31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio’s)

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 31 mei 2010

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin1 heeft in haar vergadering van 9 maart 2010 gesproken over de brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 maart 2010.

De beantwoording van een van de vragen achtte de commissie niet bevredigend.

Daarom heeft zij de staatssecretaris op 16 maart 2010 een brief gestuurd.

De staatsecretaris heeft hierop op 21 mei 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier a.i. van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Peter van Oort

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 16 maart 2010

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin heeft in haar vergadering van dinsdag 9 maart jl. gesproken over uw brief van 2 maart 2010 waarin u antwoord geeft: op een aantal tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel veiligheidsregio's (31117) gestelde vragen.

De commissie bedankt u voor uw antwoorden, maar acht de beantwoording van één van de vragenniet geheel bevredigend. Het betreft hier een vraag van het lid Ten Horn:

«In de memorie van antwoord heeft de minister In reactie op vragen van de PvdA en van mijn fractie wel geschetst wat er gedaan kan worden met onder meer toepassing van bestuursdwang of oplegging van een dwangsom wanneer zorginstellingen weigeren mee te werken aan de voorbereiding op de bestrijding van een ramp of calamiteit, maar geen antwoord gegeven op de vraag hoe een en ander dan gefinancierd wordt. Soms kan het om forse sommen gaan. Zo kan ik me nog herinneren – destijds was Ik er werkzaam – dat de crisisafdeling van de afdeling psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis In Groningen in juni 1977 ontruimd werd en zich samen met hulpverleners van collega-instellingen moest voorbereiden op de opvang van de slachtoffers van de treinkaping. Kan de minister ons alsnog vertellen bij wie de rekening van enkele weken zonder «productie» gelegd kan worden? Mogen wij ervan uitgaan dat in de zogenoemde zorgzwaartepakketten bij AWBZ-instellingen voldoende middelen zijn Inbegrepen om regelmatig brand- en evacuatieoefeningen te houden, ook in kleinschalige woonvoorzieningen? Als de minister ons hierop niet vandaag kan antwoorden – wat ik mij kan voorstellen – zien we graag het antwoord op deze vraag per brief tegemoet.2

De commissie is van mening dat het antwoord in uw brief vooral ingaat op de situatie ten tijde van een crisis. De vraag had echter betrekking op de kosten die worden gemaakt In het kader van een gelaste voorbereiding op de bestrijding van een crisis in de zin van de artikelen 33 34 van de Wet veiligheidsregio's. De commissie verzoekt u daarom de vraag alsnog te beantwoorden.

Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

L. M. L. H. A. Hermans

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2010

Bij brief van 16 maart 2010 heeft de voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, onder dankzegging voor de van mij ontvangen antwoorden, laten weten één van de antwoorden, op een vraag van mevrouw Ten Horn, niet geheel bevredigend te achten. Ter toelichting werd gesteld dat het antwoord inging op de situatie ten tijde van een crisis, terwijl de vraag betrekking had op kosten die worden gemaakt in het kader van een gelaste voorbereiding op de bestrijding van een crisis in de zin van de artikelen 33 en 34 van de Wet veiligheidregio’s.

De commissie verzoekt mij daarom de vraag alsnog te beantwoorden, aan welk verzoek ik hieronder, in afstemming met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gaarne voldoe.

Voor de situatie van voorbereiding op crises, de zogeheten «koude fase» waarin er geen sprake is van een (direct aanwijsbare dreigende) crisis, geldt voor de zorgsector dat de kosten bestreden dienen te worden uit de middelen die de instelling ontvangt voor het zorgzwaartepakket van de cliënt. Het zorgzwaartepakket is een integraal pakket voor de intramurale langdurige zorg. De kosten die een instelling of woonvorm moet maken om het leveren van directe en indirecte zorg, ook in geval van calamiteiten en voorbereidingen van calamiteiten, mogelijk te maken, zijn meegenomen bij de berekening van de zorgzwaartepakket-tarieven.

Vanuit VWS wordt er aanvullend structureel 10 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld om in traumaregio’s voorbereidingen te treffen op een crisis of ramp. Dit geld is bestemd voor het opleiden, trainen en oefenen (OTO) van instellingen en zorgverleners in de acute curatieve zorg.

Ik vertrouw erop dat hiermee de vraag voldoende is beantwoord.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Ten Hoeve (OSF), Kox (SP), Van Bijsterveld (CDA), Westerveld (PvdA), Putters (PvdA), vicevoorzitter, Engels (D66), Laurier (GL), Hendrikx (CDA), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), Quik-Schuijt (SP), K.G. de Vries (PvdA), Schaap (VVD), Hermans (VVD), voorzitter, Ten Horn (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GroenLinks), Lagerwerf-Vergunst (CU), Eigeman (PvdA), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

XNoot
2

Handelingen I 2009/10, nr. 17, p. 709–710

Naar boven