31 083 Corporate governance

A/ Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 26 maart 2012.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 23 april 2012.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2012

Hierbij bied ik u aan een afschrift van het op 9 maart 2012 vastgestelde besluit tot aanpassing van onder meer het Besluit openbare biedingen Wft (hierna: het Bob).1 Volgens artikel 5:82 van de Wet op het financieel toezicht dient dit besluit na vaststelling bij beide kamers der Staten-Generaal te worden nagehangen.

Het besluit tot aanpassing van onder meer het Bob vormt – tezamen met het bij brief van 21 november 2011 aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgehangen besluit tot aanpassing van het Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft (hierna: het Vrijstellingsbesluit) – onderdeel van een eerder aangekondigde aanpassing van de biedingsregels.2 Deze aanpassingen zijn toegelicht bij brief van 2 september 2009.3 De belangrijkste beleidsmatige aanpassing waarin het besluit tot aanpassing van onder meer het Bob voorziet, is de introductie van de zogenaamde «put up or shut up»-regeling. Deze regeling houdt kort gezegd in dat de Autoriteit Financiële Markten kan worden verzocht om aan de «potentiële bieder» een termijn van zes weken te stellen om een openbare mededeling te doen waarin een openbaar bod wordt aangekondigd of waarin wordt aangegeven dat geen voornemen bestaat tot het aankondigen of uitbrengen van een openbaar bod. Wanneer de mededeling niet gedaan wordt of wanneer de mededeling inhoudt dat er geen openbaar bod wordt gedaan, mag de «potentiële bieder» gedurende negen respectievelijk zes maanden niet alsnog een vrijwillig openbaar bod aankondigen of uitbrengen. Het verzoek aan de AFM kan worden gedaan door de «potentiële doelvennootschap».

Ik streef ernaar zowel het besluit tot aanpassing van onder meer het Bob als het Vrijstellingsbesluit per 1 juli 2012 in werking te laten treden.

De minister van Financiën, J. C. de Jager


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstukken II 2011/012, 31 083, nr. 41.

X Noot
3

Kamerstukken II 2008/09, 31 083, nr. 33.

Naar boven