nr. 14
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 12 februari 2010
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «(Vaderverlof)» vervangen door: (Babyverlof).
B
Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I
De Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 4:1 wordt een nieuw paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
§ 1A. Babyverlof
B
Artikel 4:2 komt te luiden:
Artikel 4:2 Babyverlof
Met ingang van de dag na de dag van de bevalling van de echtgenote, de
geregistreerde partner, de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of degene
van wie hij het kind erkent, heeft de werknemer gedurende een tijdvak van
vier weken recht op verlof zonder behoud van loon. Het recht op verlof bedraagt
het aantal uren van de arbeidsduur per week van de werknemer.
C
Na artikel 4:2 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 4:2a Het recht op uitkering
1. De werknemer heeft gedurende de periode van het verlof, bedoeld
in artikel 4:2, recht op uitkering.
2. De werknemer, die in aanmerking wenst te komen voor toekenning
van een uitkering in verband met het verlof, bedoeld in artikel 4:2, doet
de aanvraag daartoe door tussenkomst van de werkgever bij het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen uiterlijk vier weken voor de datum waarop de werknemer
de uitkering wil laten ingaan. Bij die aanvraag wordt gemeld de vermoedelijk
datum van de bevalling, onder overlegging van de verklaring van een arts of
van een verloskundige waarin die datum is aangegeven.
3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan in bijzondere
gevallen ten gunste van de werknemer afwijken van het tweede lid.
Artikel 4:2b De hoogte van de uitkering
1. De uitkering, bedoeld in deze paragraaf, bedraagt per dag het
dagloon.
2. Het dagloon wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 4:2, vastgesteld
en herzien overeenkomstig de vaststelling en herziening met betrekking tot
de werknemer, bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet, op grond van de artikelen
15 en 16 van die wet en de daarop berustende bepalingen.
3. Het dagloon wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 4:2, vastgesteld
overeenkomstig artikel 68 van de Ziektewet en de regels op grond van artikel
71, onderdeel d, van die wet.
Artikel 4.2c De uitbetaling van de uitkering en de financiering
daarvan
De artikelen 3:14, 3:15 en 3:16 zijn van overeenkomstige toepassing.
C
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 100, onderdeel j, komt te luiden:
j. de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, en
hoofdstuk 4, paragraaf 1A, van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen
en de daaraan verbonden uitvoeringskosten, met uitzondering van hetgeen op
grond van artikel 108 ten laste komt van het Uitvoeringsfonds voor de overheid;.
B
Artikel 108, onderdeel c, komt te luiden:
c. de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, en
hoofdstuk 4, paragraaf 1A, van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen
aan de personen, bedoeld in artikel 24,;.
Toelichting
Deze Nota van Wijziging past het wetsvoorstel op drie punten aan.
1. De term Vaderverlof wordt vervangen door Babyverlof. Daarmee wordt
recht gedaan aan lesbische meemoeders die ook aanspraak kunnen maken op het
babyverlof.
2. De indieners komen aan de wens van de Kamer tegemoet door de termijn
te beperken tot één week. Dat heeft tot gevolg dat de kosten
dalen naar 61,5 miljoen euro (dat is 3/8 van de oorspronkelijke 164 miljoen
euro).
3. De financieringssystematiek wordt gewijzigd. De financiering door
werkgevers is voor de indieners nooit een principieel punt geweest. Er was
gekozen voor financiering door de werkgevers simpelweg omdat de huidige twee
dagen kraamverlof voor vaders ook op die manier worden betaald. Met deze nota
van wijziging stellen de indieners voor om de financiering te laten lopen
via het Algemeen Werkloosheidsfonds. Het grote voordeel van deze manier van
financieren is dat de lasten eerlijker worden verdeeld over alle werkgevers.
Dit is met name van belang voor kleine werkgevers. Ook het zwangerschaps-
en bevallingsverlof en het adoptieverlof worden via het Algemeen Werkloosheidsfonds
gefinancierd. Om de administratieve lasten te beperken is er voor gekozen
om het gehele babyverlof op één manier te financieren. De uitkeringen
aan overheidswerknemers worden bekostigd uit het Uitvoeringsfonds voor de
overheid.
De indieners hebben er niet voor gekozen om het babyverlof onder te brengen
in het ouderschapsverlof. Zij zijn van mening dat op die manier het kraamverlof
wordt uitgehold. Immers het ouderschapsverlof is beperkt betaald, slechts
50% van het Wettelijk Minimum Loon. Voor veel vaders zal dat een reden
zijn om geen verlof op te nemen. Als zij een laag inkomen hebben, is het vaak
financieel niet haalbaar. Daarnaast dient het ouderschapsverlof een ander
doel, namelijk het ondersteunen van de combinatie arbeid en zorg. Het babyverlof
is bedoeld om vaders de tijd te geven te wennen aan de nieuwe gezinssituatie
en moeder te ondersteunen.
Soms wordt geopperd om het babyverlof wel onder te brengen in het ouderschapsverlof,
maar tevens te regelen dat het loon 100% wordt doorbetaald. Dat voorstel
is nodeloos ingewikkeld en zorgt voor extra administratieve lasten. Het maakt
het ouderschapsverlof ingewikkelder, nu de betaling geschiedt via een fiscale
korting.
Tot slot willen de indieners er nadrukkelijk op wijzen dat het babyverlof
geen nieuwe verlofvorm in het leven roept. Het is een uitbreiding van het
bestaande kraamverlof. Iets waar een ruime meerderheid van de Kamer middels
moties (24 332, nr. 5, 26 447, nr. 21), amendementen (27 207,
nr. 35) en nota’s (zoals het Plan van de Man van de PvdA) om heeft
gevraagd.
Halsema
Van Gent