B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 23 mei
2007 en het nader rapport d.d. 7 juni 2007, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 11 mei 2007, no. 07.001484, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens
de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt Wijzigingen van het Europees Verdrag inzake hoofdwaterwegen
die van internationaal belang zijn (AGN); Genève, 20 oktober 2005
en 13 oktober 2006, met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 mei
2007, no. 07.001484, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 23 mei 2007, nr. W09.07.0118/IV, bied ik U hierbij
aan.
De aanhangig gemaakte wijzigingen van het Europees Verdrag inzake hoofdwaterwegen
die van internationaal belang zijn (hierna: AGN-verdrag) zijn aanvaard tijdens
de 49ste en 50ste sessie van de Working Party on Inland Water Transport van
de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE).
De Raad van State onderschrijft de inhoud van deze wijzigingen, maar plaatst
een kanttekening bij de gevolgde procedure ten aanzien van de goedkeuring
van de wijzigingen die zijn aanvaard in de 49ste sessie van de Working Party.
Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van de toelichtende
nota wenselijk is.
Ten aanzien van de tijdens de 49ste sessie door de Working Party on Inland
Water Transport van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde
Naties aanvaarde wijzigingen in het AGN-verdag, heeft de notificatie door
de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan de verdragsluitende partijen
plaatsgevonden op 28 februari 2006. Op grond van artikel 12, vierde lid,
van het AGN-verdrag treedt elke voorgestelde wijziging waarvan aan de verdragsluitende
partijen overeenkomstig het verdrag mededeling is gedaan ten aanzien van alle
verdragsluitende partijen in werking drie maanden na het verstrijken van een
tijdvak van 12 maanden volgend op de datum van de mededeling, mits binnen
dat tijdvak van twaalf maanden geen bezwaar tegen de voorgestelde wijziging
ter kennis van de Secretaris-generaal van Verenigde Naties is gebracht door
een staat die verdragsluitende partij is.
De Raad merkt op dat de goedkeuringsprocedure van de tijdens de 49ste
sessie aanvaarde wijzigingen is gestart nadat het tijdvak, waarin met succes
bezwaar gemaakt kon worden tegen de voorgestelde wijzigingen, is verstreken.
Dat tijdvak liep af op 28 februari 2007. Door het verstrijken van die
datum is de uitoefening van het parlementaire goedkeuringsrecht ten aanzien
van bedoelde wijzigingen illusoir geworden. Aangezien de toelichtende nota
geen melding maakt van bezwaren die door andere verdragsluitende partijen
binnen het tijdvak van 12 maanden kenbaar zijn gemaakt, treden de bedoelde
wijzigingen per 1 juni 2007 – nog vóór het moment
van stilzwijgende goedkeuring – in werking.
Hoewel het alsnog goedkeuring vragen aan de Staten-Generaal volkenrechtelijk
gezien beperkte betekenis heeft, is de regering vanuit nationaalrechtelijk
oogpunt gezien desalniettemin gehouden de bedoelde wijzigingen ter goedkeuring
aan de Staten-Generaal over te leggen aangezien destijds bij de goedkeuring
van het AGN-verdrag op het punt van de goedkeuring geen uitzondering is gemaakt
op grond van artikel 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen. De Raad adviseert in de toelichtende nota aandacht te besteden
aan het punt. Tevens adviseert hij in de toelichtende nota de achtergronden
van de gesignaleerde vertraging te vermelden en wijst hij op de wenselijkheid
dat dergelijke verdragswijzigingen tijdig aan de Kamers ter goedkeuring worden
overgelegd.
Toen de goedkeuringsprocedure van de tijdens de 49ste sessie door de Working
Party on Inland Water Transport van de Economische Commissie voor Europa van
de Verenigde Naties aanvaarde wijzigingen van het AGN-verdrag werd gestart,
was voorzien dat deze zou zijn afgerond voor 28 februari 2007. Doch door
de kabinetswisseling en de daarbij behorende portefeuilleverdeling op het
ministerie van Verkeer en Waterstaat is een vertraging opgelopen van drie
maanden, zodat genoemde datum niet meer werd gehaald. Het wordt niet nodig
geacht de toelichtende nota op dit punt aan te passen.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De waarnemend Vice-President van de Raad van State,
P. van Dijk
Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan
de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen