Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2021
Bijgaand treft u de lijst van vragen en antwoorden over de achtste Voortgangsrapportage
kinderopvangtoeslag (VGR) (Kamerstuk 31 066, nr. 901). De Nationale ombudsman heeft heden de tweede monitor klachtbehandeling Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (UHT) aan mij en aan uw Kamer gezonden. Hierbij stuur ik u een afschrift
van mijn reactie aan de Nationale ombudsman1. Tevens treft u aan, zoals toegezegd bij de aanbieding van de VGR, de door Toeslagen
en Sociale Banken Nederland (SBN) geconstateerde uitvoeringsaspecten van het concept
beleidsbesluit private schulden2. Onderstaand treft u nog een korte actualisatie van een aantal onderwerpen binnen
de hersteloperatie.
Beleidsbesluit private schulden
Het conceptbeleidsbesluit betalen private schulden heb ik als bijlage bij de 8e VGR met uw Kamer gedeeld. In dit beleidsbesluit is onder 4.2 een passage opgenomen
voor de situatie waarin gedupeerde ouders of hun toeslagpartner met hun herstelbetaling
(€ 30.000 of meer) een opeisbare private schuld hebben betaald. In die situatie biedt
het beleidsbesluit de mogelijkheid om dit te compenseren. Het conceptbeleidsbesluit
regelt dit alleen voor die situaties waarin het herstelbedrag is ontvangen vóór 10 maart
2021. Deze datum is gebaseerd op de ingangsdatum van het moratorium; ouders die daarna
een herstelbedrag hebben ontvangen zijn immers beschermd door het moratorium. Het
is mijn intentie om deze datum uit het beleidsbesluit te verwijderen. Door de datum
te verwijderen wordt voor alle ouders, ongeacht wanneer zij een herstelbedrag hebben
ontvangen, volledig aangesloten bij de reguliere private schuldenregeling zoals opgenomen
in het beleidsbesluit. In aanmerking komende opeisbare private schulden tot 1 juni
2021 worden daarmee vergoed. Want hoewel ouders die beschermd zijn door het moratorium
vorderingen niet hadden hoeven betalen, kan ik mij voorstellen dat ouders bijvoorbeeld
vanwege ontvangen aanmaningsbrieven wel tot betaling over zijn gegaan. Daarnaast vragen
we (te) veel van ouders door te verwachten dat zij precies weten wanneer het moratorium
voor hen van kracht werd, en direct hun gedrag hierop aan te passen. De verwijdering
van deze datum uit het conceptbeleidsbesluit is daarmee een lichte verruiming van
de regeling in het voordeel van de ouders.3
Uitvoeringstoets SBN
De uitgaven die gepaard zullen gaan met de samenwerking met SBN zullen worden gedekt
met uitvoeringsmiddelen die reeds door het parlement zijn geautoriseerd. Hiervoor
verwijs ik u graag naar de vierde incidentele suppletoire begroting 2021 van het Ministerie
van Financiën.4 De in de uitvoeringstoets van SBN opgenomen uitgavenramingen zijn, net als de rest
van de inhoud van de toets, opgesteld door SBN. De komende tijd wordt de financieringsstructuur
en de financiële afspraken rond de samenwerking met SBN verder uitgewerkt. Het is
daarom mogelijk dat de werkelijke uitvoeringskosten van de private schulden anders
uitvallen dan in deze toets beschreven. Ik zal uw Kamer hier via de reguliere rapportages
over informeren.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen