31 066 Belastingdienst

Nr. 481 HERDRUK1 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 15 mei 2019

Conform artikel 16a van het Reglement van Orde heeft de vaste commissie voor Financiën het voorstel voor een verzoek aan de Algemene Rekenkamer om onderzoek te doen naar de erf- en schenkbelasting van positief advies voorzien. Dit advies is besproken tijdens de Presidiumvergadering van 24 april 2019.

Het presidium legt conform artikel 30 tweede lid van het Reglement van Orde aan u het verzoek voor om de Algemene Rekenkamer onderzoek te laten doen naar erf- en schenkbelasting.

Het presidium stelt u voor om in te stemmen met het bijgevoegde verzoek en dit door te geleiden naar de Algemene Rekenkamer.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Arib

BIJLAGE

Aan het presidium

Den Haag, 10 april 2019

De vaste commissie voor Financiën heeft op 27 maart 2019 ingestemd met een aan de Kamer voor te leggen verzoek aan de Algemene Rekenkamer tot een onderzoek naar erf- en schenkbelasting. Het tweede lid van artikel 16a van het Reglement van Orde bepaalt dat de vaste commissie voor Financiën advies dient te geven, voordat aan de Kamer wordt voorgesteld de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen. De vaste commissie voor Financiën heeft positief geadviseerd over dit verzoek. Het advies en het voorstel zijn bijgevoegd bij deze brief.

Namens de leden van de vaste commissie voor Financiën verzoek ik u aan de Kamer voor te stellen, de Algemene Rekenkamer te verzoeken onderzoek te doen naar erf- en schenkbelasting.

Ik verzoek u te bevorderen dat de Kamer hierover zo spoedig mogelijk een beslissing neemt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Anne Mulder

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Weeber

BIJLAGE 1 – VOORSTEL VOOR VERZOEK AAN ALGEMENE REKENKAMER ONDERZOEK NAAR ERF- EN SCHENKBELASTING

De Algemene Rekenkamer wordt verzocht na afronding van een reeds aangekondigd ADR-onderzoek een eigen onderzoek te doen naar erf- en schenkbelasting, en daarin de volgende vragen mee te nemen:

  • 1. Waarom zijn de ramingen van de schenk- en erfbelasting zo naar beneden bijgesteld?

  • 2. Hoe gaat het met de bezwaar- en beroepschriften van de erf- en schenkbelasting?

  • 3. Wat is de kwaliteit van de aanslagen?

  • 4. Is de kwaliteit van het hele proces geborgd met de ingehuurde mensen?

BIJLAGE 2 – ADVIES VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN OVER HET VERZOEK AAN ALGEMENE REKENKAMER ONDERZOEK NAAR ERF- EN SCHENKBELASTING

De vaste commissie voor Financiën brengt een positief advies uit over het verzoek.

Toelichting

De vaste commissie voor Financien heeft het conceptverzoek op de volgende punten getoetst:

  • 1. Heeft de Algemene Rekenkamer de voor het onderzoek vereiste bevoegdheden?

    Ja. De Algemene Rekenkamer heeft de volledige bevoegdheid om onderzoek naar erf- en schenkbelasting te verrichten.

  • 2. Beschikt de Algemene Rekenkamer over de benodigde kennis en expertise?

    Ja. De Rekenkamer kan dergelijke feitelijke informatie opvragen en heeft hier voldoende kennis voor in huis.

  • 3. Heeft uitvoering door de Algemene Rekenkamer meerwaarde ten opzichte van andere onderzoeksmogelijkheden door de Kamer?

    Ja. De Rekenkamer heeft bevoegdheden die andere onderzoeksorganisaties niet hebben, zoals de bevoegdheden om dossiers op te vragen en de administraties in te zien. Andere onderzoeksbureaus zijn afhankelijk van het vrijwillig meewerken door het Ministerie van Financiën aan het onderzoek en zullen daarbij ook waarborgen moeten afgeven i.v.m. vertrouwelijkheid die enige tijd in beslag zullen nemen (VOG, geheimhoudingsverklaringen). De meerwaarde van extra onderzoek door de Algemene Rekenkamer ten opzichte van de reeds aangekondigde onderzoeken door het CPB en de ADR volgt uit de specifieke vragen die de commissie hiertoe heeft aangedragen.

  • 4. Is de vraagstelling voldoende afgebakend?

    De vraagstelling is specifiek aangegeven. Daarmee zou het onderzoek mede gegeven de benodigde kennis en bevoegdheden van en meerwaarde van onderzoek door de Algemene Rekenkamer uitvoerbaar kunnen zijn voor de Algemene Rekenkamer.

  • 5. Is de gedachte doorlooptijd van het onderzoek voldoende onderbouwd?

    In het verzoek is slechts aangegeven dat de Algemene Rekenkamer haar onderzoek zou kunnen verrichten na afronding van het ADR-onderzoek. Dat is voorzien voor eind mei 2019. De Algemene Rekenkamer zou de uitkomsten van dit onderzoek kunnen meenemen in haar eigen onderzoek. Bij het verzoek is geen gewenste opleverdatum geformuleerd. De Algemene Rekenkamer wordt indien zij dit onderzoek wil uitvoeren gevraagd zelf een termijn vast te stellen. De doorlooptijd vormt daarmee geen knelpunt voor de uitvoering van het onderzoek.

De conclusie van onderstaande toetsing is dat het verzoek in lijn is met de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer. De vaste commissie voor Financiën brengt derhalve een positief advies uit over het verzoek.


X Noot
1

Herdruk i.v.m. nieuwe versie

Naar boven