijn geen gevolg is gegeven.

2. Na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

13. In afwijking van artikel 6:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vangt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift aan op de dag van inwerkingtreding van een besluit als bedoeld in het eerste lid.

C

Aan artikel 34 worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van het derde lid is Onze Minister bevoegd bescheiden, gegevens of inlichtingen, bedoeld in het derde lid, te verstrekken aan:

a. een buitenlandse instelling, die op grond van nationale wettelijke regels is belast met de toepassing van de regels op het gebied van gas, voor zover die bescheiden, gegevens en inlichtingen van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van die instelling;

b. een bestuursorgaan dat op grond van deze wet of van een andere wettelijke regeling dan deze wet is belast met taken die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied van gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van dat bestuursorgaan.

6. Op basis van het vijfde lid kunnen uitsluitend bescheiden, gegevens of inlichtingen worden verstrekt indien:

a. de geheimhouding van de bescheiden, gegevens of inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd, en

b. voldoende is gewaarborgd dat de bescheiden, gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.

D

Na het opschrift «Paragraaf 5.4 Planmatig beheer van gasvoorkomens» wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 53

Onze Minister wijst voor de in deze paragraaf omschreven taken een rechtspersoon aan.

E

In artikel 54, eerste lid, wordt «Gasunie Trade & Supply B.V.» vervangen door: de op grond van artikel 53 aangewezen rechtspersoon.

F

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «Gasunie Trade & Supply B.V.» vervangen door: de op grond van artikel 53 aangewezen rechtspersoon.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onze Minister kan de in het eerste lid bedoelde rechtspersoon aanwijzingen geven in het belang van een goede vervulling van de in artikel 54, eerste lid, bedoelde taken.

3. In het vierde lid wordt «als bedoeld in het tweede lid» vervangen door: als bedoeld in het tweede en derde lid.

G

In artikel 56, eerste lid, wordt «Gasunie Trade & Supply B.V.» vervangen door: De op grond van artikel 53 aangewezen rechtspersoon.

H

In artikel 57, eerste lid, wordt «Gasunie Trade & Supply B.V.» vervangen door: de op grond van artikel 53 aangewezen rechtspersoon.

I

In artikel 59, eerste en tweede lid, wordt telkens «en van de artikelen 54 tot en met 57, 72, 73 en 80 tot en met 85a,» vervangen door: en van de artikelen 35a, 54 tot en met 57, 72, 73 en 80 tot en met 85a,.

J

In artikel 60ad, eerste lid, onderdeel a, wordt «44, tweede lid,» vervangen door: 44, tweede en achtste lid,.

K

Artikel 66b wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Aan een aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

2. In het derde lid wordt na «bedoeld in het eerste lid,» ingevoegd: en aan de door deze rechtspersoon ingeschakelde derden, voor zover het betreft de afhandeling van de op de beurs op tot stand gekomen overeenkomsten,.

L

In artikel 81e, tweede lid, wordt «de directeur van de dienst» vervangen door: de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit.

ARTIKEL II

De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7 worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van het derde lid is de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit bevoegd gegevens en inlichtingen, verkregen ingevolge het eerste lid, te verstrekken aan:

a. een buitenlandse instelling, die op grond van nationale wettelijke regels is belast met de toepassing van de regels op het gebied van elektriciteit, voor zover die gegevens en inlichtingen van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van die instelling;

b. een bestuursorgaan dat op grond van deze wet of van een andere wettelijke regeling dan deze wet is belast met taken die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied van elektriciteit betreffen, voor zover die gegevens en inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van dat bestuursorgaan.

5. Op basis van het vierde lid kunnen uitsluitend gegevens en inlichtingen worden verstrekt indien:

a. de geheimhouding van de gegevens en inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd, en

b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens en inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.

B

In artikel 11, tweede lid, onderdeel b, wordt na «een leverancier» ingevoegd:, een handelaar.

C

In artikel 26, derde lid, wordt «bedoelt» vervangen door «bedoeld» en vervalt: of de hoeveelheid capaciteit die wordt toegewezen op grond van artikel 13 van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector.

D

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een komma, wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. de wijze waarop de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet enerzijds en afnemers en de overige netbeheerders anderzijds zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het verstrekken van informatie die noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Verordening en de daarop gebaseerde richtsnoeren.

2. In het vijfde lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.

E

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

F

In artikel 72m, vijfde lid, wordt «ingevolge artikel 72p, eerste en tweede lid,» vervangen door: ingevolge artikel 72n, eerste en tweede lid,.

