nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is partners van
de moeder na de bevalling een vaderverlof toe te kennen en daartoe het kraamverlof
in de Wet arbeid en zorg te verlengen van twee werkdagen naar tweemaal de
arbeidsduur per week;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet arbeid en zorg wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 4:2 komt te luiden:
Artikel 4:2 Vaderverlof
De werknemer heeft na de bevalling van de echtgenote, de geregistreerde
partner, de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of degene van wie hij
het kind erkent, recht op verlof met behoud van loon gedurende een tijdvak
van vier weken. Het aantal uren verlof waarop de werknemer recht heeft bedraagt
tweemaal de arbeidsduur per week. Het recht bestaat vanaf de eerste dag dat
het kind feitelijk op hetzelfde adres als de moeder woont.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,