31 066 Belastingdienst

Nr. 256 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2016

Per beleidsinstructie van 18 december 2015 heeft Brazilië Nederland geplaatst op de lijst van landen met een preferentieel belastingregime voor houdstervennootschappen zonder substantiële economische activiteiten. In deze brief informeer ik u over deze ontwikkeling en de acties die Nederland voornemens is te ondernemen tegen een dergelijke plaatsing.

Achtergrond maatregelen Brazilië

In 2002 heeft Brazilië wetgeving ingevoerd om nationale anti-misbruikmaatregelen te kunnen toepassen voor die landen die als een «tax favored jurisdiction» worden aangemerkt. Hiervan is onder meer sprake als een land een laag belastingtarief heeft (<20%) of geheimhouding kent voor het bekendmaken van aandeelhouders van de in dat land gevestigde vennootschappen. Een land wordt alsdan geplaatst op de zogeheten zwarte lijst. De van toepassing zijnde anti-misbruikmaatregelen betreffen onder andere hogere bronheffingen op interest/royalty’s en verzwaarde transfer pricing wetgeving. In 2008 heeft Brazilië deze wetgeving uitgebreid, waardoor de anti-misbruikmaatregelen ook kunnen worden toegepast indien landen een «privileged tax regime» kennen. Hiervan is onder andere sprake als belastingvoordelen worden toegekend aan vennootschappen die leiden tot een belastingtarief van minder dan 20% en waarbij geen substance eisen worden gesteld. Landen die geacht worden dergelijke regimes te hebben, worden geplaatst op de zogeheten grijze lijst. Dit heeft onder meer tot gevolg dat verzwaarde transfer pricing wetgeving van toepassing is en Braziliaanse vennootschappen geen beroep kunnen doen op de consolidatieregels voor toepassing van de Braziliaanse CFC-wetgeving.

Plaatsing Nederland op grijze lijst

Per beleidsinstructie van 4 juni 2010 heeft Brazilië de zwarte en grijze lijst gepubliceerd. Nederland is daarbij geplaatst op de grijze lijst. Andere landen op deze lijst zijn Denemarken, IJsland, Malta, Spanje, de Verenigde Staten en Zwitserland. Brazilië beschouwt de belastingheffing in Nederland van houdstervennootschappen als een privileged tax regime. De reden hiervoor is gelegen in het toepassen van de deelnemingsvrijstelling op dividenden. In een reactie heeft Nederland destijds Brazilië verzocht om plaatsing op de grijze lijst in te trekken, omdat Nederland geen speciaal regime kent voor houdstervennootschappen en de deelnemingsvrijstelling een internationaal geaccepteerd middel is om dubbele belastingheffing te voorkomen. Het verzoek heeft enerzijds ertoe geleid dat alleen houdstervennootschappen zonder substantiële economische activiteiten als een privileged tax regime worden aangemerkt en anderzijds dat de plaatsing op de grijze lijst tot nader onderzoek is uitgesteld. Hiertoe heeft Nederland in 2011 uitgebreide informatie toegezonden aan Brazilië over de werking van het Nederlandse belastingstelsel en de deelnemingsvrijstelling. Nadien heeft een bespreking plaatsgevonden in Brazilië met vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën waarin de werking van het Nederlandse belastingstelsel in het algemeen en de deelnemingsvrijstelling in het bijzonder nader is toegelicht. Deze informatie zou door de Braziliaanse autoriteiten worden bestudeerd. Hangende dat onderzoek is de schorsende werking gehandhaafd, zonder toepassing van een einddatum.

Op 18 december 2015 heeft Brazilië per beleidsinstructie de schorsende werking ingetrokken. Nederland is niet van tevoren ingelicht over dit besluit noch over de uitkomsten van het onderzoek naar het Nederlandse belastingstelsel, ondanks diverse verzoeken in de tussenliggende periode van Nederlandse zijde over de voortgang van het onderzoek.

Gevolgen van de plaatsing op de grijze lijst

De plaatsing op de grijze lijst heeft consequenties voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Brazilië. Dit betreft onder andere verzwaarde transfer pricing regelgeving en verscherpte controle door toezichthouders. Tevens heeft de plaatsing invloed op het Nederlandse vestigingsklimaat voor Braziliaanse bedrijven die in of via Nederland investeren. Zo gelden bijvoorbeeld de consolidatieregels voor toepassing van de CFC-wetgeving niet indien via een Nederlandse houdstervennootschap (buitenlandse) deelnemingen worden gehouden. Dit kan een hogere belastingheffing in Brazilië tot gevolg hebben.

Te ondernemen acties

In de ogen van Nederland is deze plaatsing onterecht. Zoals reeds opgemerkt heeft Nederland geen speciaal belastingregime voor houdstervennootschappen. Daarbij is het Nederlandse fiscale systeem, inclusief de deelnemingsvrijstelling, internationaal geaccepteerd en tevens vergelijkbaar met landen die niet op de lijst staan, zoals België, Ierland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. Voorts heeft Nederland actief geparticipeerd in het BEPS-project om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan, pogingen ondernomen om het bestaande belastingverdrag met Brazilië te moderniseren en om tezamen met Brazilië specifieke problemen te adresseren en gezamenlijk op te lossen.

Omdat Nederland van mening is dat het niet thuishoort op de grijze lijst, zal ik Brazilië formeel verzoeken om de definitieve plaatsing van Nederland op de grijze lijst ongedaan te maken en opheldering vragen over de Braziliaanse invulling van het criterium houdstervennootschappen zonder substantiële economische activiteiten. Daarnaast zal ik Brazilië wederom verzoeken om het bestaande belastingverdrag te moderniseren, ook om de uitkomsten van het BEPS-project te adresseren. Nederland benadert Brazilië al sinds 2002 met enige regelmaat met het voorstel om het uit 1990 daterende belastingverdrag te wijzigen. Onder andere door opname van anti-misbruikbepalingen en modernisering van de bepaling inzake gegevensuitwisseling. Naar mijn oordeel zou een dergelijke verdragwijziging een beter instrument opleveren om eventuele problemen met Nederlandse vennootschappen gericht te kunnen aanpakken. Naar verluidt door een intern moratorium op verdragsonderhandelingen in Brazilië heeft dit nog steeds niet tot afgeronde onderhandelingen geleid.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien er nieuwe ontwikkelingen zijn, zal ik u nader berichten.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven