31 071
Voorstel van wet van de leden Halsema en Van Gent tot wijziging van de Wet arbeid en zorg (Vaderverlof)

nr. 14
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 februari 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt «(Vaderverlof)» vervangen door: (Babyverlof).

B

Artikel I komt te luiden:

ARTIKEL I

De Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 4:1 wordt een nieuw paragraafopschrift ingevoegd, luidende:

§ 1A. Babyverlof

B

Artikel 4:2 komt te luiden:

Artikel 4:2 Babyverlof

Met ingang van de dag na de dag van de bevalling van de echtgenote, de geregistreerde partner, de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of degene van wie hij het kind erkent, heeft de werknemer gedurende een tijdvak van vier weken recht op verlof zonder behoud van loon. Het recht op verlof bedraagt het aantal uren van de arbeidsduur per week van de werknemer.

C

Na artikel 4:2 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:2a Het recht op uitkering

1. De werknemer heeft gedurende de periode van het verlof, bedoeld in artikel 4:2, recht op uitkering.

2. De werknemer, die in aanmerking wenst te komen voor toekenning van een uitkering in verband met het verlof, bedoeld in artikel 4:2, doet de aanvraag daartoe door tussenkomst van de werkgever bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk vier weken voor de datum waarop de werknemer de uitkering wil laten ingaan. Bij die aanvraag wordt gemeld de vermoedelijk datum van de bevalling, onder overlegging van de verklaring van een arts of van een verloskundige waarin die datum is aangegeven.

3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan in bijzondere gevallen ten gunste van de werknemer afwijken van het tweede lid.

Artikel 4:2b De hoogte van de uitkering

1. De uitkering, bedoeld in deze paragraaf, bedraagt per dag het dagloon.

2. Het dagloon wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 4:2, vastgesteld en herzien overeenkomstig de vaststelling en herziening met betrekking tot de werknemer, bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet, op grond van de artikelen 15 en 16 van die wet en de daarop berustende bepalingen.

3. Het dagloon wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 4:2, vastgesteld overeenkomstig artikel 68 van de Ziektewet en de regels op grond van artikel 71, onderdeel d, van die wet.

Artikel 4.2c De uitbetaling van de uitkering en de financiering daarvan

De artikelen 3:14, 3:15 en 3:16 zijn van overeenkomstige toepassing.

C

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 100, onderdeel j, komt te luiden:

j. de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, en hoofdstuk 4, paragraaf 1A, van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen en de daaraan verbonden uitvoeringskosten, met uitzondering van hetgeen op grond van artikel 108 ten laste komt van het Uitvoeringsfonds voor de overheid;.

B

Artikel 108, onderdeel c, komt te luiden:

c. de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, en hoofdstuk 4, paragraaf 1A, van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen aan de personen, bedoeld in artikel 24,;.

Toelichting

Deze Nota van Wijziging past het wetsvoorstel op drie punten aan.

1. De term Vaderverlof wordt vervangen door Babyverlof. Daarmee wordt recht gedaan aan lesbische meemoeders die ook aanspraak kunnen maken op het babyverlof.

2. De indieners komen aan de wens van de Kamer tegemoet door de termijn te beperken tot één week. Dat heeft tot gevolg dat de kosten dalen naar 61,5 miljoen euro (dat is 3/8 van de oorspronkelijke 164 miljoen euro).

3. De financieringssystematiek wordt gewijzigd. De financiering door werkgevers is voor de indieners nooit een principieel punt geweest. Er was gekozen voor financiering door de werkgevers simpelweg omdat de huidige twee dagen kraamverlof voor vaders ook op die manier worden betaald. Met deze nota van wijziging stellen de indieners voor om de financiering te laten lopen via het Algemeen Werkloosheidsfonds. Het grote voordeel van deze manier van financieren is dat de lasten eerlijker worden verdeeld over alle werkgevers. Dit is met name van belang voor kleine werkgevers. Ook het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het adoptieverlof worden via het Algemeen Werkloosheidsfonds gefinancierd. Om de administratieve lasten te beperken is er voor gekozen om het gehele babyverlof op één manier te financieren. De uitkeringen aan overheidswerknemers worden bekostigd uit het Uitvoeringsfonds voor de overheid.

De indieners hebben er niet voor gekozen om het babyverlof onder te brengen in het ouderschapsverlof. Zij zijn van mening dat op die manier het kraamverlof wordt uitgehold. Immers het ouderschapsverlof is beperkt betaald, slechts 50% van het Wettelijk Minimum Loon. Voor veel vaders zal dat een reden zijn om geen verlof op te nemen. Als zij een laag inkomen hebben, is het vaak financieel niet haalbaar. Daarnaast dient het ouderschapsverlof een ander doel, namelijk het ondersteunen van de combinatie arbeid en zorg. Het babyverlof is bedoeld om vaders de tijd te geven te wennen aan de nieuwe gezinssituatie en moeder te ondersteunen.

Soms wordt geopperd om het babyverlof wel onder te brengen in het ouderschapsverlof, maar tevens te regelen dat het loon 100% wordt doorbetaald. Dat voorstel is nodeloos ingewikkeld en zorgt voor extra administratieve lasten. Het maakt het ouderschapsverlof ingewikkelder, nu de betaling geschiedt via een fiscale korting.

Tot slot willen de indieners er nadrukkelijk op wijzen dat het babyverlof geen nieuwe verlofvorm in het leven roept. Het is een uitbreiding van het bestaande kraamverlof. Iets waar een ruime meerderheid van de Kamer middels moties (24 332, nr. 5, 26 447, nr. 21), amendementen (27 207, nr. 35) en nota’s (zoals het Plan van de Man van de PvdA) om heeft gevraagd.

Halsema

Van Gent

Naar boven