31 066 Belastingdienst

Nr. 151 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2012

Naar aanleiding van uw brief van 11 december 2012 over de uitvoering van de motie over halvering van het handhavings- en invorderingstekort (Kamerstukken II 2011/2012, 31 066, nr. 144), bericht ik als volgt.

Tijdens verschillende gelegenheden heb ik dit jaar met uw Kamer gesproken over het nalevingstekort en de tax gap. Laatstelijk nog ter gelegenheid van de behandeling van het Belastingplan 2013. Bij brief van 10 december 20121 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemens tot intensivering van het toezicht en de invordering. Met de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld in het regeerakkoord, zet ik mij in een bedrag van structureel € 663 mln aan meeropbrengsten binnen te halen. Daarmee wordt het nalevingstekort substantieel verminderd. Ik meen hiermee ook in hoge mate tegemoet te zijn gekomen aan de wens van uw Kamer. Ultimo wil ik een balans zien te vinden tussen enerzijds dienstverlening en anderzijds toezicht, zonder dat «achter elke boom een belastingdienstmedewerker staat». Hierna licht ik de verschillende elementen van de aanpak van het nalevingstekort en de tax gap toe.

Nalevingstekort

De Belastingdienst schat het nalevingstekort in op basis van steekproeven bij Particulieren en in het Midden- en Kleinbedrijf. De uitkomsten geven een globaal beeld van het correctiepotentieel bij de geregistreerde belastingplichtigen. De steekproeven zijn bedoeld en bruikbaar om scherpere keuzes te maken in de inzet de toezichtscapaciteit om zo met de beschikbare middelen een maximaal resultaat te bereiken. Overigens zijn de uitkomsten van de steekproeven niet bruikbaar voor het becijferen of realiseren van mogelijke meeropbrengsten, vanwege de volgende factoren:

  • De steekproef houdt geen rekening met oninbaarheid van aanslagen. Oninbaarheid is onder meer aan de orde bij faillissementen, bij belastingschuldigen waar geen adres van bekend is, etc.

  • De steekproef geeft geen inzicht bij welke individuele belastingplichtigen correctie noodzakelijk is. Dat inzicht is alleen te verkrijgen door alle belastingplichtigen binnen een doelgroep individueel te beoordelen of te controleren. Dit vraagt echter een onevenredige grote inzet van medewerkers.

Opzet en uitkomst onderzoek: business cases

Omdat de steekproeven sec onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een becijfering van meeropbrengsten is een alternatieve lijn gekozen. Uitgaande van de opbrengsten die de Belastingdienst in het verleden heeft gerealiseerd in werkprocessen als aanslagregeling, boekenonderzoeken en invordering, is op basis van business cases becijferd welke meeropbrengsten door middel van de inzet van extra medewerkers kunnen worden gegenereerd. Op deze basis is een realistisch en robuust resultaat neergezet dat in de praktijk voor de Belastingdienst haalbaar is. Meer in detail heb ik de maatregelen beschreven in mijn hiervoor genoemde brief van 10 december jongstleden. De maatregelen reiken van de Vooraf Ingevulde Aangifte (VIA) tot aan opsporingsactiviteiten van de FIOD. Dit alles met als uitgangspunt goedwillende belastingplichtigen te ondersteunen bij het voldoen aan hun verplichtingen en een harde aanpak voor kwaadwillenden.

Nalevingstekort en wetgeving

Een medebepalende factor voor de handhaving en daarmee het terugdringen van het nalevingstekort is eenvoudige en goed uitvoerbare wetgeving. Bij de invulling van de lopende taakstelling van de Belastingdienst heb ik daarom, naast efficiencymaatregelen voor de organisatie, ingezet op vereenvoudiging van wetgeving. Het deel dat hiervan nog niet is gerealiseerd via de Belastingplannen 2012 en 2013, zal nog nader worden ingevuld. Hiervoor wordt op korte termijn onder meer gewerkt aan de realisatie van het soepel herzien van definitieve aanslagen en de inrichting van een burgerportal. Daarnaast hoop ik dat het eindrapport van de Commissie Van Dijkhuizen komend voorjaar een verdere impuls voor vereenvoudiging geeft.

Aanpak en onderzoek tax gap

De gemiste opbrengst ten gevolge van onbekende belastingplicht en fraude (tax gap) onttrekt zich per definitie aan het zicht en kan derhalve niet eenduidig worden vastgesteld. De aanpak van de tax gap ligt dan ook niet in meer verticaal toezicht, maar in eenvoudige wetgeving, een robuuste heffingsgrondslag en de mate waarin vooraf gegevens kunnen worden ingevuld in de aangifte. Zoals ik in de brief van 10 december al aangaf, ben ik van zins de mogelijkheid te onderzoeken op zinvolle en methodisch verantwoorde wijze inzicht te verkrijgen in de gemiste inkomsten die met de tax gap verband houden. In 2013 bericht ik uw Kamer hier graag nader over.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012/2013, 31 066, nr. 149

Naar boven