31 110
Justitieel Verslavingsbeleid

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2008

1. Inleiding

Tijdens het algemeen overleg van 26 maart 2008 (Kamerstuk 31 110, nr. 3) over de justitiële verslavingszorg heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitgangspunten en maatregelen van het drugsbeleid in detentie. Deze toezegging doe ik via deze brief gestand.

Het minimaliseren van de invoer en het gebruik van drugs is een belangrijk uitgangspunt voor het gevangeniswezen. Enerzijds omdat de aanwezigheid van drugs de orde en veiligheid in de penitentiaire inrichtingen verstoort. Anderzijds omdat veel gedetineerden ernstige problemen ondervinden als gevolg van middelengebruik. Dit betekent dat maatregelen nodig zijn om de invoer en gebruik van en handel in drugs te voorkomen. Op dit moment, zo blijkt uit de rapporten van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt), wordt er aan het bestaande drugsbeleid door de penitentiaire inrichtingen op uiteenlopende wijze uitvoering gegeven. Ik acht het daarom noodzakelijk dat binnen de penitentiaire inrichtingen een helder en eenduidig drugsbeleid wordt uitgevoerd.

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft op mijn verzoek de uitvoeringspraktijk van het bestaande drugsbeleid in kaart gebracht en daaruit de «best practices» geselecteerd. Deze «best practices» en nieuwe inzichten vormen de basis van het aangepaste drugsbeleid. Dit aangepaste drugsbeleid dient op een uniforme wijze door alle penitentiaire inrichtingen te worden uitgevoerd.

Op 1 januari 2009 dient het aangepaste drugsbeleid in alle penitentiaire inrichtingen te zijn geïmplementeerd. Voor de inzet van drugshonden en het aanpassen van bezoekruimten geldt dat de implementatie respectievelijk medio 2009 en 1 oktober 2010 voltooid moet zijn.

2. Uitgangspunten drugsbeleid

Het drugsbeleid hanteert de volgende uitgangspunten:

1) Invoer en gebruik van drugs en de handel in drugs zijn verboden en worden gesanctioneerd.

2) Met preventieve maatregelen en controle in de inrichting wordt de invoer en het gebruik van drugs zoveel mogelijk voorkomen.

3) Gedetineerden worden gestimuleerd en geholpen om hun verslaving aan te pakken.

4) Maatregelen worden binnen de penitentiaire inrichtingen eenduidig en consequent uitgevoerd.

In deze brief ga ik in op het door middel van preventie, controle en sanctionering aanpakken van het binnensmokkelen van drugs in de inrichting, het gebruik ervan en de handel erin. Over (verslavings-)zorg heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn brief van 2 juli 20081.

3. Maatregelen drugsbeleid

Om te voorkomen dat drugs worden ingevoerd, gebruikt en verhandeld, worden voortaan in alle penitentiaire inrichtingen dezelfde maatregelen genomen. Deze maatregelen richten zich op het personeel, de gedetineerden of hun bezoek. Het geïntensiveerde drugsbeleid bestaat uit bestaande maatregelen, aangescherpte maatregelen en nieuwe maatregelen. Met deze maatregelen wordt de aanpak bij het tegengaan van drugs in de penitentiaire inrichtingen verstevigd en worden de sancties aangescherpt en geüniformeerd.

Bestaande maatregelen zijn: fouillering (onderzoek aan kleding en lichaam) en visitatie (schouw in lichaamsopeningen) van gedetineerden, celinspecties (controle van alle cellen en verblijfsruimten op een afdeling), uitgebreidere controles en de controle van poststukken en goederen van bezoek. Dit zijn methodes die reeds worden gehanteerd om drugs te weren uit de inrichting.

Daarnaast heeft de DJI een aantal jaren geleden maatregelen getroffen om de invoer en handel van drugs door het personeel te voorkomen. Zowel in de opleiding van het personeel, als in de dagelijkse communicatie op de werkvloer is integriteit een belangrijk onderwerp. Bij vermoedens van niet-integer gedrag, zoals de invoer van en handel in drugs, volgt een onderzoek door het Bureau Integriteit en Veiligheid van de DJI. Indien kan worden aangetoond dat een personeelslid drugs invoert of handelt in drugs, is er sprake van overtreding van de integriteitregels. Dit leidt tot aangifte en/of disciplinaire maatregelen, zoals berisping, overplaatsing of ontslag.

De aanscherpingen en vernieuwingen van het drugsbeleid betreffen:

• Een betere voorlichting aan gedetineerden en bezoekers;

• Meer aandacht voor het drugsbeleid in de opleidingen van medewerkers;

• Het invoeren van een «slang» in de bezoekruimten;

• Een striktere controle op drugsgebruik, waaronder het inzetten van drugshonden;

• Een stringentere en uniforme sanctionering van overtreding van het drugsbeleid;

• Een uniform aangiftebeleid.

Hieronder licht ik deze maatregelen toe.

3.1 Voorlichting aan gedetineerden en bezoekers

Bij binnenkomst van de gedetineerde in een penitentiaire inrichting wordt vastgesteld of de gedetineerde drugs gebruikt of verslaafd is. Deze screeningsprocedure wordt in 2009 in alle penitentiaire inrichtingen gestandaardiseerd, hierover heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd1.

Het personeel van de inrichting licht vervolgens de gedetineerden, al dan niet groepsgewijs, in over:

1) het drugs- en sanctiebeleid;

2) de begeleidingsmogelijkheden op het gebied van verslaving;

3) de behandelmogelijkheden buiten de inrichting.

Bezoekers worden via voorlichtingsmateriaal geïnformeerd over het feit dat handel in drugs niet is toegestaan, drugshonden worden ingezet en invoer van drugs strafbaar is en leidt tot aangifte en (tijdelijke) ontzegging van de toegang tot de penitentiaire inrichting.