G

In artikel 77i, eerste lid, onderdeel a, wordt «95b, tweede lid,» vervangen door: 95b, tweede en achtste lid,.

H

Artikel 86e wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Aan een aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

2. In het derde lid wordt na «bedoeld in het eerste lid,» ingevoegd: en aan de door deze rechtspersoon ingeschakelde derden, voor zover het betreft de afhandeling van de op de beurs op tot stand gekomen overeenkomsten,.

ARTIKEL III

De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt de aanduiding «aaa» voor «programmadienst: dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat uit het aanbieden van programma’s aan het algemene publiek of een deel daarvan.» gewijzigd in: ccc.

B

In artikel 4.2, vierde lid, wordt de zinsnede «van een doelmatige toekenning» vervangen door: van een doelmatig gebruik.

C

Artikel 6a.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de leden een tot en met drie wordt het zinsdeel «de artikelen 6a.12, 6a.13, 6a. 14 en 6a.22» telkens vervangen door: de artikelen 6a.12, 6a.13, eerste en tweede lid, 6a.14, eerste lid, en 6a.22.

2. In het vijfde lid wordt na «6a.5,» ingevoegd: 6a.13, derde, vierde en vijfde lid, 6a.14, tweede tot en met zevende lid,.

D

In artikel 12.2, eerste lid, wordt «of openbare elektronische communicatiediensten» vervangen door:, openbare elektronische communicatiediensten of programmadiensten.

E

Artikel 15.1, eerste lid, komt te luiden als volgt:

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren, voor zover het betreft de bepalingen die betrekking hebben op:

a. het gebruik van frequentieruimte;

b. prioritering van alarmnummers als bedoeld in artikel 7.7, derde of vierde lid;

c. technische regelingen als bedoeld in artikel 8.4a;

d. openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel 8.3;

e. het verstrekken van een opdracht tot verzorging van tot de universele dienst behorende diensten of voorzieningen als bedoeld in artikel 9.2, eerste en derde tot en met tiende lid;

f. ter zake van uitrusting gestelde voorschriften als geregeld in hoofdstuk 10 en hoofdstuk 20;

g. bevoegd aftappen als geregeld in hoofdstuk 13;

h. buitengewone omstandigheden als geregeld in hoofdstuk 14;

i. verdere onderwerpen als bedoeld in de artikelen 12.4, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, 18.1, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, 18.2, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, 18.4, tweede lid, 18.7, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, 18.9, 18.12, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, 18.16, 18.17, 18.17a, 20.2, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister, en 20.14.

F

1. In artikel 20.5, tweede lid wordt «op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet ......, houdende wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken (Stb. ...)» vervangen door: op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet houdende wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken (Stb. 2007, 16).

2. In artikel artikel 20.11, eerste lid en artikel 20.12, eerste en tweede lid wordt «(Stb. ...)» vervangen door: (Stb. 2007, 16).

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 23 maart 2006 ingediende voorstel van wet houdende regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet) (Kamerstukken II 2005/06, 30 501, nr. 2) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, wordt de Aanbestedingswet als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, onderdeel g, wordt «overeenkomstig het model dat bij ministeriële regeling is vastgesteld» vervangen door: overeenkomstig het model dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is vastgesteld.

B

In artikel 17 wordt «procedurevoorschriften, de geschiktheid van ondernemers» vervangen door: procedurevoorschriften, de uitsluitingsgronden, de geschiktheid van ondernemers.

C

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de onder a bedoelde veroordeling onherroepelijk is geworden na afgifte van de integriteitsverklaring.

2. In het zevende lid wordt «De artikelen 1, 28, 29 en 32 tot en met 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens» vervangen door: De artikelen 1, 29, 32, eerste en tweede lid, en artikel 33 tot en met 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

3. In het negende lid wordt «Onze Minister» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

D

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren op artikel 17 van deze wet.

ARTIKEL V

In artikel 7, eerste lid, en artikel 8, onderdelen a en c, van de Colportagewet wordt «in artikel 1, eerste lid, onder c» telkens vervangen door: in artikel 1, eerste lid, onder d.

ARTIKEL VI

In de Wet op het consumentenkrediet wordt na artikel 48 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 48a

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde zijn belast de bij ministeriële regeling aangewezen personen.

