31 080
Wijziging van hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet teneinde enkele vereenvoudigingen te realiseren en een uitkering bij overlijden toe te voegen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 18 september 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennis genomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben met genoegen geconstateerd dat het wetsvoorstel aansluit bij de beleidsvoornemens van de regering om de administratieve lasten voor werkgevers te verminderen en de WW te vereenvoudigen. De inbreng van deze leden is verder blanco.

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van dit wetsvoorstel. De voorgestelde vereenvoudiging is welkom en hetzelfde geldt voor de introductie van de overlijdensuitkering.

Zij hebben nog een paar vragen die betrekking hebben op in Nederland woonachtige werknemers van buitenlandse werkgevers in Nederland die hier geen vaste vertegenwoordiging/inrichting hebben. Acht de regering het wenselijk dat dergelijke werknemers bij faillissement eerst een paar weken te maken krijgen met een buitenlandse uitkering en vervolgens in Nederland een WW-uitkering moet aanvragen (als hij dan nog geen ander werk heeft gevonden)? Kan de regering bevestigen dat UWV als beleidsregel hanteert dat deze werknemers voor een korte periode recht hebben bijvoorbeeld het Duitse Konkursrausfallgeld (faillissementsuitkering), maar dat de Duitse uitvoeringsinstelling (Arbeidsamt) van mening is dat deze in Nederland wonende, werkende en sociaal verzekerde werknemer recht heeft op een Nederlandse uitkering, met als gevolg dat de betrokkene in Nederland noch Duitsland aanspraak maakt op een uitkering?

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering ervoor zorg te dragen dat dergelijke situaties als hierboven niet kunnen plaatsvinden. Hoe wil de regering voorkomen dat dergelijke werknemers tussen wal en schip vallen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel tot wijziging van hoofdstuk IV van de WW. Het wetsvoorstel laat voor deze leden nog een enkele vraag open.

Zij vragen waarom er voor gekozen is het urencriterium als uitgangspunt te nemen voor het bepalen van de hoogte van de uitkering. Waarom wordt de hoogte van het loon bij werkhervatting (ook) niet als uitgangspunt genomen? Deelt de regering de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat, wanneer het loon bij werkhervatting niet leidend is voor de vaststelling van de uitkering, dit er toe kan leiden dat het aanvaarden van werk minder aantrekkelijk wordt voor een werknemer?

Wat wordt de situatie voor werknemers die, bij werkhervatting, een gedeeltelijke uitkering blijven ontvangen, maar gedurende de looptijd van deze uitkering alsnog werkloosheid raken? Kunnen deze werknemers dan alsnog de volledige uitkering ontvangen of ontstaat daarmee een nieuw WW-recht?

De voorzitter van de commissie,

De Wit

Adjunct-griffier van de commissie,

Esmeije


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), Voorzitter, Van Gent (GL), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), Ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GL), Wolfsen (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Aptroot (VVD), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (CU), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Crone (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

Naar boven