nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2008
In het kader van de behandeling van het wetsvoorstel eigen risico (31 094)
heeft kamerlid Omtzigt gepleit voor een (algemene) beperking van de termijn
waarbinnen zorgaanbieders hun declaraties bij zorgverzekeraars moeten indienen.
Ik heb hierop toegezegd na te gaan of de Wet marktordening gezondheidszorg
(WMG) mogelijk handvatten biedt om die declaratietermijnen te bekorten. Naar
ik meen heeft lid Omtzigt deze vraag gesteld om de belangen van de verzekerde
te borgen bij het opleggen van het verplicht eigen risico.
Op voet van de WMG kan ik de Nederlandse Zorgautoriteit opdragen nadere
regels te stellen over het bekendmaken van openstaande declaraties door zorgaanbieders
aan zorgverzekeraars. Indien deze verplichting in de beleidsregels van de
NZa wordt opgenomen is voorstelbaar dat daarmee ook het declaratieverkeer
zal versnellen.
Verkorting van de declaratietermijn specifiek voor de zorg is echter niet
zonder meer mogelijk aangezien deze wordt beheerst door het wettelijk regiem
zoals dat in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen.
Hoewel er positieve kanten zitten aan een meldingsplicht zoals hiervoor
bedoeld betekent dit wel dat de administratieve lasten bij zowel aanbieders
als verzekeraars toenemen.
Ook wordt het declaratieproces, onder andere in de contractuele relatie
tussen aanbieder en verzekeraar, al steeds verder geprofessionaliseerd. Het
opleggen van een declaratieregime door de NZa zal dat proces kunnen doorkruisen.
Zoals het lid Omtzigt heeft bepleit dienen bij het opleggen van het verplicht
eigen risico de belangen van verzekerden afdoende beschermd te worden. Mijn
besluit van 12 december 2007, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering
in verband met het vervangen van de no-claimteruggave door een verplicht eigen
risico, is in lijn met die visie. In dit besluit is namelijk bepaald
dat rekeningen die door de zorgverzekeraar worden ontvangen na 31 december
van het jaar volgend op het jaar waarop het verplicht eigen risico betrekking
heeft, niet meetellen bij de vulling van het eigen risico. Door het opnemen
van deze bepaling worden de positie en de belangen van de verzekerde op dit
punt goed geborgd. Ik denk daarmee dat ik tegemoet gekomen ben aan het pleidooi
van het lid Omtzigt om de belangen van verzekerden goed te beschermen.
Naar mijn mening is er gelet op het voorgaande onvoldoende aanleiding
om een meldingsplicht in de NZa beleidsregels te laten opnemen of het wettelijk
regiem ten aanzien van declaratietermijnen aan te passen. Verzekeraars en
zorgaanbieders kunnen gezamenlijk binnen de wettelijke randvoorwaarden goede
contractuele afspraken te maken over de indieningstermijn van declaraties
en de declaratiecyclus verder professionaliseren.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink