31 067
Regeling tot wijziging van het overgangsrecht inzake toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingmiddelen en biociden (Aanpassing overgangsrecht Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2007

Naar aanleiding van het plenair debat met uw Kamer van hedenmiddag over het wetsvoorstel Aanpassing overgangsrecht Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wil ik u hierbij nader informeren over een toezegging van mij aan de Kamer.

Mevrouw Jacobi heeft een amendement ingediend dat er toe strekt dat een algemene maatregel van bestuur over een onderwerp als bedoeld in artikel 121a van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden na vaststelling aan de beide Kamers wordt toegezonden en niet eerder dan vier weken na die vaststelling in werking treedt.

Het ontwerp-Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden ligt voor advies bij de Raad van State en omvat alle elementen van de gehele Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Uw Kamer heeft daar met mij op 29 maart overleg over gevoerd. In dit besluit zullen twee artikelen over het overgangsrecht gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden opgenomen, na ontvangst van het advies van de Raad van State.

Ik heb begrip voor het verzoek van de Kamer om nader te kunnen overleggen over deze twee artikelen in het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden voordat dit besluit in werking treedt. Ik kan me voorstellen dat de Kamer deze artikelen wil bespreken, omdat dit een belangrijk dossier betreft voor mens, dier en milieu.

Concreet behelst deze toezegging het volgende:

1. de algemene maatregel van bestuur wordt voor 1 september 2007 vastgesteld en bekendgemaakt,

2. ik zal u na ontvangst van het advies van de Raad van State eventuele aanpassingen in de algemene maatregel van bestuur toezenden, en

3. de algemene maatregel van bestuur zal gelijktijdig met de wet op 1 oktober in werking treden.

Er is dan tijdig gelegenheid om voor de inwerkingtreding met elkaar van gedachten te wisselen.

Voor toekomstige wijzigingen geldt daarnaast dat de algemene maatregel van bestuur conform het kabinetsbeleid tijdig algemeen bekend zal worden gemaakt via het zogenoemde Bedrijvenloket na de instemming van ministerraad. Iedereen kan daar dan tijdig kennis van nemen.

Bij deze toezegging ga ik er wel vanuit dat de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de lagere regelgeving in een samenhangend pakket op 1 oktober 2007 in werking kunnen treden.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven