31 066 Belastingdienst

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2010

Zoals eerder aan uw Kamer toegezegd, informeer ik u over een aantal nieuwe ontwikkelingen rond de aanpak van onbekend buitenlands vermogen en zwartspaarders. Daarbij gaat het om een drietal (deels) nieuwe projecten die zijn gestart om de miljarden euro’s aan Nederlands zwart geld in het buitenland transparant te maken:

  • samenwerking met de overheid van de Nederlandse Antillen bij het achterhalen van Nederlandse betrokkenen bij Stichtingen Particulier Fonds (SPF’s);

  • aanpak van Nederlandse betrokkenen bij Liechtensteinse Stiftungen, mede op basis van via Duitsland verkregen informatie;

  • aanpak anonieme creditcards en transparantie buitenlandse bankrekeningen.

Tevens meld ik u de laatste stand van zaken rond het aantal mensen dat sinds 1 januari 2010 gebruik heeft gemaakt van de inkeerregeling.

Aanpak Antilliaanse Stichtingen Particulier Fonds (SPF)

Inmiddels is de overtuiging ontstaan dat in een zeer groot deel van de op de Nederlandse Antillen gevestigde SPF’s die worden beheerd door trustkantoren, vermogens zijn ondergebracht die toebehoren aan Nederlandse ingezetenen. In deze fondsen kunnen tot enkele tientallen miljoenen euro’s per SPF zitten. De verwachting is dat het gaat om gemiddeld enkele miljoenen euro’s per SPF.

Door een wetswijziging per 1 januari 2010, waarbij de bezittingen en schulden van de SPF bij wetsfictie worden toegerekend aan de inbrenger of diens erfgenamen, is het voor Nederlandse belastingplichtigen niet meer mogelijk de vermogens van de SPF’s buiten de Nederlandse belastingheffing te houden.

De Belastingdienst heeft de afgelopen tijd concrete signalen ontvangen dat enige honderden SPF’s nog vóór de inwerkingtreding van de wetswijziging per 1 januari 2010 zijn ontmanteld. Het vermogen is veelal uitgekeerd aan de oprichter en/of zijn familieleden. De Belastingdienst is een diepgaand onderzoek gestart om na te gaan of deze ontmanteling is gericht op het anticiperen op de wetswijziging en op het buiten het zicht van de fiscus houden van deze vermogens.

De Belastingdienst heeft inmiddels informatie over de SPF’s opgevraagd bij de Antilliaanse autoriteiten. Deze hebben onlangs toegezegd daaraan hun volledige medewerking te zullen verlenen. De informatie die dit verzoek naar verwachting zal opleveren zal worden vergeleken met de gegevens van de Belastingdienst en met bijvoorbeeld informatie over SPF’s van banken waarmee de Belastingdienst op dit moment in overleg is.

Aanpak Nederlandse betrokkenen bij Liechtensteinse Stiftungen

Zoals al eerder bekend is gemaakt heeft de Belastingdienst van Duitsland informatie ontvangen over door Nederlanders aangehouden Liechtensteinse Stiftungen. Deze informatie is afkomstig van een door Duitsland aangekochte CD. Uit onderzoek door de Belastingdienst is inmiddels gebleken dat de betrokken dossiers zgn. sideletters bevatten. In deze sideletters is onder andere informatie opgenomen over de Nederlandse belastingplichtigen die bij deze Stiftungen zijn betrokken.

Op grond van de inhoud van deze sideletters heeft de Belastingdienst het standpunt ingenomen dat het in deze Stiftungen ondergebrachte vermogen belastbaar is in Nederland.

Bij de Belastingdienst hebben zich de laatste maanden adviseurs gemeld van oprichters van vele tientallen Liechtensteinse Stiftungen. De Belastingdienst is met hen in overleg over het belasten van het in deze Stiftungen ondergebrachte vermogen.

Omdat het in 2009 met Liechtenstein getekende verdrag ruimere mogelijkheden zal bieden voor het uitwisselen van informatie, heb ik er alle vertrouwen in dat ook de zwartspaarders in Liechtenstein daadwerkelijk kunnen worden aangepakt.

Aanpak Nederlandse houders van buitenlandse bankrekeningen en van betaalkaarten gekoppeld aan buitenlandse bankrekeningen

De Belastingdienst heb ik opgedragen bij de Nederlandse banken de gegevens op te vragen van door Nederlandse belastingplichtigen aangehouden rekeningen bij in belastingparadijzen gevestigde dochtermaatschappijen van die Nederlandse banken. De Belastingdienst is daarom al enige tijd met een vertrouwelijk onderzoek bezig. Ook is er overleg met de bancaire sector om te onderzoeken op welke wijze deze gegevens het beste kunnen worden verstrekt.

In navolging van enkele succesvolle projecten door buitenlandse belastingdiensten, is de Belastingdienst begonnen om aan de hand van credit- en debitcard transacties Nederlandse belastingplichtigen te identificeren met fiscaal onbekend buitenlands vermogen.

De identificatie start met de analyse van in Nederland verrichte betaaltransacties met debit- en creditkaarten die gekoppeld zijn aan een buitenlandse rekening. De Belastingdienst is op dit moment in overleg met de in Nederland actieve betaaldienstverleners over de uitlevering van de voor de analyse benodigde transactiegegevens.

Resultaten inkeerregeling vanaf 1 januari 2010

Sinds begin dit jaar hebben ruim 500 mensen gebruik gemaakt van de inkeerregeling. Zij hebben daarbij een totaal aan onbekend buitenlands vermogen aangegeven van € 180 mio. Gemiddeld ging het om € 350.000,– per inkeerder. In 20 gevallen ging het daarbij om een vermogen van meer dan 1 mio euro. De meeste inkeerders hadden rekeningen in Zwitserland, België en Luxemburg.

Zoals bekend zal de boete bij vrijwillige inkeer per 1 juli 2010 worden verhoogd van 15 tot 30%. Sinds 1 juli 2009 is de boete voor zwartspaarders die door de Belastingdienst zelf worden opgespoord al verhoogd tot een maximum van 300%.

Zoals ik uw Kamer al eerder heb gemeld berust mijn beleid bij de aanpak van zwartspaarders op drie pijlers:

  • het stimuleren van vrijwillige inkeer,

  • het afsluiten van zo veel mogelijk verdragen met (voormalige) belastingparadijzen en

  • controle acties door de Belastingdienst.

Met de hiervoor beschreven activiteiten van de Belastingdienst wordt aan de derde pijler onder mijn beleid verder invulling gegeven. Ik meen dat hiermee weer een majeure stap wordt gezet in de aanpak van zwartspaarders en de belastingontduiking via off shore constructies, als ook in het bereiken van een grotere (fiscale) transparantie van het bankverkeer.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven