nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WEEKERS EN BLANKSMA
Ontvangen
5 juni 2008 De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel G, afdeling 5.1a.1, komt het opschrift te luiden:
AFDELING 5.1A.1 INFORMATIEVERPLICHTINGEN VOOR UITGEVENDE INSTELLINGEN
WAARVAN EFFECTEN ZIJN TOEGELATEN TOT DE HANDEL OP EEN GEREGLEMENTEERDE MARKT
EN WAARVAN NEDERLAND LIDSTAAT VAN HERKOMST IS
II
Artikel I, onderdeel G, afdeling 5.1a.1, artikel 5:25b, wordt als volgt
gewijzigd:
1. De eerste twee leden komen als volgt te luiden:
1. Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op uitgevende instellingen
waarvan effecten zijn toegelaten tot een gereglementeerde markt en waarvan
Nederland lidstaat van herkomst is.
2. In afwijking van het eerste lid is artikel 5:25i van toepassing
op uitgevende instellingen waarvan financiële instrumenten zijn toegelaten
tot de handel op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde
markt ongeacht hun lidstaat van herkomst, alsmede op uitgevende instellingen
op wier voorstel een koopovereenkomst inzake een financieel instrument, niet
zijnde een effect, tot stand is gekomen.
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde
en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid is artikel 5:25f van toepassing
op uitgevende instellingen waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel
op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt ongeacht
hun lidstaat van herkomst.
Toelichting
Dit amendement strekt tot wijziging van de reikwijdte bepaling van artikel
5:25b. In dit artikel is geregeld dat afdeling 5.1a.1 uitsluitend van toepassing
is op uitgevende instellingen waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel
op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt. Nederland
beperkt zich niet tot uitgevende instellingen waarvan Nederland lidstaat van
herkomst is, maar neemt ook de uitgevende instellingen mee waarvoor Nederland
lidstaat van ontvangst is. Nederland gaat daarbij verder dan de richtlijn
transparantie vereist en wijkt hiermee af van de ons omringende landen. De
richtlijn verplicht namelijk slechts de lidstaten van herkomst om deze verplichtingen
op te leggen. De Nederlandse keus om het bereik uit te breiden tot uitgevende
instellingen waarvan Nederland lidstaat van ontvangst is (en een andere lidstaat
al lidstaat van herkomst) leidt voor de uitgevende instelling tot dubbele
handhaving en daarmee tot dubbele lasten (namelijk zowel in de lidstaat van
herkomst als de lidstaat van ontvangst).
Door artikel 5:25b, eerste lid te wijzigen wordt de reikwijdte beperkt
tot uitgevende instelling met Nederland als lidstaat van herkomst.
De wijziging van artikel 5:25b, tweede lid is noodzakelijk omdat dit de
reikwijdte regelt van artikel 5:25i. Dit artikel kent een andere reikwijdte
bepaling omdat het grotendeels dient ter vervanging van artikel 5:59 Wft (openbaarmakingsplicht
koersgevoelige informatie), dat voorziet in implementatie van artikel 6 van
de richtlijn marktmisbruik. Voor de toepassing van dit artikel is het niet
relevant of Nederland lidstaat van herkomst is of een ander land, maar of
de uitgevende instelling financiële instrumenten heeft uitgegeven die
met haar instemming zijn toegelaten tot de handel op een in Nederland gelegen
of functionerende gereglementeerde markt.
De toevoeging van artikel 5:25b, derde lid is noodzakelijk omdat dit de
reikwijdte regelt van artikel 5:25f. Evenals artikel 5: 25i kent artikel 5:
25f een andere reikwijdtebepaling omdat artikel 5: 25f dient ter vervanging
van de kern van artikel 5: 24, welk artikel voorziet in implementatie van
artikel 10 van de prospectusrichtlijn. Artikel 5: 25f heeft daardoor betrekking
op uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een in Nederland
gelegen of functionerende gereglementeerde markt zijn toegelaten, ongeacht
hun lidstaat van herkomst.
Weekers
Blanksma