ARTIKEL VII

In artikel 15 van de Handelsregisterwet 1996 wordt de aanduiding «3» voor «De verplichting tot betaling van een vergoeding als bedoeld in het eerste lid geldt niet indien het verzoek om gegevens wordt gedaan door de directeur-generaal van de statistiek op grond van artikel 33, vierde lid, van de Wet op het centraal bureau voor de statistiek.» gewijzigd in: 5.

ARTIKEL VIII

De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 97» vervangen door: artikel 100.

2. In het vierde lid wordt «artikel 98» vervangen door: artikel 101.

B

In onderdeel e van de bijlage wordt de rechterkolom vervangen door: de artikelen 82 tot en met 96 Geneesmiddelenwet.

ARTIKEL IX

Aan artikel 2 van de Kaderwet EZ-subsidies worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

f. het telecommunicatiebeleid;

g. het postbeleid.

ARTIKEL X

Artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat vervalt onder verlettering van de onderdelen «e» en «f» tot «d» en «e».

ARTIKEL XI

Artikel 25a, onderdeel a, van de Mededingingswet komt te luiden:

a.  richtlijn: richtlijn nr. 2006/111/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 november 2006 (PbEG L 318) betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid binnen bepaalde ondernemingen;.

ARTIKEL XII

In artikel 20, eerste lid, van de metrologiewet wordt «aangezewen» vervangen door: aangewezen.

ARTIKEL XIII

Artikel 13 van de overgangswet elektriciteitsproductiesector vervalt.

ARTIKEL XIV

In artikel 155 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt «na het tijdstip van het in werking treden van de wet van ...., Stb. ....,» vervangen door: na het tijdstip van het in werking treden van de wet houdende wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken (Stb. 2007, 16),.

ARTIKEL XV

In artikel 70, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg wordt na het «College bescherming persoonsgegevens» ingevoegd: , de Consumentenautoriteit.

ARTIKEL XVI

De Waarborgwet 1986 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: , of van een inventaris volgens artikel 50.

2. In het tweede lid vervalt: en de inventaris.

B

In artikel 21 vervalt telkens: of de inventaris.

C

Artikel 50 vervalt.

ARTIKEL XVII

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder 2°, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Telecommunicatiewet «13.1, 13.2, 13.2a, 13.5 en 13.8;» vervangen door: 13.1, 13.2, 13.2a, 13.2b, 13.5 en 13.8;.

B

In artikel 1, onder 4°, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Telecommunicatiewet «5.2, derde en vijfde lid,» vervangen door: 5.4, eerste en tweede lid, 5.6, tweede en derde lid,.

ARTIKEL XVIII

De volgende wetten worden ingetrokken:

a. Aanwijzingswet Staatsgasbedrijf;

b. Wet van 7 Juni 1950, houdende voorzieningen aangaande fabrieks- en handelsmerken, die ingevolge het Besluit Vijandelijk Vermogen op de Staat in eigendom zijn overgegaan (Stb. K 217);

c. Wet van 19 juli 1962, houdende machtiging tot het verlenen van financiële medewerking ter zake van de oprichting en exploitatie van een Congresgebouw te ’s-Gravenhage (Stb. 303);

d. Wet Stichting Industrieel Garantiefonds;

e. Wet van 15 april 1992, houdende machtiging als bedoeld in artikel 6 van de Wet Stichting Industrieel Garantiefonds (Stb. 243);

f. Wet van 7 oktober 1982, houdende machtiging tot oprichting van de naamloze vennootschap Maatschappij voor Industriële Projecten N.V. (Stb. 585);

g. Wet van 7 juli 1993, houdende wijziging van de Handelsregisterwet in verband met de registratie van bepaalde nevenvestigingen van vennootschappen als bedoeld in de elfde richtlijn inzake het vennootschapsrecht (Stb. 389);

h. Wet van 1 juli 1998, houdende wijziging van de IJkwet in verband met de erkenning van de ijkbevoegdheden (Stb. 537);

i. Wet van 10 juni 1993, houdende wijziging van de Waarborgwet 1986 in verband met de toetreding van Nederland tot het Verdrag inzake onderzoek en stempeling van edelmetalen werken (Stb. 326);

j. Wet van 20 mei 1992, tot wijziging van de Winkelsluitingswet 1976 (Stb. 294);

k. Wet van 24 februari 1955, houdende bekrachtiging van de oprichting van de Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259) ten aanzien van deze Stichting (Stb. 107);

l. Wet van 3 juli 1991, houdende temporisering van de uitbetaling van investeringsbijdragen en beëindiging op termijn van de verrekening van die bijdragen (Stb. 356).

ARTIKEL XIX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Economische Zaken,

Naar boven