3.2. Opleiding personeel

Om gebruik van drugs en verslaving te herkennen en te begeleiden is kennis en ervaring van het personeel nodig. Daarom wordt zowel in de basisopleiding voor personeel dat direct contact heeft met gedetineerden (bijvoorbeeld afdelingshoofden, penitentiaire inrichtingswerkers en de medische dienst) als in diverse applicatiecursussen meer aandacht geschonken aan drugsgebruik en verslavingsgedrag.

3.3 Aanpassen bezoekruimten

Uit de inventarisatie van de «best practices» is gebleken dat een «slang» een goed middel is om de invoer van drugs door bezoekers te bemoeilijken. Een «slang» deelt de bezoekruimte in tweeën door aaneengesloten tafels aan weerszijden. Deze tafels zijn van onderen afgesloten en boven op de tafels bevindt zich een lage scheiding. Hierdoor is het voor het personeel eenvoudiger goed toezicht te houden. Het aanpassen van de bezoekruimte is een nieuw onderdeel van het drugsbeleid. Ik heb besloten dat elke gesloten inrichting (huis van bewaring/gevangenis) uiterlijk 1 oktober 2010 de bezoekruimte dient te hebben aangepast en een slang te hebben aangebracht.

3.4. Inzet drugshonden

Een andere «best practice» van het gehanteerde drugsbeleid is de inzet van drugshonden in de penitentiaire inrichtingen. De ervaringen met dit controlemiddel zijn positief. Ik heb dan ook besloten dat de inzet van drugshonden voortaan onderdeel zal zijn van het drugsbeleid in penitentiaire inrichtingen. Op dit moment wordt een aantal honden opgeleid om te worden ingezet in de inrichtingen. Daarnaast wordt personeel van DJI opgeleid om de honden goed te kunnen begeleiden. De verwachting is dat het gevangeniswezen medio 2009 kan beschikken over een aantal gecertificeerde honden en hondenbegeleiders. De drugshonden worden ingezet bij de controles in cellen, recreatieruimten, de inkomstenafdeling en toegangscontrole van het bezoek. De mogelijkheden voor de inzet van drugshonden bij de controle van het personeel worden bezien.

3.5. Urinecontrole

Om te controleren of door gedetineerden gedragsbeïnvloedende middelen worden gebruikt, worden steekproefsgewijs bij alle gedetineerden urinecontroles afgenomen. De directeur van de penitentiaire inrichting is nu reeds verplicht tot het uitvoeren van een urinecontrole, indien er sprake is van een beslissing tot overplaatsing, of het verlenen van verlof en indien dit van belang is in het kader van het handhaven van de orde of de veiligheid van de inrichting1. Urinecontrole wordt voortaan ook in de volgende gevallen standaard voorgeschreven:

1) bij binnenkomst in de inrichting;

2) bij terugkomst in de inrichting na onbegeleid verlof.

3) bij het vermoeden van gebruik; hierop volgt standaard een vervolg-urinecontrole;

4) na (relationeel) bezoek zonder toezicht;

5) bij het doorleiden van verslaafde gedetineerden naar vervolgvoorzieningen (bijvoorbeeld verslavingskliniek).

3.6 Sanctionering

Het sluitstuk van een goed en volledig drugsbeleid is een passende sanctionering. Uit het oogpunt van transparantie, rechtsgelijkheid en draagvlak voor het beleid is het van groot belang dat normen uniform worden gehanteerd.

In de penitentiaire inrichtingen wordt al enkele jaren een protocol gehanteerd waarin op basis van wetenschappelijke inzichten normen zijn vastgelegd voor de uitkomst van een urinecontrole, op grond waarvan wordt gesanctioneerd. Dit protocol is op onderdelen aangescherpt en in de sanctionering wordt nu een duidelijke opbouw weergegeven. Een inrichtingsdirecteur kan alleen in uitzonderingsgevallen van dit protocol afwijken; hij dient dit te motiveren en schriftelijk vast te leggen.

Bij het sanctioneren wordt in het aangepaste protocol onderscheid gemaakt tussen softdrugs en harddrugs, preventief gehechten en veroordeelden met of zonder traject en wordt gekeken of er sprake is van een eerste positieve urinecontrole of dat vaker positief is gescoord. Daarnaast is in het protocol beschreven dat, naast een disciplinaire straf (een aantal dagen afzondering op eigen cel/strafcel of het intrekken van verlof), de inrichtingsdirecteur kan bepalen dat een gedetineerde wordt overgeplaatst naar een meer gesloten regime indien de ernst van zijn overtreding en zijn gedrag de beheersbaarheid en veiligheid in de inrichting in het geding brengen.

Deze sancties gelden bij een positieve urinecontrole, maar ook als op andere wijze drugs worden aangetroffen bij een gedetineerde, bijvoorbeeld door de inzet van drugshonden.

3.7 Aangiftebeleid

Het aantreffen van drugs in de penitentiaire inrichtingen leidt niet alleen tot bovenstaande sancties, maar kan ook tot aangifte leiden. Alle penitentiaire inrichtingen gaan een aangiftebeleid hanteren dat gebaseerd is op de door het openbaar ministerie opgestelde «Aanwijzing Opiumwet». Het aangiftebeleid bij het aantreffen van drugs in de penitentiaire inrichtingen wordt hierdoor geüniformeerd.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Kamerstukken II, 2007/08, 31 110, nr. 5.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2007/08, 24 587, 31 200 VI, nr. 236.

XNoot
1

Ministeriële regeling Urinecontroles penitentiaire inrichtingen.

Naar boven