nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2008
Zoals toegezegd bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging
van de Gaswet, de Elektriciteitswet 1998 en enige andere wetten tot herstel
van wetstechnische gebreken en leemten, tot aanbrenging van wijzigingen van
inhoudelijk ondergeschikte aard en tot intrekking van diverse wetten die zijn
uitgewerkt (Kamerstukken 31 120) op 30 januari 2008 (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 47), ga ik in op enkele aspecten
van de ingediende amendementen.
Amendement nr. 11
Dit amendement heeft betrekking op de vraag wanneer een ontheffing kan
worden verleend aan de neteigenaar van een elektriciteits- of gasnet van de
verplichting een netbeheerder aan te wijzen. Zoals ik reeds bij de plenaire
behandeling heb aangegeven, ontraad ik dit amendement in het kader van deze
reparatiewet, onder meer omdat ik de effecten van dit amendement niet goed
kan overzien. Tijdens de plenaire behandeling gaf het lid Hessels aan dat
de tekst van zijn amendement reeds eerder in de Elektriciteitswet 1998 voorkwam,
maar zonder toelichting is geschrapt. Hoewel artikel 2a van de Gaswet en artikel
15 van de Elektriciteitswet 1998 sinds de totstandkoming van deze wetten verschillende
malen zijn aangepast, onder meer als gevolg van een met uw Kamer besproken
evaluatie, moet ik constateren dat de tekst zoals de heer Hessels voorstelt,
niet eerder in deze artikelen voorkomt.
Amendement nr. 12
Er lopen thans verschillende procedures die (mede) betrekking hebben op
artikel 16, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Gelet hierop ontraad
ik daarom dit amendement. Ik heb inmiddels begrepen dat het lid Hessels dit
amendement heeft ingetrokken.
Amendement nr. 13
Het lid Hessels heeft tijdens de plenaire behandeling dit amendement ingetrokken.
Het onderwerp van dit amendement zal een plaats krijgen bij de discussie over
het wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikersmarkt elektriciteit en gas, dat
op korte termijn bij uw kamer aanhangig zal worden gemaakt.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven