31 066 Belastingdienst

Nr. 529 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2019

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de gestelde vragen van de leden Leijten (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 58), Azarkan (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 61), Omtzigt (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 62) en Omtzigt en Leijten (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 63). De vragen zijn gesteld in het verlengde van het Algemeen Overleg van 4 juli jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 520) en de diverse brieven over dit onderwerp. In deze brief zal ik een korte toelichting geven.

In mijn brief van 11 juni jl. heb ik aangegeven de situatie waarin betrokken ouders terecht zijn gekomen te betreuren en te willen herstellen.1 Daartoe heb ik uw Kamer gemeld welke stappen moeten worden gezet om de gezinnen tegemoet te komen die door het optreden van de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) tekort zijn gedaan en in problemen zijn geraakt door het ten onrechte stopzetten van de kinderopvangtoeslag. Om tot een oplossing te komen heb ik de Adviescommissie uitvoering toeslagen (hierna: de Adviescommissie) en de ADR gevraagd onderzoek te doen. Ik heb de Adviescommissie gevraagd advies uit te brengen over de mogelijkheden om binnen de wettelijke kaders en de grenzen van de uitvoerbaarheid maatwerk te bieden aan de betrokken ouders. De Adviescommissie is in het instellingsbesluit gevraagd in oktober met haar eerste deeladvies te komen.

De zomerperiode is benut om de informatie ten behoeve van de Adviescommissie te leveren en het onderzoek van de ADR verder voor te bereiden. Het betreft het gestructureerd aanleveren van de gevraagde informatie en de benodigde onderzoeks- en behandelinformatie over de andere circa 170 CAF-zaken in de periode 2013–2019. Voor deze enorme klus, waaraan nog gewerkt wordt, is een projectorganisatie opgetuigd. Op basis van de informatie die beschikbaar komt wordt momenteel nader in beeld gebracht hoe de besluitvorming met betrekking tot de CAF-aanpak (Combiteam Aanpak Facilitators) en de reguliere toezichtsbehandeling heeft plaatsgevonden. Ik heb hiernaar ook onderzoeksvragen aan de ADR gesteld. Daarnaast wordt gewerkt aan een recent Wob-verzoek waarbij eveneens gevraagd is naar stukken rondom CAF.

De Raad van State heeft in haar uitspraak van 8 maart 2017 geoordeeld dat het stopzetten van kinderopvangtoeslag voordat het onderzoek naar het recht op toeslag was afgerond, niet in overeenstemming is met de systematiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.2 In het debat met uw Kamer van 4 juli jl. is aan de orde gekomen dat deze wijze van stopzetten van lopende toeslagvoorschotten in de CAF 11-zaak onrechtmatig is. De Adviescommissie en de ADR heb ik gevraagd breder te kijken naar de rechtmatigheid van het handelen van Toeslagen. De uitkomsten van deze onderzoeken wacht ik af.

Ik heb toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken met betrekking tot een oplossing voor gedupeerde ouders. De Adviescommissie is in het instellingsbesluit gevraagd in oktober met een eerste deeladvies te komen. Het is mijn intentie zo spoedig mogelijk na het beschikbaar komen van dit deeladvies de kabinetsreactie met daarin de voorziene oplossingsrichting voor gedupeerde ouders naar uw Kamer te sturen. Ook wil ik spoedig de analyse van alle beschikbaar gekomen informatie, inclusief die van het lopende Wob-verzoek, gereed hebben teneinde in samenhang met de eerste adviezen van de Adviescommissie tot een oordeel te kunnen komen met betrekking tot de handelwijze van de Belastingdienst bij dit onderwerp. Volledigheid en zorgvuldigheid zijn hierbij cruciaal voor een volledig beeld. Totdat dit beeld beschikbaar is, kunnen helaas nog niet alle door uw Kamer gestelde vragen volledig worden beantwoord. Ik heb verzocht om de analyse zo snel als mogelijk af te ronden.

Aangezien ik de ontstane situatie niet alleen wil herstellen, maar ook wil voorkomen dat er nieuwe problemen ontstaan is er een aantal maatregelen genomen die meteen effect sorteren:

  • voor de lopende bezwaar- en beroepsprocedures van burgers in CAF-zaken zijn vaktechnische waarborgen ingebouwd:

    • het strikt hanteren van het vier ogen principe bij alle CAF zaken;

    • herbeoordeling van lopende zaken door de landelijk vaktechnisch coördinator;

    • in overleg met betrokkenen wordt gekeken of lopende bezwaar- en beroepszaken met raakvlakken met de CAF11-problematiek kunnen worden aangehouden tot na het advies van de Adviescommissie;

    • invordering van lopende toeslagen en belastingschulden in CAF 11 zaken is opgeschort;

  • collegiale toetsing bij beroepszaken wordt strikt voorgeschreven in een nieuwe werkinstructie;

  • voor medewerkers van Toeslagen zijn de (historische gegevens over de) tweede nationaliteit niet meer in de systemen raadpleegbaar. De volledige verwijdering van deze gegevens in de systemen is eind dit jaar gereed;

  • vanwege de noodzaak om steviger te investeren in leiderschap en cultuur bij de Belastingdienst heb ik cultuur tot vierde pijler van beheerst vernieuwen gemaakt. Vanuit de omslag die ik beoog in de cultuur van de Belastingdienst vind ik het van belang dat binnen de Belastingdienst bespreekbaar is hoe de organisatie en haar medewerkers zich vandaag de dag verhouden tot wat op dit dossier heeft plaatsgevonden en dat men hiervan leert in de uitvoering;

  • de vaktechnische infrastructuur, met heldere hiërarchie en verantwoordelijkheden, zoals bij andere onderdelen van de Belastingdienst gebruikelijk, wordt ook voor Toeslagen ingericht;

  • voor de bovengenoemde projectorganisatie is tijdelijk extra personeelscapaciteit vrijgemaakt van andere dienstonderdelen voor het doorlichten van dossiers;

  • met SZW is een ambtelijke werkgroep gestart die onderzoekt of er een meer proportionele benadering mogelijk is, in het geval de ouders de eigen bijdrage niet geheel hebben betaald.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 490.

X Noot
2

ECLI:NL:RVS:2017:589

Naar boven